Hydrofeminisme in een theatrale jas en liminaliteit in poëtische beelden: Natural Drama van Sorour Darabi is een reflectie op fluïditeit en benadert het lichaam als een flux van constante verandering waarin fictie, feit, mythologie en actualiteit elkaar versterken en transformeren.
In het Frascati theater in Amsterdam hangt een lang gordijn van blond pruikenhaar vanaf het grid naar beneden. Strengels van hetzelfde materiaal vormen een patroon van vertakkingen op de theatervloer die eindigen in de mond van de performer. Het beeld doet denken aan een uitgedroogde rivier. Of een fossiel. Of een abstracte ruggengraat. Misschien wel allemaal. Dat is immers de kracht van de voorstelling en het onderzoek waar Sorour op duidt: de onnatuurlijkheid van kunstmatig materiaal en mogelijke natuurlijke connotaties, imaginaire beelden en daadwerkelijke emoties die door secuur vormgegeven choreografische proposities tevoorschijn komen.
De strengels glijden van het podium af, alsof ze worden opgedronken of teruggeroepen door de performer, waarna hen vervolgens opstaat en als een mysterieus en mythisch paard over het podium paradeert. Wit licht dat nu achter het blonde gordijn vandaan komt creëert stralen op de vloer en een silverlining tussen de zachte staken door.
De transformatie gaat verder van gestaakte wolk naar rieten savanne en Sorour baant zich een weg door het riet op diens knieën, een katachtig wezen imiterend. Herinneringen aan beelden uit natuurdocumentaires over leeuwen in de savanne plaatsen zich als een filter op het corporeel beeld van Sorour en het geheel voelt als een psychedelische sensatie.
Dan komt daar de knipoog naar Isadora Duncan en Sorour fladdert over het podium met zwaaiende armen, zoals wanneer een kind een vogel nadoet. Dat Duncan wordt gerefereerd is zeker geen toeval, aangezien zij wordt gezien als een sleutelfiguur binnen de moderne dans en natuurlijke bewegingen van het lichaam heeft geïntroduceerd als reactie op de rigide danstaal van ballet. Sinistere muziek begint af te spelen en de zwierig fladderende vogel lijkt te transformeren naar een zwarte zwaan. Een open mond verschijnt op het gelaat van Sorour: Is het een stille schreeuw om hulp? Waanzin? Woede? Genot? Flitsen van de meest uiteenlopende emoties lijken de revue te passeren en het is bewonderenswaardig om te zien hoe van minimale veranderingen in het gezicht immense gevoelens af te lezen zijn.
Sorour begint twee blokken ijs vast te strikken onder diens voetzolen en terwijl deze actie gaande is worden zinnen geprojecteerd. Poëtische woorden over de oceaan en licht, niet altijd leesbaar en begrijpelijk. Dit moment voelt eerder als een uitnodiging om stil te staan bij de vergankelijkheid van taal en de metamorfose van betekenis.
De ijsblokken zijn intussen gestrikt en Sorour begint absurd en stagnerend over het podium te lopen met een Lip Sync zonder al te veel moeite te doen om de woorden duidelijk te articuleren. Het gezicht lijkt hier en daar te bevriezen, wat zorgt voor hilarische gelaatsuitdrukkingen en het publiek schatert het uit. De ijsblokken, die redelijk stijlvol zijn vastgemaakt onder de voeten, doen denken aan plateauslippers, waarmee gauw een mentaal dwaalspoor wordt gemaakt naar de actualiteiten omtrent klimaatactivisme en de rol van de mode-industrie in de opwarming van de aarde. Het beeld lijkt op subtiele en fictieve wijze het destructieve gedrag te tonen van de eindverantwoordelijke achter de hete stofwolken van industrialisatie en massaproductie: de mens. Het is uiteindelijk immers ónze hitte die de ijskappen doet smelten.
Tegelijkertijd toont het beeld van Sorour in plateauslippers van ijsblokken de synthese van mens en natuur. Blokken ijs en een mensenlichaam zijn uiteindelijk twee verschillende vormen die beide hetzelfde materiaal behelzen: water. En het is dit fluïde materiaal dat Sorour Darabi – letterlijk en figuurlijk- op effectieve wijze overgiet van vorm naar vorm, wat zorgt voor een associatieve reis door verschillende tijden, ficties, actueel debat en verbeeldingen: Fluïditeit als het hybride bindweefsel en tegengif voor binaire opposities.
Foto: Laurent Paillier