Moving Futures presenteert werk van nieuwe dwarse dansmakers. In dit vijfde jaar worden er in elf steden programma’s verzorgd, die per stad verschillen. In Den Haag was op de eerste dag werk te zien van Judith Clijsters, Lois Alexander en Rosenberg, Sacharias & Cavalazzi. De stukken verschillen sterk, maar hebben ook een rode draad: een kritische houding ten opzichte van het leven van nu en de behoefte uit opgelegde kaders te breken. Die zijn letterlijk als geometrische vormen op het podium te zien.

Vijf dansproductiehuizen bundelen hun activiteiten in het festival Moving Futures: Dansmakers Amsterdam, Dansateliers, DansBrabant, Random Collision en De Nieuwe Oost. Tijdens de kaalslag van Halbe Zijlstra moesten ze erg hun best doen om nog een podium te vinden voor de voorstellingen van ‘risicovol werk’ – gemaakt door jonge choreografen die moeilijke voorstellingen en een pittige thematiek niet uit de weg gaan. Daarom werd het festival opgericht. Door de flexibele samenstelling van het programma biedt het ook ruimte aan kortere choreografieën, wat de mogelijkheden voor beginnende choreografen vergroot.

Judith Clijsters ziet mensen die roofbouw plegen op hun hoofd en het lichaam verwaarlozen. Dat verveelt zich te pletter. Die ‘overbevraagdheid van ons denken’ wordt krampachtig gecompenseerd door een uurtje sportschool. Het eerste deel van Bored To Death (gedanst door Clijsters zelf) is een mechanische workout – handen op de heupen, ellebogen naar voor en naar achter. In de kring waarin het publiek zit kijkt ze vreugdeloos over de hoofden van de mensen heen.

Maar het kan anders, laat ze in deel twee zien. De muziek wordt fluisteriger, het licht vervaagt tot een warme schemering en de bewegingen worden zachter, ronder en vrijer. Dan zoekt de danseres opnieuw contact met mensen. Ze nodigt steeds meer publiek uit in de kring en laat zich op handen dragen. Een helder betoog van individualisme naar humanisme, en door de publieksparticipatie niet zonder risico.

De videokunst van Nicola Cavalazzi zorgt voor een prachtig ruimtelijk decor van Emotional Porn – Exhibition of the Self. Eerst brengt hij de handen, rug en gezicht van in performer/choreograaf Keren Rosenberg in beeld, dan voorziet Cavalazzi de theaterwanden in een immens ruitjespatroon. Rosenberg wordt er wel en geen deel van: ook op haar lichaam worden de ruitjes geprojecteerd, waardoor ze het platte grid een driedimensionale toets geeft. Als ze loskomt van de achterwand scheiden ruitjesmens en schaduw zich.

Na dat grafisch sterke deel gaat ze de dialoog aan met conceptueel kunstenaar/modeontwerper Tony Markus Sacharias. Dan verzandt het stuk wat in de druk van zelfexhibitionisme en de onzekerheid die daarmee gepaard gaat, die zo kenmerkend zijn voor onze tijd.

Fading Fire, het laatste stuk van het programma, is een solo van en door de Amerikaanse Lois Alexander. Ze begint opgevouwen liggend in het draadmodel van de piramide en gaat de ruimte in, waarin de robotachtige en repetitieve bewegingen en gespreide armen elkaar afwisselen. Volgens de toelichting is het thema vuur en gaat het stuk over de complexe relatie tussen mens en natuur. Alexander is een intrigerende performer, lijkt zwaar emotioneel betrokken in haar dans, maar ze brengt onvoldoende over aan haar publiek waar die emotie precies vandaan komt.

Het lijkt hét thema van nu: we zijn gevangen in de groepsdwang van formele, maatschappelijke en sociologische kaders en zoeken de weg terug naar de complete, authentieke en emotionele mensen die we ook zijn. Uitzoeken hoe je dat in dans zo kunt uitdrukken dat je de impact veroorzaakt waar je op uit bent, is een complexe opgave. Daarom is het goed dat Moving Futures er is.

Foto: Emotional Porn – Exhibition of the Self