Tobias Kokkelmans wordt per 1 september de nieuwe directeur van Stichting de Theaterdagen, organisator van onder meer het Nederlands Theater Festival en het Amsterdam Fringe Festival. Hij volgt Jeffrey Meulman op, die in mei van dit jaar na zestien jaar de Stichting verruilde voor de Verkadefabriek in ‘s-Hertogenbosch. (meer…)
Meneer Tobias is een buitenissige, wat sullige man die met moeite in en uit zijn lange jas komt. Hij woont in een rommelig huis vol snuisterijen, klokken, stapels kranten en een foto van een voorbije liefde. In het midden staat een grote zwarte vleugel. Als de klok op een dag tien uur slaat gaat de bel. Meneer Tobias gaat kijken, maar dat had hij beter niet kunnen doen. Onbewust laat hij namelijk een monster zijn huis binnen.
Dat is de kapstok waaraan Oorkaan zijn nieuwste voorstelling Meneer Tobias en het zwarte monster heeft opgehangen. Meneer Tobias, dat is pianist Tobias Borsboom (1988), de jonge muzikant die vorig jaar de Dutch Classical Talent Award won. En het pianowerk in deze jeugdvoorstelling is dan ook voortreffelijk. Sowieso zit het muzikaal gezien behoorlijk sterk in elkaar; die eer gaat ook naar tegenspeler en slagwerker Vitaly Medvedev, die als het zwarte monster op een gegeven moment letterlijk in de vleugel duikt. Samen brengen ze werken van componisten als Dmitri Kabalevski, Frederic Chopin en Peter Vigh.
Maar zo veel er muzikaal te beleven is in deze voorstelling, zo wordt de plank op dramatisch gebied volledig misgeslagen. Zodra de deurbel is gegaan ontstaat er een soort koortsachtig spel tussen Borsboom en Medvedev. Metronomen beginnen te tikken, spullen verplaatsen, bladmuziek vliegt als een vogel door de ruimte. Dat spel tussen de twee personages kan in potentie spannend zijn, maar voltrekt zich hier uitsluitend op de paar vierkante meter van de speelvloer.
Dansende kapstokken, bladmuziek dat zich opricht als een cobra, de vleugel die als een groot monster zijn klep opent. Associatieve beelden volgen elkaar op, zonder dat zich hier een duidelijke lijn uit destilleert of dat het iets teweegbrengt bij het personage. Borsboom lijkt dit met zijn pianospel te willen beteugelen, maar ook dat is louter giswerk. Het is abstractie op abstractie. De makers lijken zich compleet te hebben verloren in hun eigen vondsten: zo erg zelfs dat ze op den duur het jonge publiek er helemaal niet meer bij betrekken. Dat is op hun beurt dan ook meteen afgeleid.
De regie van Dagmar Slagmolen schiet hier compleet zijn doel voorbij; Meneer Tobias en het zwarte monster is een zichzelf gekeerde voorstelling geworden, die geen aanspraak maakt op het jonge publiek. Het voornamelijk donkere toneelbeeld helpt daar ook niet aan mee. De onrust die het personage zijn huis binnenlaat verdwijnt uiteindelijk weer op een even willekeurige manier als dat het kwam.
Het siert een gezelschap als Oorkaan dat ze hun jonge publiek geen hapklare voorstellingen willen voorschotelen. Maar een 4+-publiek is in dusverre niet anders dan een volwassen publiek: dat wil niet ontkend worden. Een aantal (weliswaar goedbedoelde) blikken richting zaal van Borsboom verandert niet dat Meneer Tobias en het zwarte monster een vooral particuliere ervaring is voor de spelers op de vloer. De voorstelling had baat gehad bij meer concreetheid: om de magie van de muziek echt tot leven te laten komen.
Foto: Ronald Knapp