Stel dat de evolutie anders ging dan we dachten. Dat het niet geleidelijk ging, maar plotseling. Er ineens, kilometers diep in de oceaan, vissen zonder kieuwen geboren werden, die van niks wisten, alleen dat ze daar geen adem krijgen. Maar hoe weet je in welke richting je moet zwemmen om de oppervlakte te bereiken? (meer…)
‘Dat je voor het eerst ergens logeert…’ Met die woorden begint de eerste grotezaalproductie van het Zwolse The Young Ones. Het geeft niet alleen de sprong in het diepe van het gezelschap weer, maar ook de gevoelens van Marie Borchert (bijgenaamd Roosje) én vat meteen de kern van de voorstelling Menthol, over de eerste volbloedneger in Hengelo en zijn huwelijk met het mooiste meisje van de stad.
Meer dan veertig jaar na haar huwelijk slaapt de 81-jarige Roosje voor het eerst in woonzorgcentrum Backenhagen. Zij wordt geplaagd door geesten uit het verleden en wil naar het graf van haar al twintig jaar eerder overleden man: de in 1890 op het Caraïbische Saint Lucia geboren Joseph Sylvester. Tot grote ontsteltenis van de nachtzuster, die als running gag keer op keer roept: ‘Dit is mijn eerste dag, ik ben nog in opleiding!’ Net zoals voor haar alles nieuw en ongebruikelijk is, ontvouwt zich via flashbacks vervolgens het verhaal van een uitzonderlijke liefdesgeschiedenis in een tijd waarin alles nieuw was (‘alles kwam in beweging in de roaring twenties‘) tegen een geraffineerde achtergrond van jazzy klanken van Paul Maaswinkel en Laurens van Rooyen.
Als marktkoopman leerde Menthol Nederland op hardhandige wijze tandenpoetsen. Daarbij speelde hij in zijn theatrale verkoopperfomances geraffineerd in op de nietsontziende vooroordelen van zijn klanten. Hij dankt zijn bijnaam aan zijn zelfgemaakte Babajaba tandpasta die hij op alle markten van Nederland verkocht. Zijn huwelijk met Roosje haalde de voorpagina’s van de landelijke kranten en maakte veel reacties los – vooral ook negatieve. Vlak voor de Duitse inval in 1940 scheidden Joseph en Marie uit veiligheidsoverwegingen, maar ze werden wonder boven wonder na de bevrijding met elkaar herenigd.
Aan dit verhaal geven regisseur Jeroen Kriek en schrijver Paul Feld een slimme draai door nadrukkelijk de focus bij Roosje te plaatsen. Zo zien we niet alleen de racistische en seksistische reacties van haar familie en de inwoners van het fabrieksstadje Hengelo, maar ook haar eigen strijd om zelf haar leven invulling te geven. Door de gekozen vorm krijgt de voorstelling (hoewel aan de lange kant) bovendien snelheid en kunnen snel grote sprongen in de tijd worden gemaakt.
Tegelijkertijd schuwt Menthol moderne thema’s niet. De voorstelling toont hoe dagelijks en later geïnstitutionaliseerd racisme tot radicalisering kan leiden en niemand vrij is van vooroordelen. ‘Het verleden is hier’, zegt Marie niet voor niets als zij door geesten wordt bezocht en het is geen toeval dat zowel aan het begin als het eind van de voorstelling met fel tegenlicht een toneelspiegel wordt gesuggereerd.
Dat alles zonder ook maar een moment prekerig te worden. Wrange humor is constant aanwezig. Erg fraai is de scène vlak voor de pauze. Sylvester geeft in zijn Menthol-outfit vanaf een kansel van houten kistjes een Hitler-imitatie in de vorm van een bluessong. Tegen de inwoners van Hengelo sneert hij dat het natuurlijk ook sneu voor ze is dat een neger er met het mooiste meisje van de stad vandoor gaat.
Het verwarrende is dat de voorstelling publicitair optrekt met het gelijknamige boek van Frank Krake, waar het echter behalve de historische bronnen niets mee gemeen heeft. Waar het boek van Krake vooral een soepel geschreven mengsel van boeketromannetje en schelmenroman is, waarin nare zaken vooral niet te naar worden, graven Kriek en Feld dieper. Bij Krake komt Sylvester vrolijk en ongeschonden uit Kamp Schoorl, The Young Ones toont een verbitterd man die tot op het bot is gekrenkt en dan beseft dat dit nog maar het begin is. In tegenstelling tot de eendimensionale personages van Krake, brengt The Young Ones zo de historische personages echt tot leven en maken ze een ontwikkeling door, resulterend in een aangrijpend slot waarin Marie Sylvester redt in een symbolische lynchscène en met hem rust vindt in de dood. Naast Hamlet en Romeo & Juliet is ook Orpheus niet ver weg.
Zoals bij meer van Krieks voorstellingen zit daardoor ook Menthol propvol – sober is niet zijn stijl – en dat heeft ook enkele minder geslaagde scènes tot gevolg. Soberheid kenmerkt wel het decor, waarbij het een mooie vondst is om het beruchte bombardement van Hengelo te visualiseren door de kleding die Roosje als mannequin droeg uit de lucht te laten vallen. De zes professionele acteurs – met glansrollen voor Ruta van Hoof (Roosje) en rapper/acteur Akwasi (Menthol) – worden niet alleen bijgestaan door de uitstekend musicerende Sylvesters Jammin Jazzcats, maar zoals gebruikelijk bij The Young Ones ook door acht jonge acteurs die het argwanende volk overtuigend spelen.
Het eindresultaat is een voorstelling die een zeker zo groot publiek verdient als het feelgoodboek van Krake en het recent in de Tweede Kamer veelvuldig gebezigde predicaat regio ver overstijgt.
Foto: Ingvild Molenaar