In de grensstreek tussen Duitsland en Nederland opereert het reizende gezelschap King’s Men, met de stad Rheine in Noordrijn-Westfalen als uitvalsbasis. De groep die bestaat sinds 2016 speelt uitsluitend stukken van Shakespeare in sfeervolle tuinen bij buitenplaatsen en landgoederen. (meer…)
Shakespeare is van alle tijden, maar het zal geen toeval zijn dat in deze tijd van corruptie, ambitie en machtsstrijd zo vaak Macbeth wordt gespeeld, in alle mogelijke vormen en maten: als toneelstuk, als opera of in een andere bewerking. Het zal ook zeker niet toevallig zijn dat daarbij extra de nadruk valt op Lady Macbeth, als de sterkste van het ambitieuze koningskoppel. De vrouwen van Maatschappij Discordia noemen hun bewerking nu niet voor niets Mevrouw Macbeth.
Drie actrices spelen deze Mevrouw Macbeth: Annette Kouwenhoven, Miranda Prein en Maureen Teeuwen. Om te beginnen piekeren ze hardop en discussiëren ze met elkaar over de vraag waar de tomeloze ambitie van deze mevrouw Macbeth vandaan komt. En waarom heeft zij eigenlijk geen voornaam? Verschillende voornamen worden gesuggereerd: Elisabeth, Angela, Hillary of misschien toch gewoon Bep, zegt Maureen Teeuwen droogkomisch. Of Mary: midden in het stuk krijgen alle toeschouwers een glaasje bloody mary, het drankje dat is vernoemd naar die andere ambitieuze Schotse koningin, Maria Stuart.
Beloofd werd dat het stuk vanuit vrouwelijk perspectief zou worden bekeken, maar dat is enigszins verwarrend. De drie vrouwen spelen roulerend alle (voornamelijk mannen-)rollen. Maar Lady Macbeth krijgt nu in het verhaal toch nauwelijks meer aandacht dan al die mannen. De vraag naar het waarom van haar ambitie blijft onbeantwoord. Van de drie heksen krijgen we voornamelijk pesterige heksenliedjes te horen.
Intussen gaan we aan de hand van voornamelijk drie personen (Macbeth, zijn vrouw en zijn vriend Banquo) in grote lijnen en met uitlichting van kleine details het hele stuk door. We zien heel veel twijfels van alle personages. De mannen stormen niet zomaar ergens op af. Maar Macbeth moordt er niet minder om, nu hij door een vrouw wordt gespeeld. Banquo en de anderen zijn niet minder zijn slachtoffers. Mevrouw Macbeth zet haar man ook hier aan tot het moorden, maar wordt er uiteindelijk zelf gek van.
Mooi is dat het stuk bij het einde nog dubbel doorgaat. Met een bijzonder sterke brief, die mevrouw Macbeth vanuit de dood aan haar man schrijft en waarin zij er tegen protesteert dat zoveel vrouwelijke helden bij Shakespeare dood gaan aan het einde van zijn stukken. Als zij was blijven leven was de historie heel anders verlopen, zegt ze. En ze schetst een hoopvol perspectief van vrouwen die zullen gaan schrijven, zoals Virginia Woolf en Simone de Beauvoir.
En dan komt er toch nog even een man van achter de schermen het toneel op. Het is Jan Joris Lamers, die al eerder in een korte scène het droevige zoontje van Macduff heeft gespeeld. Nu leest hij als uitmijter een bijzonder mooie tekst voor van de Poolse dichteres Wislawa Szymborska, Theaterimpressies. Daarin heeft zij het over ‘het zesde bedrijf’. Dat laatste bedrijf van een stuk is voor haar het belangrijkste deel van de tragedie, omdat dan de wonderbaarlijke wederopstanding plaatsvindt van alle in het stuk gevallen doden, die nu elkaars handen hartelijk vasthouden, ook als ze eerder elkaars vijanden waren, en het publiek vrolijk en verwachtingsvol aankijken.
Het is, zoals altijd bij Discordia, een wat rommelige maar intelligente en interessante voorstelling geworden. Het is alweer de zevende en de meest verhalende in hun serie Weiblicher Akt. Feminisme met twijfels, dat is altijd heel mooi.
Foto: Bert Nienhuis