Introdans opent het seizoen met Fall, een programma dat verwijst naar het najaar en naar de gelijknamige choreografie van Sidi Larbi Cherkaoui, waarmee de avond eindigt. Het is een samengesteld programma van drie stukken waarbij muziek, beweging en toneelbeeld elkaar continu volgen en versterken. Prachtig, maar het wordt pas spannend op de momenten dat het schuurt en blijkt dat het individu een bijzondere rol heeft in elk van de stukken. (meer…)
Het dansplezier straalt van zijn werk af, dat zal de reden zijn dat festival Tweetakt de Slowaakse choreograaf Anton Lachky met maar liefst twee voorstellingen programmeerde in het openingsweekend. In Mind a gap dansen vier zeer begaafde dansers op klassieke muziek, maar bepaald niet op traditionele wijze. Hun soepele bewegingen zijn om van te smullen.
Als danser van Akram Kahn en lid van het Slowaakse gezelschap Les Slovaks maakte Anton Lachky al furore, Mind a gap is zijn eerste eigen voorstelling. Lachky studeerde aan de P.A.R.T.S. in Brussel, waar hij ook woonachtig is. Hij choreografeerde al voor een aantal gezelschappen zoals het Helsinki City Theatre en de Iceland Dance Company. Op de openingsavond van Tweetakt toonde hij al een voorstelling met de studenten van de SEAD, een dansopleiding in Salzburg. Mind a gap, een coproductie met onder andere de KVS in Brussel en het gezelschap van Wim Vandekeybus, creëerde hij met een groep zeer virtuoze dansers.
Mind a gap is een buitengewoon fysieke voorstelling en het is vooral dankzij de bijzondere dans- en performerkwaliteiten van de dansers dat deze voorstelling vleugels krijgt. Ze rennen, sliden, rollen achterwaarts over hun schouders of springen op of over elkaars lichamen als soepele acrobaten. De IJslander Ásgeir Helgi Magnússon danst bij de Iceland Dance Company, Peter Jasko bij Les Slovaks en Sidi Larbi Cherkaoui, Milan Herich is eveneens lid van Les Slovaks en danst bij Ultima Vez. De enige dame in het gezelschap is Beatrice DeBrabander, wellicht de minst bekende danser van het stel.
De dansers zijn duidelijk allen goed getraind in de contactimprovisatie, want voortdurend leunen ze op elkaar of ondersteunen elkaars bewegingen. De reeks buitelingen die Magnússon maakt door met zijn hoofd in de menselijk korf (gap) te duiken, die Jasko maakt van beide armen, is fenomenaal en zo zijn er wel meer hoogstandjes. Speelse dansbewegingen halen de zware dramatiek van de gekozen klassieke nummers lichtjes onderuit. Niet dat die muziek genegeerd wordt in Mind a gap, maar het is vooral de virtuositeit van de muziek waar de dansers op regeren. Alles draait om timing, herhaling en hun onderlinge spel.
Veel hebben ze dan ook niet nodig. Met de zwevende lampjes op het toneel lichten ze elkaar uit. Kleding en schoenen gaan uit en weer aan en zijn aanleiding voor bewegingen en acts. Al werd Mind a gap niet specifiek voor kinderen gecreëerd, het handjevol kinderen dat aanwezig is in de grote zaal van de Stadsschouwburg Utrecht was helemaal mee. Helaas was de publiekstribune erg mager gevuld. Jammer, want des te harder moest er gewerkt worden op het toneel. De club van Lachky had meer publiek verdiend, dan was de energie beter overgekomen.