Ontroering met een klein randje existentialisme bij Vincent Brons’ Spaceships Know Which Way To Go ****
Haar vader is en Hagenees, haar moeder komt uit Zambia, maar heeft daar geen herinneringen aan. Naomi van der Linden heeft misschien heimwee naar een land waarmee haar moeder de banden al lang heeft doorgesneden. Is dat een identiteitscrisis waard?
Niets weet ze van Zambia. Ja, dat haar moeder daar geboren is, in het nonnenweeshuis van Chimembe. Eén keer hebben de adoptieouders van haar moeder, toegewijd en zorgvuldig als ze waren, het kind waarover ze zich ontfermd hebben mee teruggenomen naar haar geboorteland, maar dat werd geen succes. Moeder Van der Linden was en bleef Haagse en hoefde niks met de wortels die ze wel had, maar waar ze niets van wist.
Maar aan dochter Naomi knaagt het. Op de keurige Galvanischool wordt ze zich bewust van haar kleur. Zacht kanelig, voor de objectieve beschouwer, maar zij voelt dat ze bij de afwijkend getinten hoort. Door de blikken van buiten moet ze ineens bedenken wat de daarmee moet. En of ze daarmee iets moet. Maar de gedachte is al genoeg. Net als Schrödingers kat, die dood en niet dood is, leeft ze in twee tegengestelde parallelle toestanden: van willen weten en niet willen weten.
Daarom: naar Zambia. Ze beschrijft haar vlucht, de vochtige warmte, het busje naar de rivier, de boot de jungle in en ten slotte het weeshuis. Daar vindt ze een non die haar niet verstaat, maar toch in een soort kasboek de datum opzoekt die de verweesde kleindochter van Zambia noemt. Daar staat de handtekening van haar opa. Euforie.
Als het waar zou zijn. Want Naomi is inmiddels in een lose-lose–situation terechtgekomen. Ze wil niet onwetend blijven van haar (moeders) achtergrond, maar ze zit ook niet te wachten op een negatieve ervaring op dat gebied. Voorlopig is ze onvermijdelijk veroordeeld tot twijfel.
Van der Linden, geregisseerd door Esther Scheldwacht, verbeeldt haar tweesporenachtergrond met textiel: keurig afgepaste rechthoekjes met een Nederlands tegeltjesmotief en een lange meanderende lap Afrikaanse stof (ironisch genoeg gemaakt door de firma Vlisco, marktleider te Helmond). Ze legt er paadjes mee en kaders.
Moederland is een mooi klein verhaaltje over de dilemma’s die een multiculturele achtergrond met zich mee kunnen brengen. Bijna te subtiel voor De Parade.
Foto: Maurice Mikkers