Hoe het doodnormale in een beschaafd land krankzinnig en absurd kan worden in een dictatuur: de joodse zakenman Silbermann is in de gewelddadige Kristallnacht in 1938 huis en haard kwijtgeraakt en zijn laatste geld wordt gestolen. Daarom doet hij aangifte bij de politie en wil dat er proces verbaal wordt opgemaakt over dit onrecht. (meer…)
Voorover gezakt zit hij op zijn stoel terwijl het laatste lege bierblikje op de grond klettert. Voor hem staat een grote stapel slordig opgestapelde dozen waarop in koeienletters ‘heilig’ is geschreven. Het tafereel oogt troosteloos. Hier zit iemand die harde klappen van het leven heeft gekregen, zoveel maakt dit beeld wel duidelijk.
Wat er precies gebeurd is, wordt daarna snel duidelijk. Hij is de vader van de 10-jarige Jamie en zijn iets oudere zus Jasmijn. Dat is niet de zus uit de titel van Mijn zus woont op de schoorsteenmantel. Die is omgekomen bij een terroristische aanslag, vijf jaar geleden. Die verschrikkelijke gebeurtenis heeft het gezin totaal ontwricht. De moeder is er met een ander vandoor gegaan en vader is met zijn twee overgebleven kinderen naar een klein plattelandsdorp verhuisd, ver weg van alle moslims. Want ‘alle moslims zijn terroristen’.
In die geïsoleerde omgeving proberen de drie zich staande te houden. Jamie vlucht in zijn Spiderman-fantasie en de liefde voor zijn kat Rogier, Jasmijn heeft als uitlaatklep haar muziek. En vader? Vader drinkt en wentelt zich in zelfbeklag, vooroordelen en rituelen. Zoals het jaarlijkse voornemen om de as van de omgekomen Roos uit te strooien en daar op het laatste moment van af te zien. Waarna de urn haar vaste plekje op de schoorsteenmantel weer kan innemen. Roos is door hem heilig verklaard, zie ook de dozen waarin hij al haar bezittingen bewaart.
De voorstelling is gebaseerd op de gelijknamige roman van de Engelse schrijfster Annabel Pitcher, vandaar dat de aanleiding voor de gebeurtenissen wat minder vergezocht is dan het lijkt, althans naar Nederlandse maatstaven. Het jaar waarin ze het boek schreef was vijf jaar na de bloedige aanslag op de Londense metro van 2005 waarbij tientallen doden en honderden gewonden vielen.
Niet dat die concrete aanleiding er erg veel toedoet, ongefundeerde moslimhaat tref je ook in Nederland volop aan.
Het verhaal gaat vooral over hoe jonge mensen omgaan met verlies (ook Jamies kat komt om het leven) en hoe ze zich in een vreemde omgeving moeten redden. En vooral ook hoe ze zich aan hun eigen haren uit het moeras weten te trekken. In een snel schakelen tussen de rollen van vertellers en meerdere personages weten de jonge acteurs Yari van der Linden als Jamie en Bente Fokkens als Jasmijn zich knap staande te houden naast veteraan René Groothof.
In een hoog tempo wisselen scènes en muzikale intermezzi elkaar af, zonder dat de strekking van het verhaal in gevaar komt. Dat is knap want er moeten heel wat verhaallijntjes bij elkaar gehouden worden. Zo wordt Jamie verliefd op het enige moslim meisje uit zijn klas en kruipt Jasmijn uit haar schulp door deel te nemen aan een talentenjacht.
Met name het toneeldebuut van de 18-jarige Fokkens in deze relevante jongerenvoorstelling is een verrassing. Dat ze kon zingen wisten we al van The Voice of Holland Kids en acteren deed ze al in verschillende speelfilms. Maar ook op de planken lijkt ze geen enkele vorm van podiumvrees te kennen. En wat een prachtige zangstem heeft ze ondertussen ontwikkeld.
Foto: Stephan van Hesteren