Recenseren kan soms een riskante onderneming zijn. Niet omdat beledigde podiumkunstenaars soms wraak willen nemen: dat komt zo weinig voor dat zo’n risico verwaarloosbaar is. Maar wat als het gaat om het beschrijven van een voorstelling die de verantwoordelijke maker ervan ernstig kan bedreigen, niet alleen in zijn artistieke bewegingsvrijheid maar concreet in zijn dagelijks leven? (meer…)
Bij Anuar blijft het zaallicht (enigszins gedempt) aan. Daardoor ziet hij dat die man op de achtste rij nogal stuurs voor zich uit kijkt, die vrouw op rij tien iets van de grond opraapt, en die man op de vijfde rij aantekeningen maakt. En alles wat hij ziet becommentarieert hij (‘Je bent toch niet van de politie hè?), ook al zit hij midden in een serieus stukje van Made in Holland. Zo alert, zo geestig. Dat licht heeft een hele goede reden: we moeten elkaar zien.
De comedian met Marokkaanse roots benadrukt wel tien keer dat hij hier in Nederland is geboren en getogen en dat hij alle vrolijkheid en bedruktheid van de allerminst probleemloze multiculturele Utrechtse flatwijk Overvecht (‘Ik woon 280 onder één kap’) op zijn duimpje kent.
Anuar Aoulad Abdelkrim (een naam die je lekker sarrend kan gebruiken als die gast achter de toonbank van Starbucks je naam op de koffiebeker wil zetten) draait al geruime tijd mee in het cabaret- en stand-upcircuit. In 2004 won hij Cameretten (persoonlijkheidsprijs voor Nathalie Baartman), en inmiddels staan er al vijf goed bezochte programma’s en de Ramadan Conference op zijn cv.
De jury van Cameretten was toen al vol lof over de duidelijke spanningsopbouw, wat bijzonder is voor iemand die in die tijd vooral in het Amsterdamse Comedy Café korte stukjes speelde en teksten leverde voor het televisieprogramma Raymann is laat. Die mooie mengeling van pittige stand-up met veel publiekscommunicatie en een mooi opgebouwd verhaal heeft hij in de jaren daarna nog verder verfijnd, en dat maakt een avondje Anuar tot iets buitengewoon aangenaams.
Anuar opent Made in Holland in een bijna sacraal lichtjesdecor aan de zijkant van het podium met het voorlezen van een column. Daar zit nogal wat zoetsappigheid in over respect en de kinderen, die de toekomst zijn. Maar als hij daarna naar de stand-upsetting verhuist – Marokkaans kleedje, krukje en microfoon – werkt hij zijn thema zowel indringend als heel grappig uit.
Vooral de botsing binnen de Marokkaanse gemeenschap tussen traditie en moderne Hollandse opvattingen wordt ragfijn blootgelegd. In coronatijd was dat binnen de familie Abdelkrim goed zichtbaar. Terwijl de een open en eerlijk de vraag wilde stellen wat er zou moeten gebeuren als de ouders niet meer vitaal zijn (‘Zou jij papa kunnen wassen? Wie wil papa en mama in huis nemen?’) houdt de ander zich liever aan het Marokkaanse gebruik om niet met elkaar over gevoelige, intieme dingen te praten.
De zaal vormde een lekkere culturele mix, waar Anuar ironisch mee omging: ‘Ik zie dat een paar witte vrouwen hun tas goed vasthouden.’ En met datzelfde toontje pakt hij ook zichzelf: ‘Over drie jaar sta ik in Carré. En dan denkt u: die jongen van de catering komt mij zo bekend voor.’
Het is niet erg om een paar grappen weg te geven, want daar zit Made in Holland overvol van. De manier waarop hij naar de titel van zijn programma toewerkt daarentegen is op een luchtige manier ernstig.
Foto: Jaap Reedijk