Voor de nieuwe voorstelling van Dood Paard gingen de makers bij hun moeders te rade. Hun interpretaties van Homerus’ Ilias leiden tot een verpletterend mooie voorstelling over oorlog, patriarchale onderdrukking en de manier waarop we verhalen vertellen. (meer…)
Danseres Sherise Strang beweegt over het toneel, verwikkeld in een innerlijke strijd. Haar zwarte moeder zingt haar in een ballade toe dat ze haar eigen stem moet vinden en voor zichzelf op moet komen. De buitenwereld doet haar ironisch na.
Deze scène komt uit Mother’s White, een coproductie van danstheater AYA en muziektheatergezelschap Silbersee. In Theater de Krakeling staat het gehele podium vol microfoons. De spelers stellen zichzelf voor; Sherise Strang vertolkt de dochter van een lesbisch stel. Zangeres Maya Alban Zapata speelt de zwarte moeder, danseres Lenna Schouten de witte moeder. En ook de buitenwereld krijgt een stem, vertolkt door muzikaal talent Akim Moiseenkov.
Het is geen sterke start van de voorstelling. Het spel komt erg geforceerd over, en het duurt even voordat er een natuurlijk ritme in de voorstelling ontstaat. Maar waar het spel te wensen overlaat, maken de muzikaliteit en dans veel goed. De danssolo’s en duetten zijn zacht, speels, onderzoekend. Vooral Strang heeft een fijne flow en haar vloeiende bewegingen, in een choreografie van Ryan Djojokarso, zijn een genot om naar te kijken. Ze beweegt laag bij de grond, maakt met haar vinger lijnen in de lucht en over haar lichaam. De dans wordt versterkt door het gesproken woord op de achtergrond. ‘Ik voel me raar. Ik voel me leeg. Ik voel dat ik iemand ben.’
In Mother’s White zien we een tiener die zoekt naar haar identiteit en zich afzet tegen haar ouders. Haar zoektocht heeft de extra dimensie dat zij de dochter is van een witte moeder en zelf een zwarte huidskleur heeft. Moiseenkov als de buitenwereld speelt de onwetendheid en de oordelende witte medemens. Omdat het er zo dik bovenop wordt gelegd, doet zijn karakter soms ironisch aan. Al zijn veel pijnlijke dingen die hij zegt zeker niet helemaal onvoorstelbaar. Ze zouden zo door een buurman kunnen worden uitgesproken. ‘Wat heb je mooie haren, zijn ze echt?’, ‘Smeer je je wel in met zonnebrand?’, ‘Waar kom je eigenlijk vandaan?’
Het jonge publiek, waar danstheater AYA zich op richt, kan zich wellicht herkennen in de boze tienerdochter die zich onbegrepen voelt. Maar ook de kant van de moeder wordt goed belicht. Uit de teksten en bewegingen van de moeders spreken de twijfels van het ouderschap. Door de huidskleurkwestie spelen deze twijfels niet alleen op persoonlijk, maar ook op maatschappelijk niveau. Hoe is het om op te groeien als zwarte vrouw in een voornamelijk witte samenleving? Dit blijkt ook uit de discussies tussen de twee moeders. ‘Daar schiet je weer in de slachtofferrol’, ‘You don’t onderstand our struggles. You are so white!’
Het actuele onderwerp maakt het publiek bewust van witte privileges en de extra moeilijkheden die een zwarte opgroeiende vrouw in onze maatschappij kan doormaken. We classificeren mensen als helemaal anders of hetzelfde als wijzelf, een tussenweg of mix bestaat niet. Jammer aan het libretto is de herhaling van de teksten. Al is het terugkerende wiegenliedje dat de moeder haar dochter op momenten van discriminatie en stress lieflijk toezingt heel erg mooi.
De muziek en zang zijn over de hele lijn pakkend. Een spel met de echo’s van de microfoons is verrassend en ondersteunt de dansers in hun verbeelding van het verhaal. Zapata heeft een warme stem, vol overgave zingt zij haar dochter toe. Op de momenten dat de zangers en dansers zich op hun eigen disciplines focussen, spat het verhaal van het podium.
Foto: Bowie Verschuuren