Hij waarschuwt zijn zoon: kom in godsnaam veilig thuis. En nog eens: kom heelhuids naar mij terug. En nog eens: beland niet in de statistieken. Dichter en spoken word-artiest Marc Bamuthi Joseph (45) weet dat dit in Amerika niet vanzelfsprekend is. (meer…)
Familieritueel of politieke daad, in Manger onderzoekt de Franse choreograaf Boris Charmatz het thema eten. Alle gerelateerde onderwerpen passeren de revue in een voorstelling die de act van het eten niet alleen combineert met bewegen maar ook met zang. Manger is te zien in de komende editie van het Holland Festival, maar ging afgelopen week al in première tijdens de Ruhrtriënnale. In de enorme Jahrhunderthalle van het Duitse Bochum kruipen veertien dansers over de vloer, waar ze ruim een uur lang tientallen papiervellen verorberden.
Een dansvoorstelling maken over het thema eten, dat is een uitdaging! Eten en dansen gaan immers maar moeilijk samen, laat staan eten, dansen en zingen. Na het alom bejubelde Enfant, is Boris Charmatz terug met een aansprekend onderwerp, dat zich niet gemakkelijk laat vertalen in dans. Eten is een buitengewoon concrete, materiële handeling, terwijl dans juist het immateriële zo goed vertegenwoordigt.
Veertien dansers komen op vanuit de publiekstribune, zoals wel vaker in de voorstellingen van Charmatz. Daar begint Charmatz’ politiek al, die dansers zou immers ieder van ons kunnen zijn. Ze zijn gekleed in opvallend kleurige outfits, maar nergens is de kleding theatraal, eerder van een alledaagse vrolijkheid, aangenaam contrasterend met de industriële hal. Allen bepalen ze hun positie in de ruimte. In hun handen waaieren vellen wit papier. Hier en daar valt een bundel papier op de grond, alsof de ruimte een kantoor betreft of een school.
Maar al snel gaat het papier richting de monden. De ene danser knabbelt eraan als een zuinig muisje, een ander propt het ongeduldig gulzig in de mond of scheurt het met de tanden agressief in stukken. Eten is in Manger een handeling die niet meer ophoudt. Hooguit transformeert de fysieke actie geleidelijk in een erotisch ballet, waarin monden niet langer kauwen maar de repetitieve beweging door het hele lichaam wordt overgenomen en een seksuele lading krijgt.
Het zijn spannende transities, die komen en gaan, maar geen enkel moment theatraliseeert Charmatz zijn beelden, met een thema als eten ligt de banaliteit immers op de loer. Terwijl het papier gegeten wordt ontstaat een klankspel. Als in een trance begint een van de dansers te neuriën, spoedig valt de groep hem bij. Door de toevoeging van geluid en muziek komen nieuwe associaties bovendrijven. Religieuze en beladen beelden bijvoorbeeld van een kerkmis, waarin het papier tot hostie transformeert en het lichaam van Christus zich onverwacht aandient.
Met dat lichaam van Christus worden een half uur later evengoed de billen afgeveegd. Als gezegd, nergens, benadrukt Charmatz de associaties, hij stipt ze even aan om ze vervolgens weer te laten transformeren. Een kannibalistisch eetfestijn, erotisch ballet of opstandige hongerstaking – door de repetitieve handelingen verzinken alle beelden in Manger uiteindelijk in een permanente apathie. Daardoor is Manger bepaald geen toegankelijke voorstelling, eerder een studie, die vraagt om de nodige herkauwing. Waarom eten we? Welke psychologie ligt ten grondslag aan de overdaad en de onthouding? Welke politieke daad schuilt er in de handeling?
De voorstelling geeft geen pasklare antwoorden, maar doet wel een aantal suggesties, waarin patronen zichtbaar worden. Slow theatre, dat is Manger! Enkele flinterdunne TL-leds verlichten de ruimte. Het vocabulaire van de dansers varieert. Hip hop of ballet, Manger kent een cast met verschillende dansachtergronden en ook een enkele getrainde zanger. Bijna alle bewegingen zijn laag bij de grond, de dansers komen nauwelijks van hun plek. Pas als sommigen van hen in duo’s over trio’s over de grond rollen, veranderen enkele posities in de ruimte.
Zingen kunnen de performers uitstekend, maar er wordt ook bewust vals gezongen en in de teksten van de liederen schuilt zo nu en dan commentaar. Bijvoorbeeld in een lied dat aan de haal gaat met het Franse woord merde. Op dat moment is Manger heel even buitengewoon geestig. Eten, zingen, poepen, kotsen, alles aan Manger is oraal en wat in de mond gaat komt er ten slotte ook weer uit. Vooral het einde is ontroerend als de dwangmatigheid voor de laatste maal toeslaat en een scheurtje van het papier nog eenmaal de stilte breekt.
Foto: Ursula Kaufmann