‘Ook gij, Brutus!’ Ehh nee, het is in dit geval niét Brutus die zijn dolk in het lichaam van Julius Caesar plant; hij durft op het laatste moment niet. In deze kolderieke mash-up van Romeinse tragedie, Griekse mythes en actualiteitensatire, neemt De Spelersfederatie wel vaker een loopje met de verwachtingen van het publiek. (meer…)
Het bloedigste aller toneelstukken, dat is Shakespeares Macbeth (ca. 1607). Dit seizoen vertolkte Fedja van Huêt in de regie van Johan Simons bij Toneelgroep Amsterdam een extreem bloedspattende uitvoering.
Regisseur Thomas Bijsterbosch van objecttheater Feikes Huis zegt niet in dat ‘kunstbloed’ te geloven. Want het is toch niet echt. Daarin heeft hij gelijk. Hoewel ‘echt’ op het toneel geen werkelijk argument is, heeft Bijsterbosch een verrassende vorm bedacht om een appèl te doen aan de verbeeldingskracht van de toeschouwer. Hij zet allerlei soorten groente in als onvermoede, theatrale attributen. Paksoi, uien, lenteuitjes, wortels, radijs, rettich en tomaat verbeelden in de strijd met elkaar bloedige slagvelden. Voorwaarde is wel dat er messen aan te pas komen, zonder mes geen gesneden groente.
De voorstelling speelt zich af in de keuken van chefkok Niels Kuiters. Swingend geeft hij uitleg over messen en het aanzetten van messen met aanzetstaal, over het bereiden van bouillon en in een moeite door verhaalt hij over het bloeddorstige koppel Lord Macbeth en de Lady die koning Duncan in hun kasteel doden. Met messen en dolken, hoe kan het anders.
Kuiters heeft een enerverende, uitnodigende speelstijl die een geweldige beheersing van het vak verraadt. Met souplesse verweeft hij de beide werelden met elkaar, die van de keuken en die van Macbeth. Op de speelvloer overheersen een glimmend-stalen werkblad en een inductieplaat. In een kooi is het misdadige echtpaar Macbeth opgesloten. Marjolein Roeleveld en Bas van Rijnsoever zetten groente in om het diner uit te beelden, waarbij Duncan aanwezig was. Totdat hij ten prooi valt aan hun brandende ambitie zélf koning en koningin te worden. De wakers van Duncan zijn twee uien en ook zij moeten dood. Ze zouden Lord en Lady eens kunnen verraden, dus hup, het scherpgeslepen mes in de uien tot er van deze groente niets anders overblijft dan de kleinste snippers.
Het fantastische van deze vorm is dat het werkt. Leg radijsjes in slagorde en ze vormen een leger. Transformeer een paksoi tot een Lady met kind, en onder haar rokken als paksoiblad komt een klein witlofje als kind te voorschijn. Doe tomaten in de blender, en er ontstaat een bloederige drankje, de cocktaildrank Bloody Mary is gereed.
Feitelijk hoort Feikes Huis tot de discipline van het poppentheater. Groenten zijn geen poppen, maar Moord & doodslag gehoorzaamt aan dezelfde methode van bezieling: speel alsof de wortels huurlingen zijn, en ze zíjn het. De vondst van citroenen als demonen, is treffend. Het sijpelende zuur van citroenen past prachtig bij de nachtmerries die Lady Macbeth na de moord krijgt.
Actrice Marjolein Roeleveld verbeeldt met fluisterende stem ook schitterend de heksen die Macbeth de belofte doen dat hij ooit koning zal worden. Hij gelooft erin, totdat de moord zijn eigen demonen aanwakkert. Het citroenzuur bijt zich een weg door zijn hersens en zijn hart. Hij ziet waanbeelden. Door hem geslachtofferde veldheren spoken om hem heen.
In de regie krijgt dit een beeld als een zak met rijst die langzaam leeg stroomt. Bezieling, daar gaat het om in deze geanimeerde voorstelling. En dan komen we tot de kern van theater die Feikes Huis prachtig weet te treffen: als een acteur zegt dat een prei een dramatisch personage is, dan klopt dat. Het verrassende is dat de toeschouwer tot zijn eigen verbazing gelooft in dit spel met groente en messen.
(foto: Wim Selles)