This Is Not Going To End Well van Jantien Fick is een korte voorstelling die gedragen wordt door haar interessante fysieke spel en mimiek. De tekst intrigeert en maakt nieuwsgierig, maar de uitgangspunten – het willen verdwijnen – wordt niet genoeg uitgewerkt. (meer…)
Als een standbeeld staat hij daar. Die bijna naakte man met twee witte draagtassen in beide handen. Er zit Iets in. Dit is de dragende mens, ook wel de homo portantes genoemd door kostuumontwerper en theatermaker Lotte Boonstra. In een performance die het midden houdt tussen een expositie en een voorstelling, laat ze haar publiek kennismaken met deze mensensoort in al haar facetten. Voor de complete ervaring krijgen we er zelf ook een draagzak bij.
Boonstra is opgeleid als kostuumontwerper, en de bizarre aankleding van haar performers vormt de kracht van Mensen dragen dingen. Op de weidse NDSM-werf dragen haar performers de meest onwaarschijnlijke dingen. Uit een backpack rijst een gigantische gouden prop aan welvaart, die ook als een last op je schouders kan drukken. Daartegenover staat de vrouw die gebukt gaat onder zoveel bagage dat alleen haar benen er nog onderuit steken. De enorme jerrycan van anderhalve bij anderhalve meter die op een fiets wordt meegesleept roept een ambivalent beeld op van een te grote oliebron voor zo’n vervoersmiddel, waardoor het een last wordt. Een man rent met zijn voeten in twee shoppers over het terrein, voortgejaagd door de consumptiemaatschappij. En wat als mensen plotseling gedragen worden? Zijn zij dan dingen? Wat betekent dat voor de autonomie van de mens in kwestie?
Het zijn vervreemdende en fascinerende beelden. Wat draag je en waarom? Met welk doel draag je dingen? En wat als de last te zwaar is? In Boonstra’s beelden ligt een schat aan betekenis en nieuwe invalshoeken om te ontrafelen. Soms is het bijna zonde hoe snel haar menselijke sculpturen opkomen en weer verdwijnen, want dat bemoeilijkt het vinden van die schat.
Boonstra stuurt de blik van haar publiek door doorlopend nieuwe sculpturen te introduceren. Daarbij is het zoeken naar welke vragen ze wil oproepen. De kruising tussen een expositie en performance maakt dat je de diepte die een zorgvuldig opgezette expositie kan geven niet vindt door de vluchtigheid, maar ook de opbouw en rode lijn in een performance niet, doordat het veel weg heeft van een expositie.
Toch is het een boeiende vorm. De dragende mens wordt uit haar functionele rol gehaald en als subject van reflectie in de ruimte geplaatst. Het publiek maakt selfies met de beelden en imiteert ze door hun eigen draagzak ook eens op hun hoofd te leggen. In Boonstra’s associatieve spel komen haar kostuums tot hun recht, terwijl de diepere vragen die zij daarmee aanboort nog meer aan de oppervlakte mogen komen.