Het is nogal een overgang, van Korzo naar het Zuiderstrandtheater. Choreograaf Ryan Djojokarso vond dat het tijd werd voor een grotezaalvoorstelling en waagde de sprong. Op dat podium vertelt hij in Libi een liefdevol verhaal over de tijd waarin na de onafhankelijkheid in 1975 de grote groep Surinamers naar Nederland kwam. (meer…)
In de negen jaar van zijn bestaan is het Delft Fringe Festival gegroeid tot een belangrijke plek waar jong talent kan spelen – dit jaar in meer dan vierhonderd voorstellingen. Voor het eerst gaf het festival één jonge theatermaker de faciliteiten voor een eigen productie. De winnaar werd choreograaf Merel Franx, die – aanvankelijk bijna tegen haar zin in – ‘een inspirerende voorstelling over het thema De Gouden Eeuw’ mocht gaan maken.
Mag je de term Gouden Eeuw nog wel gebruiken? De tijd waarin Hollandse schilders de wereldtop bereikten, wetenschap en handel bloeiden en er relatieve tolerantie was op godsdienstig gebied, was ook de tijd van plunderingen, uitbuiting, moordpartijen en slavernij. Ondernemingszin is mooi, maar niet als die ten koste van mensen gaat. Een politicus die juicht over ‘die VOC-mentaliteit’, zoals minister-president Balkenende in 2006 nog deed, kun je je nu bijna niet meer voorstellen.
De beladen prijs van het Delft Fringe Festival was de ruimte om een nieuwe voorstelling te maken over dat onderwerp. ‘Niet weer een stuk over slavernij en racisme’, was de eerste gedachte van winnares Merel Franx, die in 2017 afstudeerde aan de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten. Toen ze zich meer ging verdiepen in het onderwerp, veranderde haar afkeer in woede over de eenzijdige belichting ervan. Het goud werd opgepoetst, de zwarte randen werden weggemoffeld. En dat werkt door in het nu. We zijn allemaal opgegroeid in een systeem, zegt Franx. Daar kunnen we niks aan doen, maar het besef van hoe dat gegroeid is moet heel snel heel veel beter.
Molten Gold (gesmolten goud) begon met uitgebreide gesprekken met haar gemengde cast. Franx wilde geen activistische, aanklagende voorstelling maken, maar heeft gekozen voor een abstracte verbeelding van de onderliggende mechanismen.
Aan het einde van de houten vloer van de Delftse Sigarenfabriek staan Jochem Eerdekens, Kevin Gumbs, Annemieke Mooij, Rosalina Renfurm, Rosalie Schilder en Sherise Strang op een rijtje. Zoals elke reis beginnen ze met een stap – een langzame, collectieve stap. Ze verplaatsen zich aanvankelijk in een gesloten formatie. Dan verspreiden zich door de ruimte doordat ze een voor een blijven staan. Gaandeweg komt er meer vrijheid in de voorstelling. De dansers swingen op de plaats, wat er comfortabel uitziet totdat ze een voor een verstijven. Het uitgangspunt is dat mensen via onbewustheid, verandering, confrontatie en weerstand uiteindelijk terechtkomen bij bewustwording.
Als ze zich eenmaal bevrijd hebben van het collectieve systeem stuiteren de dansers op de percussieve, repeterende muziek van Jeske de Blauw door de ruimte. Vaak met intense uitvallen naar links en rechts. Soms lijkt de voorstelling even op een dansfeestje. De onstuimige speeldrift van jonge honden wordt spannend als de dansers elkaar in groepen van drie over de lange diagonaal van de ruimte tegemoet rennen. Of subtiele afspraken of een sterk reactievermogen botsingen en blauwe plekken voorkomen zie je niet, maar op de een of andere manier loopt het steeds ongeveer goed af.
Na alle intense inspanningen eindigen ze in een hoopje op de vloer. De strakke serieusheid van het begin heeft plaatsgemaakt voor individuele vrijheid en gemeenschappelijk plezier. Die kant moet het op, dat is de boodschap van deze lekkere dansvoorstelling.
Foto: Sjoerd Derine