Lev woont in het koude Noorden, Mare op een warm zuidelijk eiland. Ze zijn beiden ongelukkig thuis en willen het liefst verdwijnen. Los van elkaar besluiten ze ieder een gat in de aarde te graven. In het midden ontmoeten ze elkaar, waarna ze samen verder reizen. Onder de grond is een vriendelijke voorstelling vol van dit soort heerlijke kinderlogica. (meer…)
We kijken eerst even naar het affiche van de jeugdtheatervoorstelling Merry Moustachio door gezelschap Wie Walvis. Daarop zien we, behalve drie Mexicaanse muzikanten en een oer-Hollandse boerderij, een boer en boerin afgebeeld. Ze ogen streng. Hij houdt een hooivork dreigend in zijn rechterhand. Dit beeld is ontleend aan een iconisch Amerikaans schilderij, American Gothic (1930), van kunstschilder Grant Wood. Dit werk is rijk aan symboliek en betekenis: het duidt op angst van de kolonisten in de Nieuwe Wereld, puriteinse zeden, onderdrukte sensualiteit. Het is wel opvallend dat Wie Walvis dit beeld als affiche gebruikt. Zullen veel toeschouwers dit herkennen?
De voorstelling Merry Moustachio is een uitgebreide reprise van de Parade-voorstelling Moustachio uit 2013, waarmee Wie Walvis het Gouden Ei won voor beste kindervoorstelling. Nu staat de productie in het Theater Oostblok achter het Tropenmuseum. Het is theater in zijn puurste vorm waarin fijn wordt gespeeld met illusie en verrassing. Alles is eenvoud in het decor: een houten achterwand met raam en deur, een tafel, een koffiezetapparaat.
Teun is verslaafd aan zijn krant en het melken van koeien; hij kan het loeien perfect imiteren. Tinie mag zijn huissloof spelen. Ze hunkert naar romantiek. Zonder zijn medeweten nodigt ze een Mexicaanse band uit bestaande uit drie mariachi-muzikanten. Met hun kleurrijke hoeden en echte Mexicaanse kostuums, bovendien flink besnord, geven ze een mooie Latijns-Amerikaanse kleur aan het boerendecor.
Het idee en de tekst zijn van Amarins Romkema en de regie is van Lise-lott Kok. Albert Klein Kranenburg en Suzanne Bakker, afgewisseld door Amarins Romkema, vertolken het echtpaar dat nieuwe passie probeert te ontdekken. De composities zijn van Carlos Zorita Diaz, Romkema en Alessandro Mezzogori.
De onderlinge wrevel en frustratie krijgen in het eerste deel mooi gestalte, zelfs kinderen van zes jaar zijn geboeid door het onderlinge geharrewar. Verliefdheid duurt niet voor altijd, dat spreekt uit het spel. De Teun van Klein Kranenburg zet zijn spel flink aan en Tinie weet met treffende details, zoals een boze blik of een beweging van de schouder, goed haar onvrede te vertolken.
Als de drie Mexicanen hun entree maken, ontstaat er een vrolijke verwarring in taal en spel. De boer ziet zijn vrouw veranderen. Ze kleedt zich opeens chique in een voyante blauwe jurk. Hij repliceert dan dat ‘het kerst is en geen carnaval’. Toch komt de boer er geleidelijk achter dat er meer aan de hand is in het leven dan norsheid en koeien melken, en raakt hij geleidelijk in de ban van de vurige romantische muziek en de extravagante muzikanten, hun zang en instrumenten. Toch blijft hij op bepaalde manier koppig en stijfhoofdig, zodat het tot op het laatste moment spannend blijft of de romantiek uiteindelijk zijn hart in vuur en vlam weet te zetten.
De voorstelling is een ideale kennismaking voor de jeugd met theater, en het is evenzeer ideaal voor volwassenen die weer eens een feestelijke voorstelling willen bijwonen. Als Tinie een serenade schrijft voor Teun vol liefde en passie (‘Er is een vrouw die op je wacht’) verbeeldt Teun zich dat een televisiepresentatrice hem probeert te verleiden, want ‘zij kijkt hem altijd aan’. Zijn on-romantische houding blijft overtuigend, zelfs als hij de tango leert dansen. Dat levert een geweldige botsing op tussen Zuid-Amerikaanse vurigheid en Hollands polderkarakter.
Foto: Nellie de Boer