Exterieur – Cultura Nova Heerlen – Dag. Hondenweer. Een kleurig schuurtje gemaakt van golfplaten en plastic. Drie spelers, volledig in het zwart, komen al blaffend en dansend naar buiten. Eenmaal in het schuurtje, bestaat het ‘zaallicht’ enkel uit twee hangende peertjes. De peertjes vallen ineens uit en er klinkt een flamenco-achtig lied in het Spaans. Wat straks te zien zal zijn, zo wordt gezongen, is het verhaal van een verdwaalde hond in een harteloze stad.

Lost Dog is een jeugdvoorstelling van het Spaanse Cal y Canto Teatro. Het in 2002 opgerichte gezelschap (Marcos Castro, Sofía Gómez en Ana Ortega) toert de hele wereld rond met hun (ver)beeldende voorstellingen in een unieke mix van poppen- en objecttheater. Lost Dog was al in meer dan vijfentwintig landen te zien en werd in 2017 bekroond als de Best Show in Unconventional Space op FETEN (The European Fair of Performing Arts for Children). Hoog tijd dus voor een Nederlandse première.

Het stuk wordt, afgezien van twee liedjes, gespeeld zonder enige tekst. Het publiek kijkt naar een klein verhoogd zwart balletvloertje van ongeveer drie vierkante meter. In Amsterdam kan dit misschien verhuurd worden als studentenkamer, maar het is echt al kleiner dan u zich nu voorstelt. En daarvoor staat ook nog eens een grote zwarte muur van planken met een vierkant gat erin. Het lijkt hierdoor alsof je het podiumpje ziet door een kijkdoos.

Al snel is duidelijk waarom deze keuze is gemaakt: het verhaal wordt verteld vanuit het perspectief van de protagonist, het verdwaalde hondje. De viervoeter loopt kwispelend over de vloer en zigzagt tussen de benen van de spelers die rechtop staan, maar zodoende alleen de benen en schoenen van te zien zijn. 

Het hondje, met pikzwarte oogjes en een bruin vachtje, wordt te vondeling gelegd in een kartonnen doos. Zodra hij eruit klimt, stuit hij al snel op de rauw- en hardheid van de stad. Hij moet vol angst een drukke autoweg oversteken, wordt bijna bedolven onder de lopende mensen en raakt gewond als hij wordt getrapt door een dronkaard.

De hele reis van het hondje wordt verbeeld met de minste middelen. Twee kleine lichtjes zijn de koplampen van een auto, vieze schoenen stellen een zwerver voor en een paar plastic zakjes zijn een vuilnisbelt. Jong en oud begrijpen wat er gebeurt, zonder dat er één woord of geluidseffect aan te pas hoeft te komen.

De vorm die Cal y Canto Teatro gebruikt is onvergetelijk. Al lijken sommige figuren, waaronder twee andere soortgenoten met grote rode ogen, nét iets te eng voor de doelgroep. Bij de première wordt het drie ouders met kind(eren) te veel, ze vluchten het schuurtje uit.

Doordat je alleen de benen van de acteurs ziet, waan je je als toeschouwer net zo ieniemienie als het hondje. Je schrikt van elke harde stap en bent telkens op de hoede voor iets dat van boven je zichtveld kan komen. Het is een briljante ingreep die nergens geknutseld of abstract aanvoelt. De bewegingen van de benen communiceren wat voor romp daarboven schuilgaat, dat is iets magisch. Je zou bijna zeggen, daar kan geen mimiek of dialoog tegenop. Jan Klaassen en Katrijn – eat your heart out.

Zo loopt de toeschouwer mee door een stad waarin niemand het hondje wil. Even lijkt een straatmuzikant hem een spreekwoordelijk warm bad te geven, maar hij raakt het beestje kwijt in de drukte van een groot protest, met spandoeken en veel geschreeuw. Of het hondje nog een nieuw thuis vindt, wordt duidelijk in het verrassende en scherpzinnige einde.

Helaas kunnen ook randzaken een theaterervaring beïnvloeden. De halve première werd door een man voor mij gefilmd met een smartphone, een vrijwilliger van het festival naast mij zat een aantal keer schaamteloos te appen en een ander stel sprak regelmatig door de voorstelling heen. Als je dan in een klein schuurtje zit, is het best lastig focussen op het moois en magische dat voorgeschoteld wordt.

 

Foto: Michiel de Vijver