Universiteit Hasselt (Belgisch-Limburg) bestond in 2023-’24 vijftig jaar. Ze vroeg Het nieuwstedelijk, het stadsgezelschap van Hasselt, Genk en Leuven, een theaterstuk te maken over vijftig jaar Limburgse geschiedenis. Het gezelschap liet zich inspireren door de film La meglio gioventù (2006) van Marco Tullio Giordana, waarin een familie een halve eeuw Italiaanse geschiedenis beleeft. Mooie jaren geeft in een krachtige enscenering een beeld van individuele mensen die in de Limburgse regio geschiedenis maakten en meemaakten.

We gaan terugblikken. Op een kaal podium komen druppelsgewijs mensen op. Centraal staat een oudere man die zich verrast voelt door het volk dat hem omringt, mensen die blijkbaar voor hem gekomen zijn. Hij is nu, in 2024, al een paar jaar dood, en de mensen op toneel zijn familie, vrienden en collega’s. Zij zullen samen met hem hun geschiedenis vertellen en herbeleven. Achteraan staan tegen de kale schouwburgwand kapstokrekken vol kleren. In de vijftig jaar die passeren, volgen en illustreren de personages de modetrends. Pruiken vervolledigen het beeld.

Het begon allemaal in 1966, als in de steenkoolmijnen in Zwartberg en Waterschei (bij Genk) de ‘kompels’ in staking gaan tegen de dreigende sluitingen. In tegenstelling tot in Nederlands-Limburg zorgen de mijnsluitingen in België voor opstand. Er gaat een golf van revolutionair geweld door de regio. Er vallen doden. Woede en machteloosheid zetten mensen ook aan om anders te gaan denken over hun eigen positie, een andere toekomst en hun persoonlijke ontwikkeling. Vrouwen willen zich emanciperen, arbeiders willen gehoord worden, de politiek moet anders.

De ‘grote’ geschiedenis en het ‘kleine’ relaas van ‘de gewone man en vrouw’ brengt het nieuwstedelijk samen. De tekst werd na veel researchwerk door een team, geschreven door Stijn Devillé en dramaturg Els Theunis. Devillé en Christophe Aussems regisseren een groep van tien spelers en twee muzikanten. Ze ensceneren een tweeënhalf durend stuk dat swingt, boeit, ontroert, helder inzicht biedt, met humor en gevoel.

Tom Van Bauwel, Alejandra Theus, Kris Cuppens, Matthias Van de brul, Chloë Onyinye Behiels, Simone Milsdochter, Prince K. Appiah, Rashif El Kaoui, Michaël Pas en Sara Vertongen: alle tien swingen ze in hun rol. Ze switchen overtuigend van het ene personage naar het andere. Ze blinken uit in individueel spel en schitteren in scènes met de hele groep samen.

Wereldgebeurtenissen hebben natuurlijk ook invloed op het leven in de provincie. Sommige van die wereldfeiten worden nagespeeld, veel andere momenten worden vermeld. Ikzelf herinner mij nog de autoloze zondagen van 1973 en daarna. We vonden het toen eigenlijk best leuk dat we op autowegen konden rolschaatsen. Dat was de oliecrisis. En die was weer een gevolg van de Yom Kippoer-oorlog. En dat was weer een indirect gevolg – en dat lag niet vast in mijn (onze?) herinnering – van de onderhandelingen in het Oostenrijkse Schönau.

Palestijnse vrijheidsstrijders (die werden toen nog zo genoemd) gijzelden Russisch-Joodse emigranten. De Oostenrijkse premier Bruno Kreisky wilde een bloedbad zoals een paar jaar eerder in het Olympische dorp van München, vermijden. Hij sloot een akkoord met de gijzelaars, tot woede van de kettingrokende Israëlische premier Golda Meir. Die gebeurtenis wordt verteld en gespeeld, met de nodige pruiken en karikaturale zegging.

De vele wereldtoestanden van de laatste twintig jaar passeren swingend de revue. Soms wordt slechts één naam (bijvorbeeld Dutroux), één feit (bijvoorbeeld de witte mars in Brussel) of één trend (bijvoorbeeld de selfies) genoemd. Een korte stilte laten ze dan tot ons doordringen.

Tussendoor krijgen we scènes uit het leven van de personages (die op hun beurt weer samengesteld zijn uit het leven van meerdere personen die echt bestaan hebben). Zo is er Bobbie, de cafébaas die het tot burgemeester van Hasselt en tot minister zal brengen. Hij is geïnspireerd op de cafébaas/politicus Steve Stevaert, die in Nederland vooral nog bekend zal zijn door zijn gratis-bussen-beleid.

Er is het personage van Julia Sporken, de Nederlandse geneeskundeprofessor die de eerste professor van de Hasseltse universiteit wordt. Ze is onder meer geïnspireerd op de persoon Julia Creemers en op moraaltheoloog Paul Sporken. Maar dat alles hoef je als toeschouwer niet te weten. De personages an sich zijn helder en overtuigen.

Er zijn de verhalen van de zoon van een ‘gastarbeider’ Yassine, de emancipatie van Daniëlle en Stella, de ontwikkeling van Lucky die na het gedwongen ontslag als kompel gaat studeren en arbeidsrechter wordt, en tegen het einde zijn familie, vrienden en ex-collega’s zal ontmoeten.

Ondertussen hebben we ook de personages zien veranderen, qua uiterlijk, qua opvattingen, qua persoonlijkheid. Ze worden gestuwd door de livemuziek (van Bert Hornikx en Geert Waegeman) die het ritme van hun leven aangeeft, ze tot dansen aanzet en laat swingen in de verschillende stijlen en modes. De muziek dwingt hen ook tot rust en reflectie. Het geeft hen de kans emoties te uiten. Conflicten, verlies, corruptie, politiek gekonkel, scheidingen, ruzies, #MeToo-verhalen, ziektes en aftakeling, maar ook liefde, vriendschap, gedeeld verdriet, solidariteit, engagement, sociale, morele, persoonlijke overwinningen en verbeteringen maken de afgelopen vijftig jaar in deze mooi geënsceneerde voorstelling tot ‘mooie jaren’.

Foto’s: Boumediene Belbachir