Voor aanvang weet je één ding al heel zeker: van het oorspronkelijke sprookje van Assepoester blijft in de handen van Moniek Merkx weinig over. En dan doet het er niet toe of je die oorsprong zoekt bij de oude Grieken, ergens in de middeleeuwen of bij de bekendere versies uit Moeder de Gans of van de gebroeders Grimm. (meer…)
De worsteling met ontluikende seksualiteit staat centraal in LoveXL, de nieuwe voorstelling van Moniek Merkx.
Wie wel eens met middelbare scholieren praat, weet dat de huidige generatie tieners op het gebied van gender veel ruimdenkender is dan hun ouders twintig jaar geleden (of in de meeste gevallen, dan hun ouders nu nóg zijn). De scholieren die ik spreek snappen weinig van de morele paniek over trans en non-binaire mensen die continu door columnisten en politici wordt aangewakkerd. Tegelijkertijd heeft dat, met name onder jongens, nog niet meteen geleid tot een algehele omverwerping van traditionele rolpatronen, getuige de omarming van ‘rolmodellen’ als Jordan Peterson en Andrew Tate, die pleiten voor een herstel van de patriarchale machtsverhoudingen tussen man en vrouw.
Daarmee is het er voor tieners allemaal niet makkelijker op geworden om een eigen weg te vinden op het gebied van intimiteit en seksualiteit. In die modderpoel springt LoveXL, de nieuwe voorstelling van Moniek Merkx bij Maas theater en dans. In de montagevoorstelling proberen zes figuren zich een houding aan te meten ten opzichte van seks (veel meer dan de ‘liefde’ uit de titel richt de voorstelling zich op alles wat met seksualiteit te maken heeft).
Drie hoofdpersonages (Anne Fé de Boer, Bodine Sutorius en Jurriën Remkes) proberen elkaar te versieren, te zoenen en te verleiden, terwijl een jongen (in mijn geval Jay Post, die de rol met twee andere jongens afwisselt) het schouwspel zwijgend gadeslaat. Hij en de spelers worden gefilmd door een vijfde speler (Milena Kompaniiets) die af en toe ook in het spel wordt meegevoerd, en ten slotte betreedt een soort doktersfiguur (Dette Glashouwer) af en toe de arena om seksuologische uitleg te geven over gender, verlangen, en consent – met als bonus een spoedcursus geweldloze communicatie.
Dat levert een vermakelijke voorstelling op, die echter vanwege de wat te voorspelbare montagestructuur nergens écht spannend wordt. De individuele scènes bouwen niet voldoende op elkaar voort om tot een cumulatief effect te komen, waardoor LoveXL wat vrijblijvend en oppervlakkig aanvoelt. Dat komt ook doordat de invalshoeken zelf hier en daar wat te voor de hand liggend zijn, en een wat clichématig en onschuldig beeld van puberseksualiteit geven.
Gelukkig maakt de uitvoering veel goed. Remkes, Sutorius en De Boer delen een spannende chemie in hun spel van aantrekken en afstoten, en Glashouwer straalt een weldadige kalmte uit als ze ons meeneemt in haar wetenschappelijke uiteenzettingen, als de seksuoloog die je iedereen, jong en oud, zou gunnen. Kostuumontwerper Nicky Nina de Jong en decorontwerper Sanne Danz creëren samen een zacht en roze universum waarin de spelers veilig kunnen experimenteren – met een levensgrote vulva bijvoorbeeld, of een lichtgevende jacuzzi die voor ‘de daad’ symbool staat en waarin de spelers eerst voorzichtig pootjebaden.
Ook de publieksopstelling draagt bij aan het kijkplezier: de toeschouwers zitten om het speelvlak heen en worden door de spelers regelmatig bij het spel betrokken (bijvoorbeeld als ze het publiek om ‘consent’ vragen om even hun hoofd of arm te aaien, of als Remkes met een ‘cockpaardje’ dat hij probeert in bedwang te houden bijna de tribunes op galoppeert). Al met al wordt LoveXL zo een niet erg opzienbarende, maar wel buitengewoon aangename voorstelling, die het jeugdige publiek op liefdevolle wijze wegwijs probeert te maken in een netelig thema.
Foto: Kamerich & Budwilowitz/EYES2