Tijdens Spring Performing Arts wordt er dit jaar veel gewerkt met vormen van ‘onderdompeling’. Immersion, of immersie zoals het anglicisme luidt, suggereert een fysieke ervaring (in een virtuele werkelijkheid) door middel van beeld, geluid en andere stimuli. Het gaat er vooral om dat iemand werkelijk gaat handelen in de voorgestelde werkelijkheid en de afstand tussen realiteit en fictie daarmee opheft of relatief maakt. VR is natuurlijk een tak van sport die door militaire simulatie en de gaming industrie groot is geworden, maar ze is al zo oud als het theater en de mens. En je zou ook Panorama Mesdag en een goed griezelverhaal bij een schaduwen werpend kampvuur ertoe kunnen rekenen.

Dries Verhoeven laat tijdens Spring in zijn nieuwste installatie Sic Transit Gloria Mundi zwarte mannen het Neude bezetten met een enorme bouwplaats, waar zij werken aan een gigantisch monument voor een gevallen man, die het einde van de Westerse hegemonie symboliseert. ‘Wat vervelend dat die Nederlandse tekst helemaal beneden staat’, zegt een meisje tegen haar vriend in het ‘bezoekerscentrum’ op de bouwplaats. Zij realiseert zich niet dat de volgorde van de talen op het uitlegbord bij binnenkomst misschien wel naar een nieuwe wereldorde verwijzen: Chinees op ooghoogte, daarboven Arabisch, daaronder Russisch, dan Engels (‘The pre-eminence of the West is facing decline.’) en bij onze voeten Nederlands. De simulatie van een bezoekerscentrum voor de simulatie van de bouw van een groots monument, waarvan alleen een enkele hand in een prachtige choreografie met buldozers, heftrucks, ladders, kruiwagens, gele helmen en oranje vestjes alvast in werkelijkheid uitgevoerd wordt.

Pips:lab, een plein verder – tegenover de Schouwburg – doet aan ‘echte’ VR: met bril op met geluid erin, per zessen gezeten op verende bankjes die het gevoel van een oude treincoupé helpen suggeren, word je deelgenoot van een wilde discussie en bijna-handgemeen (of was het een vrijpartij?) tussen hedendaagse cowboys in de installatie Anyways.

Ook Think Much. Cry Much. van de Libanese Rima Nadji op een rangeerterrein bij de 2e Daalsedijk is een interessante poging om verschillende strategieën tot onderdompeling te combineren. Uiteenlopende fysieke opdrachten, per groep in serie uitgevoerd, zijn verwerkt in een soundscape met hier en daar wat hoorspel-achtige kwaliteiten. In combinatie met een uitgezet parcours op de betonnen plaats langs het spoor, levert het handelen van de toeschouwers uiteindelijk een glimp op van wat een grensgevangenis anex vluchtelingenkamp zou kunnen zijn.

Dan is er nog Jisun Kim die in Deep Present verschillende vertogen met elkaar in discussie laat gaan op basis van door zoekmachines gegenereerde tekst, gekoppeld aan een door haar zelf ontwikkeld, kunstmatig conversatieprogramma (vgl. SIRI, Alexa). Het poëtische In Many Hands van Kate McIntosh blijft dan weer heel dicht bij het ouderwetse griezelkabinet, door de vernuftige inzet van alles behalve nieuwe technieken, zoals je handen gebruiken in het donker of je oren als ogen.

Toch komt geen van deze  voorstellingen zo hard aan als de bureaucratische fictie van Janez Janša. In 2007 veranderden drie kunstenaars in Ljubljana hun naam naar die van de conservatieve premier van Slovenië, Janez Janša. Geïnspireerd door diens verkiezingsleus: met hoe meer we zijn, des te sneller bereiken we ons doel, spelen zij sindsien een spookachtig spel met identiteit en politieke propaganda. Het burgerschap van de kunstenaars is een conceptueel project geworden, waarbij niet alleen staatsdocumenten kunst worden, maar ook de wonderbaarlijke creativiteit van de bureaucratie duidelijk wordt.

Janša, die als leider van de tweede partij van Slovenië opnieuw in de running is voor de parlementsverkiezingen aanstaande juni, heeft tot nu toe weinig gereageerd op de door de Janša’s uitgegeven biografie of de meer recente verkiezingsposter, die de kunstenaars lieten drukken voor hun deelname aan de huidige verkiezingen, maar dan op de lijst van de linkse partij Levica.

Het project is uitgebreid gedocumenteerd en online te volgen. De lezing NAME-Readymade van Janez Janša in Utrecht bevatte relatief weinig nieuws, behalve dan dat Janša bang was dat die andere Janša weleens opnieuw de verkiezingen zou kunnen winnen. Toch past de lezing heel goed in het programma van Spring 2018, door de manier waarop het de virtuele aspecten van ons staatsburgerschap aantoont. Kafka’s nachtmerrie komt angstaanjagend dichtbij in de manier waarop de papieren werkelijkheid het in de projecten van Janez, Janez en Janez vaak wint van werkelijke relaties. Realiteit en fictie blijken soms eenvoudigweg inwisselbaar en de buraucratie blijkt steevast haar eigen werkelijkheid te creëren.

Wanneer na afloop van de lezing iemand vraagt naar het effect van de bedreigingen die Janša, Janša en Janša ontvangen via sociale media, antwoordt Janša dat die wat hem betreft horen bij de mores van het internet. Kennelijk gaat hij er vanuit dat de online gebruikers de verschillende werkelijkheden uiteindelijk uit elkaar weten te houden. Via een naamswisseling jezelf onder te dompelen in de werkelijkheid van de Sloveense bureaucratie en je een rol aan te meten in de Sloveense politiek blijkt zo een spannende game, die qua simulatie en virtuele genoegens de test met de andere voorstellingen op Spring gemakkelijk doorstaat.