Als weinig anderen bouwen Guy Weizman en Roni Haver het theaterpodium om tot een dampende club. Love is daarvan een sterk voorbeeld. De dansers van partner GöteborgsOperans Danskompani gaan moeiteloos mee in de exuberante theatraliteit, muzikanten van Slagwerk Den Haag en het Asko|Schönberg ensemble begeleiden het feestje op het podium.

Rechtsachter een klassieke knopenbank met een schemerlamp ernaast. Dat klinkt knus, maar valt qua volume in het niet bij de enorme vlakken met contrasterende kleuren en texturen van decorontwerper Ascon de Nijs, altijd sterk in het grote gebaar. Voor op het podium verandert actrice Bien de Moor, in een knalpaars gewaad met een hoed als een wagenwiel, de rode glimletters van LOVE in VOEL. Totdat de voorstelling begint, speelt de pianist liftmuziek.

Dan verschijnt in een uitbarsting van licht en geluid een stevig engeltje die met knallend liefdesvuur een trommetje te lijf gaat: Cupido in de vorm van slagwerker Niels Meliefste. Daarbij de teksten, uit de mond van De Moor: ‘The smoke of fire curls and condenses into figures, small gray-bearded goblins that mockingly point their finger at me. Chubby-cheeked cupids ride on the arms of my chair and on my knees. The goddess of love has descended from Mount Olympus for the sake of some mortal man. And always cold in this modern world, she seeks to keep her sublime body warm in a large heavy fur and her feet in the lap of her lover.’

Makkelijk te verstaan of te volgen zijn die teksten niet; ze maken voor de toeschouwers eerder deel uit van het geluidsdecor dan van de dramaturgie. Bij navraag blijken ze te zijn geput uit het werk van Leopold Sacher Masoch, naamgever van het masochisme. Zijn Venus im Pelz (Venus in furs) verscheen in 1870. Love is een parade van uitbundige, sneue, fantastische, bruisende, wanhopige, hoopvolle, gelukte en mislukte liefdesvormen, gericht op de ander of in eerste instantie op de persoon zelf.

De kleding van het jonge Arnhemse Maison the Faux sluit daar geweldig bij aan. De fantasievolle modemakers putten uit een breed spectrum aan culturen: sport, straat, manga, mythologie, glamour, theater, noem maar op. Behalve en dansvoorstelling mag Love er ook zijn als modeshow.

Daarbij wordt uitstekend gedanst door de uiteenlopende performers van de gezelschappen uit Groningen en Stockholm. Ingekeerde of juist woeste soli, verknoopte duetten of groepswerk, Love zit vol feestjes op vele vlakken. Die zijn lang niet altijd feestelijk trouwens; de liefde geeft ook hier genoeg ruimte aan pessimisme, oppervlakkigheid en teleurstelling. Het tempo van de voorstelling meandert mee met de vele sferen die geschilderd worden, ondersteund door de muziek van Frank Wienk.

Wat gaandeweg wat opbreekt is dat er in die anderhalf uur durende parade van liefdesvarianten wat weinig lijn zit. Maar misschien ben ik wel een noorderling: ‘You of the North in general take love too soberly and seriously.’ Ze komen uit de mond van de godin van de liefde zelf. Een soevereine kracht, maar ook een beetje vermoeid. Ze heeft het allemaal wel meegemaakt.

Foto: Oostblok