Regisseur Michel Sluysmans wilde al lang De Meeuw van Anton Tsjechov op de planken brengen, maar hij vond het meer dan 125 jaar oude stuk net iets te oubollig en met te veel personages. En hij vond het einde onbevredigend. Daarom vroeg hij Ilja Leonard Pfeijffer, huisauteur van het Maastrichtse gezelschap, om een bewerking te maken naar hier en nu. Pfeijffer schreef er ook een vijfde bedrijf bij. (meer…)
Acteur Daniël van Kalveren ontpopt zich al enkele jaren als een getalenteerd schrijver en regisseur. Zijn stukken zijn vaak geïnspireerd op films en literatuur, hebben een duidelijke psychologie en zitten tot nu toe telkens steengoed in elkaar. Zo ook Maarten de meeuw, zijn nieuwste creatie voor iedereen vanaf vijf jaar.
Van Klaveren liet zich inspireren door de vastzittende personages in de stukken van Samuel Beckett en door Richard Bachs Jonathan Livingston Seagull. Uit dat boek haalde hij het idee van een meeuw als hoofdfiguur en de thematiek van geloven in verlangens. Dat resulteert in een toneeltekst over een in een berg ingegraven vader, een redderende moeder, twee stokoude meeuwen in een kooi, een zusje dat wordt verstopt in een kast en Maarten, een heel normale jongen die ’s nachts droomt dat hij vleugels heeft en kan vliegen.
Roel Adam is een mooie met zijn routines vergroeide vaderfiguur. Tot het einde van het stuk zit hij vast in een berg, maar met zijn stem en gebaren is hij tevreden, boos, in paniek en ten slotte zelfs kwetsbaar, als de waarheid over zijn ‘ongeluk’ niet langer onverteld kan blijven. Sander Plukaard speelt Maarten als een dartele jongen vol vragen waar hij weinig antwoord op krijgt. ‘Wat is dat, de zee? Waarom kan jij nooit die berg uit?’ En Marlyn Coetsier levert een meesterlijke multitask-prestatie als moeder van Maarten en bespeelster van het brommende meeuwenduo in de kooi. De oude, grijze, geplukte vogels krijgen van haar hun eigen stem en hun eigen dynamiek: zij is moederlijk en houdt haar man bij de les, hij is een flapuit, wil dingen met Maarten waarvoor hij eigenlijk zelf te oud is. En allebei krijsen ze voortdurend om vis.
Er is ‘iets’ aan de hand in dit huisje, dat verdacht veel op een vogelhuisje lijkt. Er komt een meeuw letterlijk binnengevlogen die zich voorstelt als de tante van Maarten. De oude mannetjesmeeuw in de kooi verspreekt zich steeds vaker over de ‘manke vleugel’ van vader. Vader herhaalt regelmatig tegen zichzelf dat hij moet ‘denken en routine houden’, dat maakt immers een mens tot mens. En moeder verzucht af en toe dat ze ‘het’ nu aan Maarten moeten vertellen, omdat een kind nou eenmaal dingen voelt.
Het ‘geheim’ wordt goed gedoseerd en geeft het stuk een lekkere suspense. Al met al maken de tekst, het af en toe geestige spel en het aantrekkelijk vormgegeven houten meeuwenhuis-decor Maarten de meeuw tot een ontroerende surrealistische sprookjesmetafoor voor zelf op onderzoek uitgaan en niet vast blijven zitten in de routines of de angsten van je ouders.
Foto: Sanne Peper