Het is dit jaar twintig jaar geleden dat de voorstelling My Dinner with André kon rekenen op de eerste genadeloze recensies en staande ovaties. De Vlaamse toneelspelers Damiaan De Schrijver (tg STAN) en Peter Van den Eede (De Koe) bewerkten het gelijknamige filmscenario van André Gregory en Wallace Shawn tot een drieënhalf uur durende zit – niet alleen voor het publiek, zelf komen ze ook nauwelijks van hun stoelen.

André (Van den Eede) is een van de radar verdwenen regisseur, Wally (De Schrijver) een toneelschrijver die aan de grond zit. Het zijn oude bekenden en Wally liep aanvankelijk (zo horen we op voice-over) al niet warm voor het etentje waarvoor zijn oude vriend hem uitnodigde. Die weerzin – die alvast geldt als waarschuwing voor het publiek, dat zich daar vrolijk aan verlekkert – blijkt geenszins onterecht.

André laat er inderdaad geen gras over groeien en getroost zich nauwelijks de moeite van de plichtplegingen die gebruikelijk zijn als twee mensen elkaar lang niet gezien hebben. Nee, hij is nog niet aangeschoven of hij begint te vertellen. Over bizarre improvisatie-experimenten in de bossen, over Poolse theatervernieuwers waarmee hij nauw bevriend is, over hoe alles voorbestemd is en hoe je het leven moet doorgronden. Ondertussen krijgen ze een viergangendiner geserveerd dat op het achtertoneel wordt bereid.

Al snel wordt de conversatie even onderbroken om de situatie uit te leggen. De Schrijver stelt hen beiden voor en legt kort de ontstaansgeschiedenis van de voorstelling uit  en wie van welk toneelcollectief komt. Ze hoeven niet uit hun rol te stappen om commentaar te geven op zichzelf of de gespeelde situatie, want er wordt gedurende de avond geen moment ontkend wat de situatie is: twee toneelspelers zitten voor een publiek en spelen een dialoog. Dat geeft de hele dialoog een intrigerende, absurde dubbeling.

Als De Schrijver en Van den Eede bij aanvang bijvoorbeeld aan tafel gaan zitten, vinden ze eerst hun microfoon op hun bord, die ze met veel omhaal aan hun kleren bevestigen. De Schrijver zoekt gedurende de voorstelling volop bijval van het publiek, er wordt regelmatig gerefereerd aan het feit dat ze aan het toneelspelen zijn. Sterker nog: Van den Eede komt doodleuk binnengewandeld met het script onder zijn arm, dat gedurende de hele voorstelling op tafel blijft liggen.

Voor Wally blijkt de dialoog lange tijd vooral een proeve van geduld. Waar hij zich aanvankelijk redelijk gelaten tot stilte laat manen, probeert hij gaandeweg de conversatie een aantal keer tevergeefs naar een minder abstract niveau te verplaatsen. Hij houdt een vurig pleidooi voor elektrische dekens en de onzinnigheid van (tongbreker) toekomstvoorspellingsbriefjes in toekomstvoorspellingskoekjes.

Soms binden ze daadwerkelijk de strijd met elkaar aan – bijvoorbeeld wie de meeste familieleden heeft verloren of het langst al niet geslapen heeft. Maar André laat zich doorgaans niet aftroeven. Voor hem lijkt het voeren van een gesprek werkelijk niets meer of minder dan een slap excuus om uit te wijden over zijn vage experimenten en pseudo-levensveranderende ervaringen waaruit zijn leventje bestaat.

Oeverloze breedsprakigheid, pesterig om de zaken heen draaien, volhardend langs elkaar heen praten, elkaar schaamteloos overtroeven; uiteindelijk is dit gesprek gewoon verbale oorlogsvoering. Een veldslag met slagen die je kan winnen of verliezen, en dat binnen de context van ultieme beschaving: twee mensen die een uitgebreide maaltijd in een duur restaurant gebruiken.

De voorstelling heeft geen logische opbouw in spanning of anekdote, maar volgt de richtingloze dramaturgie van een viergangendiner. En dat betekent dat er drie uur en twintig minuten lang non-stop wordt geconverseerd, zonder dat er sprake is van een overkoepelende conclusie of naar een inzicht wordt toegewerkt, zonder dat er een focus wordt gevonden.

Het is ook niet afgelopen omdat het gesprek op wat voor manier is afgerond of omdat de personages ook maar een centimeter dichter tot elkaar zijn gekomen; de voorstelling is afgelopen om de banale reden dat de laatste gang is afgeruimd, de koffiekopjes leeg zijn en de taxi is gearriveerd.

My Dinner with André is, kortom, een grandioos gespeelde voorstelling over het leven, theater, vriendschap en alle trivialiteiten die toevallig of minder toevallig te berde worden gebracht. Twee mannen die hun buik rond eten en een gapende leegte tentoonspreiden. Een heerlijke toneelavond.

Foto: Tim Wouters