In I’ve never done this before amuseren Giuseppe Chico & Barbara Matijević met de meest krankzinnige uitvindingen ***
De Toeschouwer wist dat het een zware wedstrijd zou worden. In interviews vooraf had Cláudia Dias (categorie superweltergewicht) al blijk gegeven grote woorden niet te schuwen. ‘Een directe vraag is een uppercut’. ‘Er is niets meer politiek dan het lichaam’. Het publiek was gewaarschuwd. Deze verbale bokswedstrijd over twaalf ronden zou het uiterste van hem gaan vergen.
De wedstrijd wordt gehouden in de Der Aa-kerk in het centrum van Groningen. Een prachtige locatie. In deze heilige omgeving zouden de klappen daverend resoneren wat het spectaculaire karakter nog extra zou versterken.
Voorafgaand aan de eerste ronde wordt de stemming erin gebracht door een snoeihard Portugees nummer waarvan vooral de diepe bassen indruk maken.
De eerste ronde is ontspannen. Dias spart een beetje met haar Spaanse coach Pablo Fidalgo, met wie ze in nauwe samenspraak haar strijdplan heeft ontwikkeld. Zwijgend staan ze tegenover elkaar. Een plaagstootje hier, een onschuldige slagenwisseling daar.
Ook over de tweede ronde hoeft De Toeschouwer zich nog niet echt zorgen te maken. De speaker noemt enkele bekende data (24 april 1974: begin van de Anjerrevolutie, 30 oktober van datzelfde jaar: Rumble in the Jungle) en er worden wat vragen gesteld over de tactiek van Muhammad Ali’s boksen. Bekend terrein. Toch bekruipt een angstig voorgevoel. De vraag ‘moeten wij gehavende intelligentie in de praktijk brengen?’ heeft hem even aan het wankelen gebracht.
Het zal een voorbode blijken van dat wat komen gaat. Vanaf de derde ronde schakelt Dias naar een hogere versnelling die ze de hele wedstrijd niet meer los zal laten. Een spervuur van verbale slagen daalt neer op De Toeschouwer. Hij heeft geen antwoord op de uppercut ‘is afstand een vorm van geweld?’ en zakt groggy ineen.
Maar het eind is nog niet in zicht. De gifbeker moet tot op de bodem leeg.
‘Denk je dat boksen een manier is om geschiedenis te vertellen?’, hoort hij nog net. Deze linkse directe is de honderdste vraag die gesteld wordt, schat De Toeschouwer in. Hij is de tel kwijt en antwoorden heeft hij al lang niet meer.
Ondertussen zijn de bokshandschoenen uitgegaan en is er overgegaan op kickboksen. Pats, een punch hier (‘denk je dat sommige banken gevaarlijker zijn dan legers?’), bam, een counter daar (iets over het scheppen van eenheid door woorden in ons lichaam – De Toeschouwer is de draad al behoorlijk kwijt).
Murw gebeukt, hangend in de touwen, wil hij nog maar één ding: weg uit deze ring. Hij wil zich geen klok kunnen voorstellen die nutteloze tijd weergeeft, hij wil überhaupt geen vragen meer. Hij is knock-out geslagen, Dias heeft gewonnen.
Foto: Jose Caldeira
Wat een rare recensie. Ik snap er he-le-maal niks van.
Precies wat ik dacht na het zien van de voorstelling.
Maar was dit een voorstelling of iets anders? En is die Toeschouwer een personage of wordt hier de toeschouwer in het algemeen mee bedoeld? (want ook ik snap er helemaal niks van).
Een recensie is bedoeld om mensen te informeren over de voorstelling en vakkundige kritiek te geven. Deze tekst is onbegrijpbaar. Vervelend dat je er niks van snapte maar jammer dat je het niet onder woorden kan brengen. Iets wat, als recensent, je vak is.
Ik vond het een fantastische voorstelling.
Claudia Dias gaat de komende zeven jaren met verschillende gesprekspartners de confrontatie aan; ‘sparren’ zou je wellicht kunnen zeggen. De weerslag van dit gesprek heeft ze in elk geval in de vorm van een bokswedstrijd willen vatten. We zien een bokswedstrijd naar de officiële regels waar een verbinding wordt gemaakt met de Rumble in the Jungle. Wat is de afstand tussen Kinshasa en Lissabon? Wat is de afstand tussen Lissabon en Berlijn? Is afstand een gewelddadig gegeven?
12 ronden lang wordt de uitputtingsslag bijgestaan door enkel vragen. Het publiek zit rondom de ring. Elke rond sluit af met een terugkerende zin, elke ronde wordt er een woord aan toegevoegd; Om beter na te denken moeten we leren betere vragen te stellen.
Inhoudelijk komen de klappen hard binnen; postkoloniale verhoudingen, kritiek op onverschillig burgerschap, het bankwezen, de negatie van het politieke… alles krijgt er van langs. wanneer de bokshandschoenen in ronde 11 uitgaan en harde schoppen afgewisseld worden met omhelzingen, vergezeld van vragen over liefde (kunnen we onze tegenstanders liefhebben? is de manier waarop we mensen om ons heen behandelen beïnvloed door onze politiek?) ben ik ontroerd. Dias lijkt een pleidooi te willen doen voor de strijd van woord en idee, ons bewust te willen maken van het verschil tussen een tegenstander en een vijand. Het contract tussen de grote, zwevende vragen en de concrete klappen en regels van het boksen zorgen dat je kijkt en luistert/leest op verschillende niveau’s; zo heeft de voorstelling impact op ons hoofd, ons hart en onze ‘guts’.
Laten we hopen dat publiek in de rest van het land deze vragende woordenstrijd ook nog mee mag maken (net als de prachtvoorstellingen van Sarah van Hee, Cristian Plana, Niwa Gekidan Penino en Teatro el Publico), en zich vooral niet laat afschrikken door recensenten met aannames over de ervaringen van De Toeschouwer.
Beste Jonathan,
Er is een verschil tussen intenties en hun effect. Als je schrijft dat er een contract is tussen de vragen en de klappen wil ik dat best geloven. Maar je conclusie deel ik niet. De, inderdaad, grote vragen zijn zo talrijk (230!) en veelal zo abstract dat de impact op het hoofd al gauw verdampt. Wat er dan rest is een ingestudeerde bokswedstrijd die in de verste verte niet de impact van Rumble in the Jungle kan benaderen. Ook niet als metafoor.
Voor de overige reageerders: excuses voor de experimentele vorm van de recensie.
Hallo Luuk,
dank voor je verheldering.
Ik zie dat ik een spelfoutje heb gemaakt, wat stom. ik bedoelde namelijk een contrast tussen de vragen en de klappen. Ik vond de bokswedstrijd eigenlijk helemaal niet ingestudeerd overkomen… af en toe leken ze er echt op los te meppen, waarbij ze elkaar toch ook ergens hebben moeten sparen. Wat zou er gebeuren als er echt iemand KO gaat? ook een boeiende vraag toch? hoe speel je een bokswedstrijd? is dat überhaupt mogelijk…
Ik ben het met je eens dat 230 vragen naar huis meenemen mij ook zeker niet gelukt is. Maar de thema’s, de doodsimpele ‘bevraging’ en het blijven leren betere vragen te stellen is mij erg bijgebleven.
Misschien komt het omdat deze kunstenaar zichzelf op radicale wijze als ‘politiek zijn’ ziet, wat ik erg fascinerend vind en soms een beetje mis bij Nederlandse makers.
Nogmaals dank voor je verheldering, ik kijk uit naar de overige recensies van Noorderzon van de voorstellingen die ik zelf helaas niet kan bijwonen.