Een zachte, wollige wereld is het, die van The Sheeptown Project. Fluisterende engelen in witte overalls ontvangen het publiek dat – schoenen uit, jas en tas opgeborgen – een plek mag zoeken op kussentjes op de grond. (meer…)
Het verhaal van de kleine Mona die wordt overladen met verantwoordelijkheid, zoals beschreven in de roman Kom hier dat ik u kus van Griet Op De Beeck, gaat door merg en been. De voorstelling van NTjong die hierop is gebaseerd, Mona in een regie van Alexandra Broeder, doet dat op momenten ook. Maar bij mij rijst de vraag wat daaraan ten grondslag ligt: de plot of de uitwerking.
Het beeld van Sacha Zwiers is prachtig: links vooraan een kastje met pick-up, tegen de achterwand een grote regenboog met daarop in grote oranje letters Mona’s hartverscheurende, verhaspelde voornemen: ‘Im will by happy evryday’. Rechts vooraan, ogenschijnlijk schuin verzonken in de blauwe vloer, de bovenkant van een auto. Mona’s moeder is verongelukt. Haar vader trouwt een nieuwe vrouw, maar de volwassenen laten het kind in de steek en zadelen haar op met het idee dat ze alles voor iedereen kan en moet oplossen.
Gaandeweg de voorstelling bekruipt mij het gevoel dat de makers om de jonge speelster heen (afwisselend Hannah Hentenaar en Ilja van Zanten) soms hetzelfde hebben gedaan. Ze laten het kind spreken in de taal van een volwassene, doorspekt met Vlaamse zinsvolgordes en zegswijzen die ze zelf niet zou gebruiken. Het wordt op een aantal momenten heel duidelijk dat ze niet weet wat ze zegt. En hoewel dat klopt met het verhaal, waarin Mona denkt op een volwassen niveau te moeten acteren, is het toch lastig om naar te kijken. Niet alleen omdat betekenissen verloren gaan in de monotonie van het gespeelde spreken, maar ook omdat het lijf op het toneel zich moet bedwingen om niet zichzelf te zijn. De benen wiebelen, de armen friemelen. Voortdurend. Ze mag rolschaatsen, maar dat moet behoedzaam vanwege de kabels en obstakels op de vloer. Symbolisch, ja. Maar toch ook naar om te zien.
Het grootste ongemak voor mij zit echter hierin: het is heel hard werken om zoveel verantwoordelijkheid voor een voorstelling te dragen. Ik heb het idee dat ik dat zie en dat geeft me pas echt een ongemakkelijk gevoel. Waar zit ik naar te kijken? Of de jonge actrice dat doorheeft is de vraag en dat lijkt me op een bepaalde manier oneerlijk. Ze weet niet wat voor effect haar spel heeft.
Het kan een keuze zijn om het gespeelde zo samen te laten vallen met het spel. Maar het beklemt me dat hier geen uitweg is. Deze Mona keert niet terug naar haar toehoorders als volwassene, zoals ze in de roman deed. Ze kan ook niet even uit haar rol stappen om wat lucht te creëren. Ze blijft met haar kinderlijke gereedschap werken aan een volwassen opdracht en de reflectieve laag van dat volwassen perspectief ontbreekt. En dat is voor mij spannender als idee dan in de uitwerking.
Foto Bowie Verschuuren