Dansers en de lockdown: choreograaf en artistiek leider Conny Janssen van Conny Janssen Danst wist al meteen in maart, bij de eerste coronamaatregelen: ‘Een danserslichaam is niet gemaakt voor thuisisolatie.’ Ze bedacht een ideale oplossing door dansers in de studio’s van het Rotterdamse gezelschap te laten oefenen, één voor één en ieder in een individueel afgebakende ruimte. Hierdoor bleven de dansers op veilige manier onderdeel uitmaken van een sociale en artistieke context. (meer…)
Een danseres loopt vanuit de groep naar voren, gooit een been recht omhoog in de lucht en blijft even staan terwijl ze het publiek op de tribune aankijkt. Ook andere dansers maken zich los en presenteren zichzelf aan het begin van de voorstelling Meer ruis. Die eerste stappen zijn misschien nog wat schuchter, maar eenmaal terug in groep geven de dansers met hun krachtige neerwaartse duwtjes van de schouders het stuk meteen pit.
In 2009 werkte choreografe Conny Janssen samen met dansstudenten van Codarts/Rotterdamse Dansacademie aan de voorstelling Ruis. De titel komt voort uit de ambitie om de dansers boven de ruis van alledag te laten uitstijgen. Nu is er Meer ruis. Conny Janssen blijft hierin dichtbij de belevingswereld van de jongeren. Zo nu en dan is er sprake van sterke groepssynergie in de synchroon gedanste stukken. Over en weer dagen de dansers elkaar uit. Een eenling laat zich van een andere kant zien.
Zo rent een jongen zonder zich werkelijk voort te bewegen. Op de achterwand trekken strepen voorbij als op een snelweg. De tekeningen hebben het karakter van een strip, ongekunstelde lijnen komen tevoorschijn en laten golven zien waarboven vogels vliegen. Soms ontstaat er slechts een doorgaande sliert rondjes of streepjes, wit, geel of juist zwart, waarmee de toon wordt gezet of het voorgaande gewist.
Aan de zijlijn staan zangeres Ai Ming Oei en toetsenist Frans Verburg van de Rotterdamse formatie Ming’s Pretty Heroes. Ming zingt persoonlijk getinte teksten. Zij klakt haar tong, tikt tegen de microfoon en laat de geluiden in een loop terugkomen. Meer ruis krijgt hierdoor een krachtige en essentiële pulse. Gaandeweg leunt de voorstelling steeds sterker op Mings fascinerende stem en muziek.
In Meer ruis vervat choreografe Conny Janssen haar soms stevige en overtuigende dans in heldere, maar weinig verrassende structuren. In de voorstelling wordt met losse associaties gespeeld die weinig diepgravend worden uitgewerkt, waardoor Meer ruis na een tijdje aan kracht verliest. Muziek en beeld vangen dit gedeeltelijk op. Meer ruis biedt uiteindelijk vooral een uitgelezen kans aan de elf dansstudenten die de voorstelling uitvoeren. Niet alleen werken ze met een ervaren maker en live uitgevoerde muziek, er wordt volop voor publiek gedanst en zo ervaring opgedaan tijdens de flinke tournee door binnen- en buitenland.