Stel dat een boer zijn koe melkt en een bus toeristen komt langs: de mensen noemen dat authentiek. Maar stel dat de boer door de plaatselijke VVV betaald wordt om Bella van stal te halen telkens als de toeristenbus aan komt rijden: is dat nog authentiek? (meer…)
Een Nederlandse boventiteling die uitvalt bij een Marokkaans gesproken blijspel is dodelijk voor wie geen Marokkaans verstaat. Maar gelukkig is daar Dounia Boutazout, de koningin van de non-verbale expressie. De in Marokko gevierde televisiester trekt ook hier volle zalen met publiek dat geen boventiteling nodig heeft.
De kleine ambtenaar Karim, gespeeld door Aziz Alhatab, krijgt zijn directeur te eten. Omdat hij promotie wil maken wil hij niets aan het toeval overlaten. Samen met zijn vrouw Mouna (Dounia Boutazout!) gaan ze alle bijzonderheden na. De buurvrouw gaat helpen met het eten. Mouna’s zus leent een bontsjaal uit. Haar zwager, die groenteman is, heeft nog een pak voor Karim (‘Dat pak stinkt nog naar groente!’). Erg leuk is de scène waarin Karim zijn Mouna instrueert hoe ze zijn directeur moet opwachten en met hem een geanimeerd gesprek moet voeren. Wanneer dat haar opeens veel te goed af lijkt te gaan, is Karim meteen jaloers. ‘Zoiets heb je bij mij in die zes jaar nooit gedaan!’
De humor zit in het potsierlijke streven van dit traditionele stel om een positie te verwerven in de grote wereld (‘Doe eens een keer modern!’). Karim, die het allemaal ook niet zo goed weet, probeert Mouna te instrueren. Het lukt haar soms zijn opgefokte gedoe genadeloos door te prikken. Een andere keer is ze nog ambitieuzer dan haar man. Maar het meeste vuurwerk komt toch door ‘the battle of the sexes’. Nu weet iedereen dat de uitgangspositie van de vrouw in Marokko iets verder terug ligt dan in Nederland. In het stuk, dat clichématig een ouderwets traditioneel echtpaar wil laten zien, ligt dat nog even verder terug. Zelfs nog iets verder terug dan bij Jan Klaassen en Katrijn. De humor, de kwinkslagen en de potsierlijkheid en vooral het spel van de acteurs zorgen voor de nodige relativering. En ook de open doekjes voor het tegenspel van Mouna uit de zaal, die voor een groot deel met Marokkaanse vrouwen was gevuld, maken duidelijk dat er al veel veranderd is. Al is het me tot op heden nog onduidelijk waarom de behulpzame buurvrouw aan haar been in het gips door Karim over het toneel moet worden gesleept.
Het haperen van de boventiteling in het Nederlands is een kleine ramp voor wie geen Marokkaans verstaat. Maar gelukkig zijn de situaties voor iedereen herkenbaar en is er Dounia Boutazout in haar rol van Mouna. Daar kun je met gemak twee uur lang naar blijven kijken zonder dat je een woord verstaat van wat ze zegt. Met haar gezicht, intonatie en haar houding weet ze duidelijk te maken door welke bochten en tussen welke tegenstrijdigheden een Marokkaanse vrouw zich moet wringen naar het moderne tijdsgewricht. Ook in de scène waarin ze een traditioneel gewaad draagt waarin alleen haar gezicht te zien is, en zelfs wanneer we alleen haar ogen zien, dan nog weet ze alle aandacht van een volle schouwburg te trekken. Haar tegenspeler Aziz Alhatab, ook geen kleine jongen in Marokko, moet wat dit betreft het onderspit delven.