Op hospiteeravonden om een studentenwoning te bemachtigen in Utrecht ging het constant mis. Want de autistische student (Rechten en Economie) Fabian Franciscus kende de vaardigheid niet om ‘lekker gezellig’ te doen. Daardoor kwam hij uiteindelijk terecht in een tot studentenwoningen omgebouwd kantoorpand, waarvoor je niet hoefde te hospiteren. (meer…)
Hij moest loskomen en werken aan zelfacceptatie van zijn psycholoog, aldus Fabian Franciscus. Elke dag twee kleine dingen voor een ander doen en dan jezelf een schouderklopje geven. Sindsdien loopt hij dagelijks door de fietsenstalling van Utrecht Centraal (‘de grootste van Europa!’) om fietslampjes uit te zetten. Maar hij blijft als de dood dat deze kleine handelingen onvoorzien overslaan naar grote gebaren.
De vierde avondvullende voorstelling van cabaretier Fabian Franciscus, Loskomen, is ditmaal gecentreerd rond zijn relatie met anderen. Als gevolg van zijn MCDD, een complexe en relatief onbekende vorm van autisme, worstelt Franciscus het gros van zijn leven met een scala aan angsten, waaronder de angst dat de hele wereld een strijd tegen hem voert. Wanneer hij voor de deur van zijn flat overvallen wordt blijft hij dan ook bijzonder kalm en werkt hij met alle liefde mee, maar wanneer hij ziet dat iemand ongevraagd zijn fietslamp gerepareerd heeft raakt hij helemaal van de kook. Franciscus deelt de anekdotes met een ontwapenende oprechtheid en zet deze kwetsbaarheid vervolgens op sluwe wijze in om het publiek op een onverwachtse, botte rechtse te trakteren.
Want hij wil het dit keer niet over zijn autisme hebben. Franciscus vertelt dat hij daar ooit mee begonnen is om te laten zien dat mensen met autisme meer zijn dan hun diagnose, maar dat hij daar onbedoeld nu juist om bekend staat. Desondanks tekent het voor een groot deel het materiaal van Loskomen, van de adviezen die hij van zijn therapeut krijgt tot de botte platvloersheid waarmee hij tegen zijn medemensen praat.
Het levert bijzonder grappige taalgrappen en spraakverwarringen op, die lang genoeg onderbroken worden door eveneens hilarische anekdotes dat je ze nooit aan ziet komen. Soms zijn ze wel erg flauw, zoals wanneer hij aan publiekslid Alwin vraagt of hij weleens naar het casino gaat. Franciscus voelt dit echter feilloos aan en kapt zichzelf bijtijds af of becommentarieert zichzelf door gortdroog te benoemen dat hij dit zelf duidelijk leuker vindt dan het publiek.
Meermaals stelt Franciscus zich antagonistisch tegen het publiek op – soms zelfs tegen het vijandige aan. Wanneer hij aan een vrouw in het publiek vraagt wat haar werk is, schiet ze in de lach en mompelt ze iets over een ict’er en een kinderopvang. Gelijk springt hij er bovenop dat dit echt een onbegrijpelijk antwoord is en bijt haar toe om even normaal te doen. Het doet denken aan de Amerikaanse comedian Bill Burr die eveneens meedogenloos met zijn publiek omgaat wanneer ze een (in zijn ogen) stomme opmerking maken, alsook de onderhuidse woede en frustratie die Cold Lasagne Hate Myself 1999 van de Britste comedian James Acaster tekende.
Franciscus pareert zijn eigen ongefilterde botheid met geruststellende glimlachen en het benoemen dat dit mede door zijn autisme komt, waardoor de sfeer gemoedelijk blijft en hij nooit het publiek het harnas in jaagt. Integendeel zelfs – het gebrek aan filter is charmant, grappig en bij vlagen zelfs jaloersmakend. Iedereen is weleens voorgesteld aan de nieuwe partner van een vriend met de woorden ‘dit is de mooiste vrouw ter wereld’, maar weinig mensen antwoorden daar vervolgens in alle eerlijkheid en volledig ongegeneerd ontkennend op.
Ondanks het scherpe en ontwapenende materiaal verloopt Loskomen bij vlagen toch wat stroef. De consistente lichtverandering wanneer Franciscus plaatsneemt in de rode zetel haalt hoe langer de solo vordert de vaart uit de voorstelling, met name wanneer hij alweer is opgestaan en zijn verhaal hervat terwijl hij nog half in het duister gehuld is. Ook zijn de gedachtesprongen niet altijd even goed te volgen, hoewel hij dit kritiekpunt meermaals de pas afsnijdt. Zo wordt een grap die daardoor weinig respons van het publiek krijgt gevolgd met de geruststellende opmerking dat we het script mee naar huis krijgen: ‘dan kunnen jullie het thuis teruglezen en zien dat het toch wel een leuke grap was.’
Dat loskomen is Fabian Franciscus zonder twijfel gelukt en hij kan zichzelf dan ook een zeer verdiend schouderklopje geven.
Foto’s: Guilliano Nobel