‘Een pakketje zonder rode sticker is geen pakketje, maar gewoon een doos’, zegt Sjon op een toon die geen tegenspraak duldt. Maar wat als die rode sticker nergens is te vinden op de grote gele kist die ze toch echt hier moesten afleveren? Het is het uitgangspunt van het dolkomische Pakketje met dat iedereen vanaf vier jaar aan het denken en lachen krijgt. (meer…)
In Hengelo staat het Oyfo Techniekmuseum. Van stoommachines tot robots zie je daar de ontwikkeling van de apparaten die we nu gebruiken. Ook die van de smartphone, die ooit begon als analoge telefoon waarvoor mensen in een centrale de ene telefoon met de andere verbonden, door de juiste stekker in het juiste stopcontact te steken. In opdracht van het museum maakte Theater Sonnevanck een voorstelling voor iedereen vanaf zes jaar die zich in zo’n centrale afspeelt. Nu gaat Monofoon op theatertournee door heel Nederland.
In zo’n ouderwetse telefooncentrale met ontelbaar veel telefoondraden en stopcontacten werkt een man. Heel precies is hij. Hij schrijft heel secuur de telefoonnummers over in een logboek, hij houdt zijn potloden mooi scherp geslepen, hij drukt precies op tijd op de knoppen om de telefoons te laten rinkelen en als hij even vrij heeft, poetst hij heel aandachtig zijn grote glanzende trofee op. Alles gaat altijd vlekkeloos, precies zoals hij het graag heeft.
Laurens van Lottum speelt de man, Arend heet hij, met mooi afgemeten fysiek en mimiek. Heel keurig houdt hij zijn vingers in zijn oren om de gesprekken niet af te luisteren. Maar wanneer er een niet-bestaand telefoonnummer wordt gedraaid, reageert hij explosief. Dit was niet voorzien! En de dag liep net zo fijn op rolletjes! Paniekerig duikelt hij het juiste bandje op uit een eindeloos diepe la en speelt de boodschap af dat dit nummer niet in gebruik is. Pfiieww, dat liep goed af.
De wereld van Arend wankelt verder wanneer hij per ongeluk een keer ‘Ik ook!’ roept in een telefoongesprek tussen twee mensen. Het wordt helemaal erg wanneer iemand hem zelf begint op te bellen. Iemand die hem ziet, en weet dat hij daarnet heel boos is geweest. Dat hij de fout maakte om zich in een gesprek te mengen en zijn knie heeft gestoten. Dat het niet makkelijk voor hem is om met zulke fouten om te gaan. Wie is dat toch, die stem aan de andere kant van de lijn? Via een mooi wonderlijke ingreep met het decor krijgt Arend het vermogen om naar zichzelf te kijken van een afstand, en te reflecteren op zijn eigen onvermogen.
Theatermaker Simon Boer bedacht de voorstelling, schreef de tekst en muziek en ontwierp en bouwde het ingenieuze decor en de digitale video- en lichttechnologie. Monofoon speelt zich af in een wereld die niet meer bestaat, van houten archieflades, zwart bakelieten telefoonhoorns en handgeschreven logboeken. Het is heel erg leuk om te beseffen dat er een complete digitale wereld achter de schijnbaar analoge centrale schuilgaat, en na afloop van de voorstelling in Theater Zuidplein nemen van Lottum en Boer uitgebreid de tijd om al die vondsten aan hun jonge publiek te laten zien en uit te leggen.
Dit interactieve nagesprek is zeker van toegevoegde waarde in de context buiten het techniekmuseum, waar het jonge publiek de historische context van de telefonie niet gepresenteerd krijgt. Maar wel donders goed snapt dat Arend nog moet leren dat fouten maken menselijk is en dat hij niet zo onvergeeflijk moet zijn naar zichzelf.
Foto: Simon Boer
Ik heb deze voorstelling onlangs gezien en heb van begin tot einde met open mond zitten kijken. Ik lees veel goede dingen terug in de scherpe analyse van Wendy – waarvoor lof – maar vanuit mijn eigen verwondering voel ik toch de noodzaak een reactie onder deze recensie toe te voegen. De ingenieuze techniek achter de voorstelling verdient wat mij betreft namelijk wat extra aandacht.
‘Monofoon’ is, met zijn vele licht-, geluid-, muziek- en video-overgangen, een waar technisch hoogstandje. Ik was dan ook verbaasd toen ik hoorde dat er helemaal geen enkele technicus bij de voorstelling betrokken is. De acteur bedient, voor zover ik dat begrijp, alle techniek achter de voorstelling zelf. Dit doet hij via triggers die verstopt zitten in het decor. Wanneer hij bijvoorbeeld zijn bakelieten telefoonhoorn op de haak gooit, of telefoonlijn A stopcontact B steekt, wordt automatisch de volgende cue in gang gezet, waarna een overgang in licht of geluid volgt. Het prachtige decor dient tegelijkertijd dus als één grote, voorgeprogrammeerde licht- en geluidstafel.
Wat mij daaraan nog het meest fascineerde, is dat deze verborgen triggers allemaal naadloos verweven zijn met de handelingen van de acteur. Deze hoeft zijn spel nooit te onderbreken of de scène te verlaten om de cues als het ware “door te tikken”. Hierdoor kan de acteur de voorstelling op zijn eigen flow en tempo blijven spelen en zal de techniek daaromheen altijd op zijn muzikaliteit meebewegen. Door het samenvallen van al deze disciplines had ik soms het gevoel dat ik naar een live-versie van een gestileerde en zeer scherp gemonteerde animatiefilm zat te kijken. Ik vond dit een erg verassende en inspirerende vorm van theatermaken, die ik op deze manier nog nergens eerder heb gezien.
Los van het feit dat de voorstelling inderdaad de techniek achter een ouderwetse telefooncentrale vormgeeft, viel de techniek achter de voorstelling zelf dus ook prachtig samen met het Techniekmuseum waarin hij geprogrammeerd stond. Wat mij betreft verdient deze vernieuwende voorstelling het echter ook om op zoveel mogelijk andere plekken door het hele land te spelen!
Dank, Verwonderd acteur, voor je mooie aanvulling!
Als vrijwilliger bij Oyfo heb ik vorig jaar een van de eerste voorstellingen gezien en ook ik die zijn hele leven in de techniek heeft gezeten heb de hele voorstelling ademloos gevolgd
Hulde voor de acteur en iedereen die bij dit project betrokken is geweest
Johan vrijwilliger bij Oyfo