Piet Menu wordt per 15 januari 2024 het nieuwe hoofd van de School of Arts Koninklijk Conservatorium Antwerpen. Hij volgt er Stefaan De Ruyck op die met pensioen gaat. Menu neemt na meer dan acht jaar afscheid van Het Zuidelijk Toneel als zakelijk en artistiek directeur. (meer…)
We zijn pas een paar minuten onderweg en dan weten we al dat de man die op een natuurcamping in Spanje een denkbeeldig gesprek met Robbie voert iets afschuwelijks op zijn kerfstok heeft. Hier staat een man met een gigantisch schuldgevoel. Dat geeft Menú del dia meteen iets onheilspellends, en het wordt het komende uur alleen maar beklemmender.
Veelschrijver Rob de Graaf (in het tekstboekje van Menú del dia staan al 50 titels vanaf 1978) zag bijna vier jaar geleden het filmpje van de arrestatie van Jos B. op een Spaanse camping. De Graaf wist meteen dat hij iets wilde doen met de man die eerder dit jaar in hoger beroep tot zestien jaar gevangenisstraf werd veroordeeld wegens de vrijheidsberoving, het plegen van ontucht en doodslag op het Limburgse jongetje Nicky Verstappen.
Menú del dia is zeker geen een-op-een reconstructie van deze verschrikkelijke kindermoord en De Graaf heeft ook absoluut niet de bedoeling gehad om begrip op te brengen voor B., maar hij heeft – en dat is misschien wel de essentie van kunst – het publiek wel een mentale elektroshock gegeven. Het getik van de specht op de achtergrond lijkt dat te benadrukken. De Paloni Zaal van Theater Bellevue in Amsterdam voelt tijdens deze lunchvoorstelling als een gevangeniscel, waaruit ontsnappen niet mogelijk is.
Jos B. is het uitgangspunt geweest, maar verder heeft De Graaf zijn fantasie erop losgelaten. En zo zitten we ruim een uur gebiologeerd te kijken naar een verhaal dat we eigenlijk helemaal niet willen horen. Want het is een gruwelijk verhaal, dat je bij de strot grijpt en dat angstaanjagend ingetogen en benauwend goed gespeeld wordt door Marien Jongewaard. In de eerste seconden sluit hij even zijn ogen, maar dan heeft hij het jochie weer helder voor de geest en kan zijn biecht zonder absolutie beginnen. Vooral de kleine zenuwachtige lachjes en het onzekere trekken van zijn gezichtsspieren laten ons een breekbare, gevoelige man zien, die in feite ook geen raad weet met zichzelf. Niemand wordt als monster geboren, maar als je geen controle over je gevoelens hebt, kan dat wel monsterlijke consequenties hebben.
De Graaf heeft de tekst uiterst zorgvuldig opgebouwd om er achter te komen hoe deze man tot zijn daad is gekomen, met enkele gevoelige flashbacks naar zijn jeugd. We krijgen een mooi beeld van de geestelijke worsteling van de man, die in zijn laatste uur van betrekkelijke vrijheid nog één keer zijn verhaal wil vertellen in de hoop dat hij daarmee de geschiedenis achter zich kan laten. Dat laatste zal hij natuurlijk nooit voor elkaar krijgen. Robbie, het jochie met wie hij meende een hechte band te hebben opgebouwd, zal altijd bij hem blijven.
Het is De Graaf en regisseur Roy Peters gelukt om niet in de valkuil van empathie voor een foute, maar natuurlijk ook zieke man te tuimelen. De walging, zeker als heel minutieus de dodelijke handeling wordt verteld, overheerst. De bittere nasmaak blijft nog heel lang na het slotapplaus hangen. En toch is het goed dat dit verhaal verteld wordt, want het kan geen kwaad om er met enige regelmaat aan herinnerd te worden, dat de mens een verzameling weeffouten is.
Foto: Sanne Peper