Wat een verheugenis weer eens terug te zijn in Theater Branoul in hartje Den Haag, een van de fijnste kleine theaters. Acteur Sijtze van der Meer brengt zijn solo Ludwig over de Duitse sprookjeskoning (Märchenkönig) Ludwig II van Beieren (1845-1886). (meer…)
In Haarlem, vlak bij de Bakenesserkerk, bevindt zich een prachtige minischouwburg die plaats biedt aan 45 toeschouwers. Het is gebouwd in de zijvleugel van een garage. Toneelspeler en tekstschrijver Steef de Jong en regisseur Ina Veen verwezenlijken hier hun droom van intieme, bijzondere voorstellingen.
De speelruimte heet ‘Groots en Meeslepend’, genoemd naar de eerste voorstelling die zij maakten in samenwerking met de voormalige Firma Rieks Swarte. Nu treedt Steef de Jong aan in de gedaante van de legendarische Ludwig van Beieren (1845-1886), de excentrieke koning die wilde leven in pure en extatische schoonheid, die verzot was op de opera’s van Wagner en die op 41-jarige leeftijd stierf onder nooit opgehelderde omstandigheden in de Starnberger See. Het door hem gebouwde Slot Neuschwanstein bij München is een krankzinnig sprookjespaleis, een hommage aan de extreme esthetiek.
Het is uiterst gewaagd en moedig van De Jong en Veen om deze koning, die een neef is van keizerin Sissy, in dit minitheater te verbeelden met minidecors. De ondertitel luidt speels ‘een nieuwe operette’. Aan Ludwig wijdde Visconti een beroemde film, in 1972, met Helmut Berger en Romy Schneider in de hoofdrollen. Acteur Jeroen Willems vertolkte in de voorstelling Ludwig II een indrukwekkende titelheld. Dat was in 2012.
Steef de Jong zoekt het tegenovergestelde van alles wat majestueus is. Hij zoekt het minimale, het kleine met behulp van gefiguurzaagde en in elkaar geknutselde rekwisieten. Zijn entree is verrassend: hij is half verborgen achter een stuk karton dat bij nadere beschouwing een vernuftig gemaakt opvouwbaar theater blijkt te zijn. In dat theater beleefde de vijftienjarige Ludwig in München zijn eerste onvergetelijke opera-ervaring: hier zag hij Wagners Lohengrin. In dit theater laat hij personages bewegen. Hij zingt en vertelt, hij neemt ons mee door het met mysteries omhulde leven van een koning die nooit volwassen wilde worden en bij herhaling uitriep dat zijn leven ‘een raadsel moest zijn’.
Het is razend knap van De Jong en Veen dat zij met de allereenvoudigste toneelmiddelen een complexe, dramatische wereld weten op te roepen over een jongeman die leeft in een wereld van sagen en legenden, die mijmert terwijl aan alle kanten oorlog wordt gevoerd. De Jong vertolkt niet alleen de rol van Ludwig, ook neemt hij de vrouwenrollen op zich en zet de stoere, onverzettelijke Pruisische staatsman Otto von Bismarck neer met plaksnor en houten geweertje. Op een projectiescherm komen kamerheren langs, vrolijk en ironisch verbeeld. Aangrijpend is de scène waarin De Jong, op tekst van Ludwigs psychiater dr. Bernhard von Gudden, aannemelijk maakt dat de koning gek is en volkomen ongeschikt voor regeringszaken. Hij wordt gearresteerd en gevangen gezet.
Ludwig is een innemende, aanstekelijke voorstelling, licht gepresenteerd, misschien te licht voor wie Visconti’s tragisch-decadente film heeft gezien of de aangrijpende vertolking destijds door Jeroen Willems. Maar Steef de Jong heeft een andere intentie. Hij speelt zijn voorstelling in een groot aantal van de mooiste en kleinste theaters van Nederland, waaronder Walhalla in Rotterdam en West End op Terschelling. Daar komt zijn fantasierijke spel met verrukkelijke, inventieve decors prachtig tot leven.
Foto: Tim Stet