Een wit doek verhult een groot object, dat aan weerszijden wordt gelardeerd door twee – ja, wat zijn het? Vreemde, felgekleurde vormen, een verzameling willekeurige spullen? Geen idee: dan moet het wel moderne kunst zijn. Inderdaad, we begeven ons in een museum. (meer…)
Een geordende wereld waarin alles volgens de regels verloopt, wordt in de licht absurde jeugdtheatervoorstelling NEE! gesymboliseerd door een ruitjespatroon. De twee acteurs dragen geruite kleren, het achterdoek is geruit, net als de lessenaar waarachter ze staan. Allemaal netjes en strak. Je ontworstelen aan die nette, geruite wereld, kan alleen door tegen te spreken en ‘nee’ te zeggen.
Wanneer kinderen een jaar of twee zijn, ontdekken ze het woord ‘nee’; plus de impact die het heeft op hun ouders. Die waren tot dan gewend aan een vooral meegaand kind. Theatermakers Tessa + Olivier (onder de vlag van Stichting Onder het buro) spelen in op de nee-zeggende peuters met deze voorstelling voor kinderen vanaf twee jaar.
Al wanneer het publiek nog de zaal binnenkomt, loopt Olivier van Klaarbergen zenuwachtig door de zaal om te inspecteren of alles wel ordelijk verloopt. Met een ordner onder de arm houdt hij alles en iedereen in de gaten. Als Tessa Friedrich zich bij hem voegt, zullen ze ‘een belangrijke lezing’ gaan geven. Over gewichtige zaken, ze halen er een torenhoge stapel mappen bij.
Maar daar komt niets van terecht. Want zodra Van Klaarbergen begint te praten, niest en hoest Friedrich er doorheen zodat hij onverstaanbaar wordt. En wanneer Friedrich het publiek via de microfoon toespreekt, spreekt haar versterkte stem haar tegen. Uiteindelijk begint die versterkte stem zelfs haar eigen leven te leiden: ‘Mijn voeten stinken’, klinkt het. En ‘Olivier heeft in zijn broek gepoept!’
Als Van Klaarbergen vervolgens suggereert dat de kat Friedrichs vogel te grazen heeft gehad, zegt ze: ‘Nee!’. Ze werkt niet meer mee. Er blijken talloos veel manieren om ‘nee’ te zeggen: eigenwijs, gedecideerd, lachend, huilend, boos, lief, enzovoort. Vanaf dat moment is de rebellie compleet.
Het spel is op het clowneske af. Regisseur Milan Boele van Hensbroek laat Van Klaarbergen zijn kantoorklerk-achtige personage strak en stijf houden. Friedrich mag zich daarentegen uitputten in een reeks vrolijke, slapstickachtige bewegingsgrappen. Heel hard trekken aan iets wat zogenaamd vastgeplakt zit. Doen alsof iets wat ze moet optillen heel zwaar is. Elke handeling ondersteunt ze met een sterke mimiek. Samen zijn ze feitelijk het klassieke clownsduo: de strakke pierrot en de domme august.
Een speciale vermelding verdient de muziek van Marc Nochem en Maarten Bokslag. Die bestaat uit a capella zang, woordeloos, soms meerstemmig. Niet helemaal een human beatbox, de stemmen bootsen eerder instrumenten na dan dat ze ritmes of geluiden maken. Die gezongen muziek sluit mooi aan bij de bescheiden vormgeving.
Een plot, een verhaal dat van a tot z wordt verteld, of pointe ontbreken. Regisseur Boele van Hensbroek tekent bij Nee! ook voor het ‘concept’, en dat is inderdaad waar we naar kijken: een reeks associaties op geordendheid. Of de ruitjesdessins en ordners voor peuters ook symbolen zijn voor orde vraag ik me af. En zouden ze de overgang snappen van orde naar losbreken, naar aanleiding van de losse veertjes van de mishandelde vogel van Friedrich? Het is allemaal wel erg op het absurdistische af.
Nee! gaat over rebelleren, over de kont tegen krib gooien, uitbreken uit het keurslijf. Dat levert weliswaar een vrolijke voorstelling op, maar wel knap abstract voor zo’n jong publiek.
Foto: Joep van Aert