Ger Thijs heeft al veel toneelbewerkingen van Nederlandse literaire klassiekers op zijn naam staan, zoals Eline Vere, Bint en Max Havelaar. Nu laat hij in Frederik van Eedens Van de koele meren des doods (1900) zien hoe beklemmend het aristocratische milieu kan zijn voor een jong meisje op zoek naar haar eigen identiteit. (meer…)
Een bont gezelschap brengt door de uitbarsting van een IJslandse vulkaan noodgedwongen een nacht door op een vliegveld. Een goudmijn voor een toneelschrijver, want natuurlijk lopen de spanningen dan hoog op, terwijl alles ook nog eens op één plek plaatsvindt. Helaas boort Ger Thijs in Nachtvlucht niet naar goud, maar veegt achteloos wat scènes die hij toch nog in een la had liggen bijeen, losjes geïnspireerd door Hello Goodbye. Het resulteert in een opeenstapeling van clichés, belegen grappen en dramatische wendingen die je al van mijlenver ziet aankomen.
We ontmoeten een kinderloze vrouw – ‘maar dat lag niet aan mij’ – op weg naar een beroemde Zweedse zanger, die echter gewoon uit Nederland komt en die ze nog kent uit haar schooltijd. Het is niet moeilijk om hierin het levensverhaal van Cornelis Vreeswijk te herkennen. Ze blijkt ook nog eens door pleegouders opgevoed na een fataal auto-ongeluk. We zien een piloot met vliegangst (of is het gewoon een schoonmaker die een uniform heeft gevonden?) en een drankprobleem. De geest van een dode jongen die heel erg goed was met getallen zwerft rond, terwijl zijn ouders op reis gaan om in de bergen zijn as te verstrooien. Het is overduidelijk dat zij alleen nog bij elkaar zijn uit zorgen voor hun kind.
Daarnaast een jonge vrouw die haar oudere getrouwde minnaar verlaat voor een nieuwe vlam. Ze is zwanger maar weet niet van wie. Verder een getrouwde man die flipte toen zijn vrouw een wenkbrauwpiercing plaatste (maar het zat al langer niet goed tussen die twee, uiteraard) en, om het helemaal af te maken, een clichématig getypeerd homostel met een lege maxi cosi dat hun adoptiebaby wil ophalen. Uiteraard krijgen alle stellen ruzie, maar alleen met elkaar, van interactie tussen de stellen is geen sprake, en aan het eind kan de geest van de dode jongen zelfs de simpelste rekensom niet oplossen. Wel gaat hij dan eindelijk de berg op, alleen, terwijl de andere passagiers hun vliegtuig kunnen boarden.
Behalve aan Hello Goodye doet Nachtvlucht meteen denken aan The Terminal van Steven Spielberg met in de hoofdrol Tom Hanks. Die film is gebaseerd op Merhan Nasseri, een vluchteling die acht jaar bivakkeerde op Charles de Gaulle, eveneens de inspiratie voor Flight van Jonathan Dove. Ook in die opera een aantal reizigers dat door een storm is genoodzaakt de nacht op een vliegveld door te brengen, ook daar allerhande relatieperikelen en ook daar een vluchtleidster die de reizigers informeert. Maar waar in Flight de vluchteling verhaallijnen met elkaar verbindt en het drama naar een hoge plan tilt, overstijgt Nachtvlucht nergens de schematische invuloefening waarbij het onvermogen echt met elkaar te communiceren eindeloos geïllustreerd wordt: ‘geen bereik’ en ‘ik ook van jou’.
Ger Thijs is een vakman, hij schrijft soepele dialogen en er zit onmiskenbaar vaart in de voorstelling, maar hoezeer Nanette Edens, Lowie van Oers, Marit Hooijschuur en Khaldoun Alexander Elmecky ook hun best doen, de twaalf bordkartonnen personages die zij spelen komen nergens tot leven. De plichtmatige regie van Albert Lubbers voegt evenmin iets toe. Het gevolg is dat het publiek, net als de gestrande reizigers, na een half uur al verlangt naar het moment dat het luchtruim door de omroepstem weer wordt vrijgegeven.
Foto: Claudia Kamergorodski