‘Kook’ van Rajko En Zijn Broer is gewoon een rommeltje. **
Sarah Ringoet heeft een solo gemaakt voor performer Barnaby Savage, My kingdom for a horse. De voorstelling staat deze zomer op De Parade en ging tijdens Julidans in première. Savage is overweldigend in de manier waarop hij een paard doet, maar de voorstelling ontbeert elke vorm van ontwikkeling. Het maakt My kingdom for a horse een nogal spanningsloze aangelegenheid.
Barnaby Savage staat er rustig bij wanneer het publiek de wit-blauwe pracht van de zaal van Podium Mozaiek binnenwandelt. De vissen van M.C. Escher tegen de pilaren, avondlicht dat van alle kanten binnenvalt, de zwarte gordijnen weggeborgen en het publiek rondom – een ideale manège of circuspiste.
De vermenselijking van het beest of de verdierlijking van de man wordt aanvankelijk in consequente stapjes opgebouwd. Gespannen, groot en stampend, snoevend en briesend draaft Savage rond. Onvermoeibare inzet, argwaan en overgave maken hem tot een heus circuspaard, dat kennelijk ook zonder berijder kunstjes wil vertonen. Tegelijkertijd lijkt het paard te willen uitbreken, wat alsmaar niet lukt. De aandacht van het publiek lijkt hem gevangen te houden, als een dier dat gebiologeerd is door de koplampen van een naderende auto.
De overgave en het ingenieuze spel met de vermenselijking van het paard – kennelijk heeft de dressuur iedere schuwheid uit dit beest verdreven – vermengen zich met een masochistisch spel van uitdaging en onderdanigheid. Angry horse wisselt af met submissive horse. De nadrukkelijke uitwisseling met het publiek, het gutsende zweet en het afgetrainde lijf met het spijkerbroekje op half zeven doen iedere werkelijke verhouding tot het dier vergeten. My kingdom for a horse gaat niet om een overtuigende transformatie, maar om de travestie van man in paard.
De aanhoudende achterwaardse trappen in wonderlijke handstands, de steeds terugkerende wisselingen tussen stap, draf en galop, met holle rug en het hoofd ver achterover, houden eigenlijk vooral de man gevangen in zijn verlangen een paard te doen. Het publiek mag zich vergapen aan de fysieke transformatie, maar van enige ontwikkeling vanuit deze uitgangspositie is geen sprake.
De titel van de voorstelling is een overbekend citaat uit Shakespeares Richard III: wanneer alles verloren is, toch je huid nog proberen te redden met een flinke portie bluf. Savage gaat inderdaad ver in zijn overgave als paard en het masochisme dat hij met Ringoet celebreert. Maar welk kingdom nu precies aan duigen ligt onder het geworstel en getrappel wordt geen moment duidelijk. De masochistische erotiek wordt daardoor een exotische vertoning en de overschrijding relatief ongevaarlijk. Eerder dan een overtuigende voorstelling, is My kingdom for a horse zo vooral een studie van een bepaalde staat, een illustratie van een idee.
Foto: Sarah Ringoet