Meeslepende muziek van Philip Glass en lyrische dansers met een fenomenale techniek, die in wisselende formaties in witte balletkleding over het toneel rennen. De lange gespierde ledematen die door het camerawerk goed tot hun recht komen. Een arabesque met gespreide armen en snelle, krachtige draaien en sprongen. (meer…)
Ze heet Nina Zarechnaya en ze is een van de meest dramatische personages uit het toneelstuk De meeuw (1896) van Anton Tsjechov. In het Grachtenfestival brengen vier actrices van SamoDivas een hommage aan Nina. Onder de naam Metamorphosis of a Female Character laten ze zien hoe het Nina in het toneelstuk vergaat. Het begrip ‘samodiva’ staat voor een Slavische volksdans. Het gezelschap kent meerdere nationaliteiten, waaronder Pools en Bulgaars.
‘Ze groeit op aan een meer, ze is vrij en gelukkig, als een zeemeeuw. Dan komt er een man voorbij…’: deze ene regel is het beginpunt van de voorstelling en krijgt, als een motief in een muziekstuk, telkens een nieuwe klankkleur. De actrices zijn in het wit gekleed. Een van hen speelt schitterend piano, vandaar het optreden tijdens het Grachtenfestival, de andere trompet. De pianiste zet zelfs Nina Simone in met haar song ‘Ain’t Got No/I Got Life’ – en dat is weergaloos goed. Het is een lied dat helemaal past bij Nina.
In De meeuw wordt Nina verliefd op de opstandige Kostja, een jonge toneelschrijver die zich verzet tegen zijn moeder Arkadina, een gearriveerde maar ouderwetse actrice. De gevaarlijke man die langskomt is de ijdele schrijver Trigorin, die Nina verleidt en uiteindelijk gaat ze te gronde. Ze wil actrice worden, maar raakt steeds meer gedesillusioneerd; ze voelt zich als de neergeschoten meeuw. Deze symboliek draagt het originele toneelstuk en ook de voorstelling. De witte gewaden van de actrices hebben iets weg van meeuwenvleugels. Ze dansen in een fraaie, wervelende choreografie en klitten soms samen, alsof ze één personage zijn. In een van de hardste scènes onderwerpt een van hen de ander aan slagen en dwingt haar op de grond. Zelfs de dood laten de dames niet onaangeroerd: een van de vier Nina’s wikkelt zich in een wit laken.
Het is een mooie theatrale stijloefening om de lotgevallen van een personage uit te lichten en haar karakter door vier actrices te laten belichten. Dan zie je ook de complexiteit van een personage; er is de opstandige Nina, de melancholieke, de trieste en de vitale. Mooi is de scène met een lange schakelketting die een van de Nina’s op de snaren van de piano legt, waardoor die vervormt en klinkt als een prepared piano. Maar diezelfde ketting betekent ook onderworpenheid. Nina is een sterke vrouw in deze uitvoering, die welbewust kiest voor haar grote droom: actrice worden.
De voorstelling is vooral een theatrale zoektocht naar identiteit, vertolkt in een speelstijl die we nauwelijks kennen. Esoterisch soms, dan heel ingeleefd, plots is er humor en vooral weigeren deze Nina’s de vrouw als slachtofferrol uit te beelden. En er is veel muziek, behalve piano en trompet vooral ook zang in muziekstukken en liederen van Hildegard von Bingen, Clara Schumann en Bulgaarse folkloreliederen. De actrices zijn in Nederland gecoacht in theatrale muziek door Oorkaan en artistiek leider Caecilia Thunissen. Het is een prachtig geheel waarin muziek, theater en liedkunst een perfecte eenheid vormen, met spannende ontwikkelingslijnen. Vanaf nu kijk ik anders naar Nina uit Tsjechovs Meeuw.