Hoewel ze weinig opvallen in de superdiverse stad, huist de grootste gemeenschap van Belgisch-Amerikanen in Detroit. In de multimediale documentairevoorstelling Land vertellen de Vlaamse makers van The Space Between het verhaal van deze ontheemde groep migranten. (meer…)
Jan Jaap van der Wal is verliefd geworden op een ander, maar nu is hij voor even weer terug bij zijn ex. Zo voelt het althans om na negen jaar weer in Nederland te spelen, vertelt de inmiddels in Antwerpen woonachtige cabaretier. In deze rendez-vous met zijn oude geliefde duidt hij als ‘erkend vreemdeling’ het verschil tussen Nederland en België.
Dat levert niet zozeer interessante en verrassende inzichten op, maar wel een hele reeks fijne, milde grappen en vermakelijke observaties. Van der Wal plaatst de Nederlandse directheid tegenover de Vlaamse bescheidenheid. Hard tegenover zacht. Niet alleen in karakter, maar zeker ook qua volume.
Gedurende de anderhalf uur durende voorstelling illustreert hij dit onderscheid op verschillende manieren. Een Vlaming die ‘extreem blij’ is, ziet er volgens Van der Wal ongeveer hetzelfde uit als ‘een Hollander die een pakketje voor de buren aanneemt’. In België kunnen ze iets laten passeren, Nederlanders moeten alles benoemen. Je hoeft niet jarenlang in beide landen te hebben gewoond om dat verschil op te merken.
Van der Wal omarmt en cultiveert het sociaal ongemak dat de Vlaming eigen is, en dat hij als geboren Fries maar al te goed herkent. De typerende combinatie van minderwaardigheidscomplex en trots, elkaar met rust laten en alle emoties categorisch opkroppen, zijn hem wat dat betreft niet nieuw: de zeedijk aan de Friese kust is volgens hem gebouwd van de galstenen van emotioneel geblokkeerde Friezen.
Kritisch is hij soms ook op zijn nieuwe liefde, waar afgelopen week voor het eerst een burgemeester van de radicaal-rechtse partij Vlaams Belang aantrad, in Ninove. Al is het in Nederland met Faber als asielminister bepaald niet beter gesteld. Het is om je kapot voor te schamen, zegt Van der Wal meermaals als het gaat over het asielbeleid in beide landen.
Zijn emigratie heeft hem ‘een rijker mens’ gemaakt, vertelt hij, en weer terug in het land dat hij negen jaar geleden achterliet, ontdekt hij dat we allemaal ‘migranten in de tijd’ zijn: het verleden is een ander land, een plek die je gedurende je leven voortdurend aan het achterlaten bent, op weg naar nieuwe oorden. Dat is in potentie een waardevolle gedachtengang, die in Mijn vlakke land nog wel meer uitwerking had verdiend.
Van der Wal heeft ook nog wat mooie, persoonlijke anekdotes over zijn eigen jeugd en zijn zoontje voorbereid, maar het mooist zijn de momenten waarop hij zich door het publiek dankbaar laat ontregelen. In zijn geïmproviseerde interactie zie je hoe vakkundig hij zijn zaal bespeelt. Hij kiest daarbij nooit voor een snelle, gemakkelijke grap, maar spant de toeschouwer in alle rust en met zichtbaar en zeer aanstekelijk plezier voor zijn komische karretje. Misschien dat hierin de snedige Hollander en de omfloerste Vlaming in optima forma samenkomen.
Het is alleszins te hopen dat Jan Jaap van der Wal zijn ex ook na Mijn vlakke land weer wat vaker zal opzoeken. Een omgangsregeling, driehoeksverhouding of andersoortige polygame relatie lijkt mij anno 2024 geen enkel probleem.
Foto’s: Annemieke van der Togt