‘Sorrysorrysorry!’ Zich weldadig verontschuldigend klopt Spitsmuis bij Eekhoorn aan. Die ligt uitgeteld en verfomfaaid tussen de resten van wat een gezellig feest moest zijn geweest. Spitsmuis was er niet, en komt daar nu zijn excuses voor aanbieden. (meer…)
Wannes staat verscholen achter hoge planten. Bang en schuchter als hij is, verstopt hij zich voor het publiek. ‘Jij eerst’, gebaart ‘ie naar Lonne. Hij stimuleert haar een dansje te maken. Als zij opgaat, hoeft hij niet, is hij veilig. Lonne neemt haar dansschoentjes mee, maar zet geen stap. Even later keert ze pochend terug en vertelt vol overdrijving dat haar optreden grandioos was, dat het publiek haar glansrol prachtig vond.
Wat doe je als je een angsthaas bent en dat kost wat kost wilt verbergen? Dan ga je bluffen en opscheppen, leid je anderen om de tuin met mooipraterij en raak je verstrikt in smoesjes. Die menselijke eigenschap vergroot Theater Oortwolk uit in Mooi voor schut, een grappige en innemende jeugdvoorstelling over twee kwetsbare bangeriken. De voorstelling gaat ook over hoop: want als je gelooft in jezelf, als je over angsten heenstapt, dan is the sky the limit.
Acteurs Lonne Gosling en Wannes Zeegers spelen de vrienden Lonne en Wannes. Die willen niet voor elkaar onder doen, maar angst houdt hen in de greep. ‘Ik ben nergens goed in’, zegt Wannes en daar wordt hij door Lonne in bevestigd. Als de twee in de rol van stoere cowboys kruipen, zijn ze even onverstoorbaar en vergeten ze dat ze diep van binnen bange wezels zijn. Cowboy Lonne aait een krokodil, cowboy Wannes bijt uitdagend op een tak en ze spreken met een knauwend Amerikaans accent. ‘Wij zijn nergens bang voor. Never. Ever!’ Wie maakt deze twee wat? Nou de buitenwereld, maak ze wat. Als Lonne en Wannes weer zichzelf zijn, keert de angst als een boemerang terug.
Wannes krijgt van Lonne de opdracht om voor te lezen en ze geeft hem een boek. Hij wringt zich in allerlei bochten om er onderuit te komen. Dan blijkt waarom er een ventilator op de vloer staat en een leeslamp. De airco zorgt voor een stevige wind als Wannes zegt dat ‘ie het warm heeft. Als hij sputtert dat het donker is, gaat de lamp aan. Een droge keel? Daar is de fles water voor. Hij blijft drinken, ook al is de fles al lang leeg. Alles om tijd te rekken. En hij schatert. Het verhaal in het boek is zo grappig, verzint hij, dat hij het niet kan voorlezen, want hij barst voortdurend in lachen uit. Lonne haalt nieuwe, saaie boeken uit een groene koffer, net zolang tot de vloer met boeken bezaaid is, maar voorlezen, ho maar.
Lonne is dol op vlinders, ze weet er veel van, zegt ze. Ze maakte er een spreekbeurt over. De citroenvlinder, de zebravlinder, Lonne kent ze door en door. Maar als Wannes vraagt hoe oud een vlinder wordt en wat een vlinder eet, blijkbaar erg lastige vragen, heeft Lonne heel veel woorden nodig om te verbergen dat ze de antwoorden niet weet. ‘Hoe oud? ‘Bedoel je hoeveel dagen? Hoeveel weken? Hoelang het duurt voordat een vlinder doodgaat…’
Er gebeurt veel in de korte voorstelling van iets meer dan een half uur. Sketches en wendingen volgen elkaar snel, bijna achteloos op. Het geheim van Wannes, want hij heeft een geheim, zet de voorstelling op zijn kop. Hij kan vliegen en dat laat ‘ie nog zien ook. Onverschrokken, al heeft ‘ie een zetje nodig. Geloof in jezelf, dan kun je bergen verzetten, de moraal ligt er dik bovenop in dit hilarische stuk. In een epiloog gaan de acteurs ook met de kinderen in de zaal in gesprek. Hebben die gezien welke smoesjes Wannes gebruikte om maar niet te hoeven lezen? Dat hebben ze gezien, vingers gaan de lucht in.
De fantasie om te vliegen, het houden van een spreekbeurt, voorlezen aan de ander, het zijn thema’s die dicht bij de belevingswereld van de kinderen in de zaal liggen. Ook de personages zijn herkenbaar, al blijven ze tamelijk eendimensionaal. Vaak speelt de voorstelling met overdrijving, wat mooie beelden oplevert. Zo waaien Lonne en Wannes over de vloer als de ventilator aangaat. In een betoverende scène houdt Lonne een opengevouwen boek in de lucht en laat de roman als een fladderende vlinder door de ruimte bewegen. De prachtige scène is helaas snel weer verdwenen. Het is een cadeautje dat zorgvuldiger mag worden uitgepakt. Dat geldt ook voor de danspasjes die Lonne uiteindelijk laat zien, ze stapt terloops van het ene op het andere boek. Waarom niet meer rust en tijd voor verdieping? Mooi voor schut, de tweede voorstelling van het jonge Eindhovense gezelschap Oortwolk, is al lang geen rups meer, maar ook nog geen volgroeide vlinder.
Foto: Jesse Hanssen