‘Denk toch eens logisch. Gebruik je gezonde verstand.’ Het zijn slechts twee van de vele Hollands-nuchtere verwijten die de Griek Jason maakt tegen Medea, de tovenares uit Kolchis die spreekt in een bedwelmend mooie taal. Hij komt uit een land van cultuur en wetten, zij uit ‘barbarije’ waar het recht van de sterkste heerst. (meer…)
Ze komt van overzee, waar ze zelfs haar broer vermoordde om de Griekse held Jason te helpen en te redden. Twee zonen hebben ze. De liefde was groot, de toekomst leek van goud, maar toen Jasons exotische lief een belemmering bleek voor zijn maatschappelijke carrière, ruilde hij haar in voor de dochter van koning Kreon.
Medea blijft machteloos en berooid achter op de oever, een kind van de natuur die de cultuur van de stad niet zal bereiken en alles wordt ontnomen. Ze is zwaargewond, maar heeft genoeg natuurkracht over om bloedgevaarlijk te zijn. Thibaud Delpeut maakt van het oude verhaal een glasheldere enscenering aan de oever van het Veerse Meer.
Achter het open water, links riet en bramen. Voor een grijs speelvlak, daarachter een hoge zwarte muur. Rechts onderbreekt een vestingtoren de hoekige borstwering van Veere. Zwaluwen scheren over, muggen en merels komen op het licht af. Aan de geluidshorizon meeuwen, ganzen en elk kwartier een carillon. Boven grote bomen en een molen komt de maan achter wolken vandaan. Zeeland speelt een sterke rol in het Zeeland Nazomerfestival.
Medea komt achteruitlopend op, alsof ze de tijd wil terugspoelen. Aan het einde van de voorstelling zal Jason hetzelfde doen. Zijn liefde voor Medea leeft nog steeds, maar hij koos voor een comfortabel leven voor hem en zijn zonen. Ook hij heeft alle reden om de loop van de gebeurtenissen te veranderen.
Op de dag dat ‘alles wordt teruggeschoten in de chaos’ laat Medea (Wendell Jaspers) haar woedende klachten los op de rechters die boven de muur op de dijk staan. Marlies Heuer, min, koor en ziekenzuster tegelijk, smoort haar emoties in een witte zakdoek als die te heftig worden. Kreon (Johan Van Assche) windt er geen doekjes om: je moet weg, want je bent gevaarlijk.
De machthebbers proberen het gevaar dat Medea heet te bezweren met het recht, de geestelijke gezondheidszorg en de rede. Juist van hun respect voor de redelijkheid maakt Medea gebruik. Ze stopt met haar verwijten en buigt mee met de argumenten van Jason (Thomas Ryckewaert) en Kreon om de tijd te kopen die ze nodig heeft. Op haar vraag: ‘Hou jij van je zonen, Jason?’ antwoordt hij: ‘Ze zijn mijn reden van bestaan.’ Daarmee tekent hij hun doodvonnis.
Medea is locatietheater op een plek die niet alleen prachtig is, maar ook betekenisvol. Regisseur Thibaud Delpeut richt de aandacht op de belangrijkste lijnen van het gruwelverhaal: die van moeder, vader en kinderen. Hij combineert de oerversie van Euripides met de argumenten van Seneca, met verslagen over kindermoorden van het Pieter Baan Centrum en met The Rag Rug, een gedicht van Ted Hughes. Hughes was de man van Sylvia Plath, die zelfmoord pleegde nadat ze boterhammen en bekers melk had klaargezet voor haar kinderen. Ze leed aan een bipolaire stoornis, die Medea in de voorstelling ook in de schoenen wordt geschoven. Ook Hughes’ minnares Assia Wevill pleegde zelfmoord. Zij nam de zoon die ze van Hughes kreeg mee in de dood. Een politieman doet het bodeverhaal: hij brengt verslag uit van wat hij aantrof in een woning waar een vrouw haar kinderen vermoordde.
Met Medea voegt Delpeut een indrukwekkende voorstelling toe aan zijn moderniseringen van Griekse drama’s, zonder de klassieke teksten tekort te doen. Somber en sober, goed gespeeld, zonder stemverheffing, doordacht en indringend.
(foto: Lex de Meester)