Het Micro Festival is een van de weinige internationale poppentheaterfestivals die Nederland nog rijk is; het is bedroevend te constateren dat er vanuit de voorwaardenscheppende organisaties zo weinig stimulans uitgaat om deze sector waarlijk tot bloei te laten komen.Terwijl er een voortreffelijke kwaliteit aan poppentheater bestaat. Alleen al de lijst met namen van de makers die de tweejaarlijkse oeuvreprijs van de NVP-Unima mochten ontvangen, laat zien op welk internationaal niveau er poppen/beeldend theater bedreven wordt in Nederland. Het Micro Festival slaagt er steeds weer in een aantrekkelijk programma samen te stellen waar kwaliteit of eigenheid dan wel originaliteit van de voorstellingen en performances leidend zijn. Het genre als totaal verdient beslist meer structurele aandacht.

Het Micro Festival programmeert in de vorm van routes. Route nummer 1 wordt aangeduid als de route voor de hele familie en brengt de toeschouwer langs drie voorstellingen/performances op drie verschillende locaties in de Dordtse binnenstad. De reeks wordt afgesloten in een binnentuin met de gescheurde papieren creaties van Mr. Lo, oftewel Lorenzo Torres. Twee van de voorstellingen betreffen premières voor Nederland en werden vertoond in een ruimte bij iemand privé: Recital van het ensemble Marionati en Pulcinella kan niet slapen van Orsolja Gál.

Voor Recital staan in wat misschien wel een ruime logeerkamer is, lage kampeerstoeltjes opgesteld rondom een miniatuur vleugel met dito pianokruk. De pianist maakt zijn opwachting, groet zijn publiek en neemt, na enige vingeroefeningen, uiteindelijk plaats achter het klavier.

Het gaat hier dus om een marionet, maar die is dusdanig gedetailleerd gearticuleerd en wordt dusdanig uitgewerkt bespeeld (Holger Bentert) dat die volstrekt geloofwaardig de vleugel lijkt te bespelen (en de bespeler heeft er natuurlijk voor gezorgd dat de klank inderdaad vanaf de plek komt waar de vleugel bespeeld wordt).

Maar er is nog een verrassing: offstage zet een sopraan het bekende Spaanse lied ‘Granada’ in. Einat Ziv voegt zich bij de pianospeler en tezamen geven zij een recital met de populairste zangstukken uit het licht klassieke repertoire, van ‘O sole mio’ tot en met ‘O mio babbino caro’. De sopraan produceert een krachtig geluid, maar de meeste aandacht gaat toch uit naar de marionet en zijn onwaarschijnlijk natuurgetrouwe pianobegeleiding. De interacties tussen de twee performers en de marionet zijn helaas te schetsmatig uitgewerkt. Terwijl de ingrediënten rijkelijk aanwezig zijn, blijven er op dat niveau te veel mogelijkheden onbenut.

Foto: Holger Bentert

Uit Roemenië komt het onmiskenbare hoogtepunt van deze route: een trefzeker en briljant uitgevoerd Pulcinella-spel waar Orsolja Gál de eerste twintig minuten van vertoont. Pulcinella is bekend als een van de snaakse figuren uit de commedia dell’arte, gekenmerkt door zijn slimme acties en razendsnelle optreden. Traditiegetrouw speelt Gál in haar eentje in een opvouwbare poppenkast. Zij bedient niet alleen de verschillende (hand)poppen, ook produceert zij de middels een geheim apparaatje vervormde stem van Pulcinella, en verzorgt zij de muzikale begeleiding op de aan een beugel bevestigde mondharmonica.

Het gegeven is principieel enkelvoudig: Pulcinella legt een hoofdkussen neer en wil gaan slapen, maar een reeks incidenten verhindert dat. Dansjes, gevechten, achtervolgingen, vrijpartijen, verstoppertjes, het hele verrukkelijke repertoire komt al in deze twintig minuten voorbij, en de speler gunt haar publiek geen moment rust: je moet als toeschouwer meerennen met deze ontembare Pulcinella, maar hij zal je altijd vóór blijven.

Gáls speltechniek staat in een lange traditie waar in Italië nog immer beoefenaars van te vinden zijn en bij wie ze de principes zowel als de fijne kneepjes van het vak geleerd heeft. Ze laat de flair waarmee ze speelt, gepaard gaan met een perfecte beheersing en vlekkeloze timing, een wezenlijk onderdeel van het genre. Zij maakt enorme indruk door haar diepe inzicht in het wezen en het bereik van deze primaire vorm van poppenspel waarmee ze aantoont dat die na eeuwen praktijk nog niets van zijn aantrekkelijkheid verloren heeft.

Foto boven: Tiberiu Bucsa – Pulcinella kan niet slapen van Orsolja Gál