Onverbiddelijk worden de stellen uit elkaar gehaald door de vriendelijke vrijwilligers van het Grachtenfestival en een voor een worden de bezoekers begeleid naar hun zitplaats, keurig op anderhalve meter van elkaar. Het is bijna een voorstelling op zich, een zorgvuldig gechoreografeerd ritueel, zeker omdat het zich in de gewijde omgeving van een kerk afspeelt. (meer…)
Hij heeft een dodelijk saaie baan en heeft de pest aan zijn baas. Zij zou weleens met een Nederlandse jongen uit willen gaan, zonder ’s avonds een Tikkie te krijgen. Zouden hun levens er beter uitzien in de metaverse, dat digitaal maakbare universum waar de echte en fictieve wereld samenkomen?
Boom Chicago zit er weer eens bovenop. Waar de kranten met de nodige argwaan over schrijven en veel toekomstgerichte mensen die al een virtual reality bril hebben aangeschaft (nu nog een onhandige grote duikbril, maar in de toekomst ongetwijfeld een design brilletje) zich likkebaardend in wentelen, is het onderwerp van een nieuwe energieke (en technisch iets te ambitieuze) show van het Amsterdams-Amerikaanse improv-gezelschap.
Is het een goede of een angstaanjagende ontwikkeling dat we elke situatie en persoon virtueel kunnen verplaatsen? Moeten we blij zijn met dit internet in 3D, van pagina’s naar plekken? De comedians hebben geen flauw idee, maar ze weten wel dat je net als in de gewone wereld in de meta-versie belazerd zal worden. En dan gaat het niet om naïeve criminelen die een cryptobank willen beroven, maar uitgekookte jongens en meisjes die de zwakke plekken van de gulzige medemens weten te vinden. Want…, You will be groped. Ze zullen je te grazen nemen.
Deze Boom-voorstelling voltrekt zich volgens het vertrouwde patroon: een deel van de avond is gescript, met dit keer een paar sterke liedjes, en de rest van de twee maal drie kwartier gaat op aan improvisaties, gebaseerd op suggesties uit het publiek. Het niveau wisselt enorm: een coole rechtenstudent uit Amsterdam-Zuid gaf aanzetten die de comedians uitstekend wisten uit te buiten, het liefdesverhaal van een terughoudend stel leidde tot heel weinig. De gespeelde meta-versie van hun huwelijk met door henzelf bestuurde avatars was, mede door het gestuntel met de techniek, op z’n zachtst gezegd saai.
Deze Boom-cast van vijf personen wordt vooral door Stacey Smith op sleeptouw genomen. Zij is in staat om een uitvaart tot een vrolijke bijeenkomst te maken. Vooral haar improv-wandeling door het publiek als stoere, vuilgebekte ‘Meta-beveiliger Stan The Man’ was meer dan grappig. ‘The Man’ was in zijn vorige baan als gids in het Anne Frank Huis niet te handhaven, omdat hij er een feestje van maakte, maar bleek de perfecte beveiliger. Smith is gevat en vilein naar de bezoekers, zonder ze helemaal af te branden.
In een aardige dialoog tussen een interviewster (Boom-nieuwkomer Katie Nixon) en Facebook/Meta-topman Mark Zuckerberg (Matt Castellvi), die inmiddels miljarden in het metaverse-project heeft gestoken, wordt ingegaan op de zwarte randen van de onderneming. Met Facebook worden karrenvrachten persoonlijke data binnengeharkt, met de meta-bril zal dat nog veel meer en dus veel kwalijker worden. Nee, Zuckerberg is er echt niet in eerste instantie op uit om de wereld beter en vreedzamer te maken. Maar de kritische noten in Into the metaverse zijn bescheiden.
Boom wil er toch vooral een lichte (en zoals gebruikelijk lawaaiige) avond van maken. Want als het op sfeer maken aankomt, is er nauwelijks een explosiever en opzwepender gezelschap te vinden. Op en top Amerikaans. Ook als het niveau matig is, krijgt het publiek het idee dat het comedians uit het topsegment voorgeschoteld krijgt. Dat is een talent, die niet velen gegeven is.
Foto: Nathalie Hennis, design Jordy Klaver
Grotendeels eens met deze recensie, maar vind het wel verbazingwekkend dat er geen woord gerept is over het lied ‘White People in the Metaverse’. Want niet alleen was het uitermate racistisch (het nummer ging over hoe blanken de bron zijn van al het kwaad op het internet, van dick pics tot racisme) maar het zorgde er vooral voor dat de sfeer in de gehele zaal in één keer omsloeg. Ik zag mensen elkaar aankijken van “waarom is dit nodig!?”, en het was dan ook tekenend dat het extreem flauwe geklap aan het eind van het nummer aanvoelde als pure beleefdheid naar de performers toe.
Het nummer had zichtbaar de show voor heel veel mensen verpest, en ik (een person of color, nota bene) kan hen geen ongelijk geven.