Meeslepende muziek van Philip Glass en lyrische dansers met een fenomenale techniek, die in wisselende formaties in witte balletkleding over het toneel rennen. De lange gespierde ledematen die door het camerawerk goed tot hun recht komen. Een arabesque met gespreide armen en snelle, krachtige draaien en sprongen. (meer…)
’s Avonds om 12 uur komt een WhatsApp-bericht binnen: kun je nog ‘eventjes’ naar deze concepttekst kijken? Had eigenlijk al klaar moeten zijn. Intussen plaatst iemand een X-post waarop je eerste reactie is dat je echt moet reageren. De volgende ochtend om zeven uur is er al een e-mail uit een land met een tijdzone waar het al drie uur later is en die al beantwoord had moeten worden. Er moet steeds weer iets en je moet steeds van alles op de hoogte blijven, en dat vaak bij zaken waar je eigenlijk geen grip op hebt.
Franz Kafka wist ruim een eeuw geleden die gevoelens van vervreemding, identiteitsverlies en stress al volmaakt te verwoorden in een novelle. Die Verwandlung (De Gedaanteverwisseling), gaat over een man die permanent leeft onder druk van een geestdodende baan bij een veeleisende werkgever en van de familieverplichtingen als hij thuiskomt. Op een ochtend is hij veranderd in een ‘monsterlijk ongedierte’, een ‘ungeheueres Ungeziefer’, vaak afgebeeld als een reusachtige kever.
In deze operavariant van De Diamantfabriek, Productiehuis voor hedendaags muziektheater, en Maat Saxophone Quartet draaien componist en librettist Nuno Lobo en zijn broer ontwerper Pedro Lobo Kafka’s verhaallijn om: hun Metamorphosis begint in een maatschappij van insecten, de protagonist Gregor verandert in een mens.
‘Het internet, uitgerekend de plek waar we nu een identiteit moeten creëren, werkt net zo goed juist destabiliserend op het zelf’, is een uitspraak in een artikel van Amanda Hess over Kafka uit The New York Times dat de makers in hun programmatoelichting citeren. Met zijn veranderde zelf komt Gregor zijn kamer eerst niet meer uit. Als hij die toch verlaat, halveert de familie eerst de huur voor nieuwe bewoners van zijn kamer, als ze ontdekken dat er een monsterlijk wezen in de woning huist, en tenslotte sturen ze hem weg. Alleen met een personage dat bij Kafka niet voorkomt, Saskia, heeft hij nog contact. Maar dat is een vriendin die leeft in zijn verbeelding.
De uitermate virtuoze muziek van Nuno Lobo is behoorlijk complex, geregeld vol grillige harmonische en ritmische wendingen, die echter door het verhaal prachtig te volgen zijn. De enscenering draait rond een tekenfilm, die op een achterdoek wordt geprojecteerd. De stijl doet denken aan de vaak zwaarmoedige etsen en tekenfilms uit de tijd van het expressionisme, de vigerende kunststroming uit de tijd dat Kafka Die Verwandlung schreef. Tegelijk maakt de film gebruik van recente digitale technieken, waardoor onder meer het zwart en wit haarscherp worden geprojecteerd, wat de dreigende absurdistische sfeer optimaal versterkt. Kleuren buiten zwart en wit worden alleen gebruikt als we Gregors droomwereld te zien krijgen en voor het uitbeelden van imaginaire vriend Saskia, die als mens wordt verbeeld in een kleurige maar krabbelige kindertekening-stijl.
Er wordt niet gezongen of gesproken. De makers noemen het werk een ‘virtuele opera’. De teksten van de personages worden in tekstballonnetjes in de film getoond. De leden van het kwartet zijn egaal zwart gekleed, ze hebben alle vier donkere tot zwarte haren en zwarte brilmonturen. Soms steken alleen hun zilverkleurige instrumenten af tegen de achtergrond, soms scheren de musici vlak voor het publiek langs, waarbij je het geluid van de instrumenten soms bijna kunt voelen.
Baritonsaxofonist Mafalda Oliveira vertolkt al spelend de rol van Gregor én, in een hoog register door alleen het mondstuk van haar sax te bespelen, ook de imaginaire vriendin Saskia. Altsaxofoniste Catarina Gomes verbeeldt Gregors zuster, tenorsaxofonist Pedro Silva is de vader en sopraansaxofonist Daniel Ferreira speelt de moeder.
Naarmate Gregors transformatie vordert, wordt hij steeds onverstaanbaarder voor zijn omgeving, wat in de projectie wordt verbeeld door tekstballonnetjes met steeds onleesbaardere lettertekens.
Komische – tragikomische – momenten zijn er als Gregor, die in het oorspronkelijke verhaal elke dag moeite had om op tijd op te staan en de bus naar zijn werk te halen, in deze versie worstelt met openbaar vervoer dat in de gedaante van een rups of slak elke dag vertraging heeft. Als hij mens is geworden, laat hij tot verbijstering van zijn familie de ‘heerlijke’ vogellijkjes-empenadas met gekonfijte maden die zijn moeder liefdevol naar zijn kamer brengt staan en eet hij pas weer als zijn moeder KFC-kip met frites laat halen (ook gemaakt met dode vogels).
In de film zien we ook delen van het menselijk lichaam die in detail uitermate onsmakelijk overkomen waardoor je je welbeschouwd kunt voorstellen dat zijn omgeving van hem is gaan walgen: wimpers, huid met haren, een gebit in fotonegatief; alles dat normaal lijkt kan in een andere context als monsterlijk, ‘ungeheueres’, overkomen.
Ook al is Metamorphosis niet gemaakt als kindervoorstelling, toevallig zat achter mij een kind, en ik hoorde het slimme meisje haar moeder haarfijn uitleggen hoe het verhaal in elkaar steekt. Nogmaals, het is geen jeugdvoorstelling, maar ik denk dat de voorstelling ook voor jongeren een belevenis kan zijn, door de combinatie tekenfilm, de slimme muziek en het gebruik van een aanstekelijk instrument als de saxofoon, in deze vier gedaanten, en dan ook nog zo dichtbij.
Foto’s: Melle Meivogel