Wie het toneelbeeld van Sanne Danz ziet, weet in één oogopslag: deze voorstelling gaat over hoe de mens ten onder gaat aan zijn eigen decadentie. Feestelijk gedekte dinertafels vol etensresten, drijven nog eventjes op het door de stijgende zeespiegel opgekomen wateroppervlak, de kroonluchter is al neergestort. (meer…)
In de beeldende kunst is eeuwenlang geput uit de verhalentrommel van Ovidius’ Metamorfosen. Toneelgroep De Appel doet daar nog eens een grote schep bovenop. Het verhaaltjes vertellen wordt achterwege gelaten. Een prachtige reeks toneelbeelden komt bovendrijven.
Beelden van een grote volle maan, een grand café of een oud echtpaar met niets anders dan elkaar, en dan weer op de achtergrond een vage schim van de overleden Euridyce. Er is een perfecte geluidsband, muziek, liedjes zelfs. Het lied van de verliefde cycloop, een van de prachtige rollen van Iwan Walhain, een zangeres boven op een vleugel in een lange, wapperende witte jurk, muziek waarop gedanst wordt door de geliefden Piramus en Thisbe, voorlopers van Romeo en Julia. De beelden en verhalen glijden moeiteloos in elkaar over, geen seconde verslapt je aandacht. Een goede verstaander herkent de bekende verhalen van Ovidius, wie ze niet kent maakt er zelf een verhaal bij.
Een onvergetelijk beeld is dat van de ongelukkige Acteaon die door de godin Diana is veranderd in een hert. Acteur Hugo Maerten, met een metershoog gewei, wordt kwetsbaar uitgelicht tegen de achterwand, met een ronde volgspot. Hierna wordt hij belaagd door een troep wezens in smoking met hondenkoppen, die met de bloedrode wijn uit hun wijnglas zijn witte pak besmeuren. Het verhaal van zijn dood door zijn eigen jachthonden laat zich evengoed interpreteren als dat van een verliezer van de ratrace op kantoor, een loser in de society of de buitelaar van de apenrots.
Midden in de voorstelling is er de filosofische verantwoording, de duiding, de gedachtewisselingen van regisseur Aus Greidanus en bewerker Jules Terlingen bij deze Metamorfosen. Acteur Bob Schwarze zit als een stamtafelfilosoof aan een goed glas wijn en blaast rondjes van de sigarettenrook van zijn e-smoker. Het uitgangspunt, de denkbeelden van Pythagoras, vult hij aan met de wet van behoud van energie en ook die van behoud van massa. Alles verandert, maar blijft toch in wezen hetzelfde. Een metamorfose is soms niet veel meer dan een andere lichtval op of een andere interpretatie van iets. Zulke overwegingen dus. Amusant, speels, voor de vuist weg en weinig wereldschokkend, maar net zo knap in elkaar gebreid als de rest van de voorstelling. Er is nog een uitsmijter in de vorm van de relativiteitstheorie van Einstein voor beginners en we mogen ons weer genoegzaam aan de reeks voorbijtrekkende toneelbeelden laven.
Geen urenlange marathonvoorstelling dus deze keer bij Toneelgroep De Appel, hoewel de schatkamer met verhalen van Ovidius daar wel aanleiding voor kan zijn. In plaats daarvan is er veel, heel veel geknipt. Aan de opgave om de plot van de verhalen uit te leggen wordt geen gehoor gegeven. De makers hadden geen boodschap aan het geheel van vijftien boeken van de Metamorfosen. Details worden ondergeschikt aan het totaalbeeld. In plaats daarvan een keuze voor beeld en geluid, een spaarzame tekst in het Duits of Latijn, een enkele theatrale handeling, een rekwisiet. De uitgekiende dosering van beperkte middelen sorteert een weldadig effect: een gordijn, een klank, een kleur. Vaak is er niet meer nodig voor een totale metamorfose.
Foto: Leo van Velzen