Het Engelse begrip fortune vertalen als rijkdom is veel te kort door de bocht. Daar kwamen Roni Haver, Guy Weizman en hun dansers snel achter toen ze in Mumbai neerstreken om er, samen met Navdhara India Dance Theatre, een voorstelling te ontwikkelen over de tegenstelling tussen arm en rijk. (meer…)
Voorproefjes waren er al. In maart 2015 presenteerde Club Guy & Roni de eerste versie van Mechanical Ecstasy in Paradigm Club, de hotspot van de dance scene in Groningen. In het hol van de leeuw, zogezegd. Die pillenslikkende feestvierders zouden wel even keihard met de neus op hun escapisme gedrukt worden. Toch? Guy Weizman en Roni Haver zijn maatschappelijk betrokken kunstenaars, dus zomaar een ‘ordinaire’ rave-party neerzetten, nee, dat zouden ze niet snel doen. Zou je denken.
En toch is dat precies wat er toen gebeurde. Mechanical Ecstasy was een ultiem dansfeest, niet meer en niet minder. Het kritische randje dat eraan zat, verwoord door de MC in teksten over het lichaam als machine en het opgaan in de massa, loste op in de stampende beats en de overrompelende show. Na het succes bij Paradigm Club ging ook Oerol een jaar later volledig uit zijn bol. Club Guy & Roni had de moderne dans naar de dance scene gebracht. ‘Alle vooroordelen die ik had over moderne dans werden in één avond van tafel geveegd’, schrijft filmer Lex Vesseur op zijn Facebookpagina. ‘Totaal overrompeld door what the fuck er om me heen gebeurde zag ik een voorstelling die letterlijk mijn leven heeft veranderd.’ Vesseur werkte indertijd voor Paradigm, tegenwoordig filmt hij voor Club Guy & Roni.
Mechanical Ecstasy maakt nu de weg terug, van dancepodia naar de podia van de schouwburgen. Gebleven is de doordenderende muziek van Jan-Bas Bollen en Thijs de Vlieger, uitgevoerd door drie slagwerkers van Slagwerk Den Haag. Ook aan de opstelling, twee tegenover elkaar liggende podia met een derde voor de muzikanten, is niets veranderd. En de extravaganza in kostuums is nog net zo extreem als toen. Maar toch is er iets veranderd. Alsof Guy & Roni meenden voor het over het algemeen wat kritischer schouwburgpubliek niet weg te komen met een onschuldige dance party.
Dat begint al voor aanvang. Bij de ingang van de schouwburg staan wachters met oranje bivakmutsen. Doodstil en daarmee des te dreigender. Niet alleen denk je direct aan de outfit van Pussy Riot, je voelt je ook gelijk unheimisch, niet echt welkom. En hoewel dat gevoel snel verdwijnt als je eenmaal binnen bent, blijft er iets knagen.
Dat komt vooral door de teksten die Maartje van de Wetering de hele voorstelling over ons uitspuwt. Terwijl wij ons willen onderdompelen in de kolkende stroom, gevoed door telkens weer aanzwellende beats en aanmoedigingen door de dansers, blijft zij dingen roepen die wringen. Over de intelligentie van de massa, bijvoorbeeld. En over dat er geen toekomst is, en geen verleden, alleen maar het nu. Dus moeten we dansen, dansen tot we er bij neervallen. In die zin sluit Mechanical Ecstasy zelfs aan bij Carrousel, met dat verschil dat we in die voorstelling keken naar een, door de Master of Ceremony opgezweepte, groep dansers. Nu dansen we zelf, of we dat nu willen of niet.
De voorstelling lijkt voorzichtig vragen te willen stellen bij het gemak waarmee de massa gemanipuleerd kan worden. Uiteindelijk blijken dat toch vooral kanttekeningen. Ook in deze, aangescherpte versie is Mechanical Ecstasy in de eerste plaats een uitbundig feest.
Foto: Knelis