Op een reuzegroot scherm zien we bewegende beelden van de Grote Markt in Brussel, van een kruispunt, een autoweg, een fabrieksterrein, …. totdat ze zich samenvoegen tot een mozaïek. Bewakingsbeelden zijn het, de ene monitor naast en na de ander, ze worden sneller en sneller getoond. Het scherm valt. (meer…)
Van mijn oudere broer zeiden we altijd dat hij in zijn eigen leugens geloofde. Wat hij allemaal vertelde over wat hij had meegemaakt! Ongelooflijk. Later werden we milder en wijzer en zeiden we dat hij in zijn eigen fantasie geloofde. En kijk, hij werd beeldend kunstenaar.
Een gelijkaardig verhaal kent ook theatermaker Suzanne Grotenhuis. In een interview vertelt ze dat ze nu nog altijd op familiebijeenkomsten aangesproken wordt over haar liegen in haar kindertijd. Waarom deed ze dat? Dat wilde ze weten, en ze ging op onderzoek. Ze beperkte zich tot kleine relationele kringen waarin leugens ronddolen. Ze ging niet achter de leugens van narcistische machtsgeile politieke leiders aan. Gelukkig maar, het resultaat zou veel minder leuk zijn.
Liegen is een voorstelling voor kinderen, vooral voor kinderen van zes jaar. Dat is namelijk de leeftijd waarop kinderen weleens bewust de waarheid kunnen verdraaien. Je krijgt dan wel van volwassenen te horen dat je niet mag liegen, maar ondertussen liegen die er ook op los, toch. Leugentjes om bestwil, noemen ze dat dan.
Liegen kan je een handje helpen in je leven, liegen kan jou of anderen op sommige momenten beschermen, een leugentje kan de waarheid minder hard laten aankomen. Aan de andere kant kan liegen je in moeilijkheden brengen, kan je verstrengeld raken in je eigen leugens, kan je andere mensen pijn doen en uiteindelijk jezelf. Die ambiguïteit van ‘liegen’ weet Grotenhuis heerlijk te verhalen.
Een live spelend jazztrio trekt je mee in de voorstelling. De klassieke jazz met drum, basgitaar en saxofoon imponeert en geeft de voorstelling een zalige schwung. In de nummers schallen en klinken de gevoelens van de personages na. Schalkse muzikale knipoogjes vergroten het spelplezier.
Een jongen en meisje komen op, ze zoeken de weg, ze kijken naar de muzikanten, ze gaan af. Dat herhaalt zich. Het meisje gooit een muntstuk in de gitaarkist, ze blijven stilstaan. Zij beseft dat ze verdwaald zijn, maar wil dat niet onderkennen. Hij roept angstig uit ‘we zijn kwijt!’, zij begint te vertellen en te vertellen, over allerlei dingen.
Bijna onopvallend verschijnt telkens een wit ballonnetje bij een sterk verhaal. Ze vertelt over haar moeder met haar ‘knisperdagen’. Dan knispert het in mama’s hoofd, dan voelt die zich niet goed, dan zit het haar allemaal hoog, dan roept ze, scheldt ze, valt ze stil, dan is ze ‘benauwd burn-out of zoiets’. Het meisje moet zich dan groot houden. Ze stelt zich stoer op. Ook nu. Eigenlijk kan ze nog niet goed lezen, maar dat wil ze haar vriendje niet laten zien. Ze stopt het papiertje met de weguitleg weg, en ze zegt dat een grote vogel het papiertje uit haar handen heeft gegrist. Wat moeten ze moeder vertellen nu ze te laat gaan thuis komen? Ze fantaseert smoesjes bij elkaar. Weer gaat er een ballonnetje op.
‘Liegen is leuk en fijn, zonder liegen zou het leven vreselijk zijn.’ Liegen is als een ballon. Hoe meer je blaast, hoe beter. Maar dan heb je het risico dat de ballon kapot knalt. Hele grote witte ballonnen vullen als een springkasteel van ronde rotsen het toneel. Daarin verschijnt een vrouwtje (Kato Van Ermen) met puntmuts en schelle stem. Geen heks, geen fee, ‘Liegen’ heet het typetje, dat als het ware uit elkaar spat als de jongen zegt dat liegen niet mag.
Liegen kan pijn doen, zoals ook de waarheid kan kwetsen. Hilarische scènes wisselen af met stille, kwetsbare momenten. Dat wordt zichtbaar in het spel van de jongen die gepest wordt, dat wordt voelbaar door de muziek, door de vele gekleurde ballonnen die uit de hemel vallen, door de in elkaar stuikende luchtrotsen.
Vanaf het begin weten Eva Rys en Zakaria Ridouani de jonge en oude toeschouwers in de ban te brengen van hun verhaal. Zij is het jonge meisje dat zelfverzekerd wil overkomen, maar voelt dat ze liegt. Je ziet het in haar grote ogen, je hoort het aan haar stem, haar hele lijf geeft het aan. Hij is de wat schuchtere jongen, bang om dingen verkeerd te doen. Die ergernis danst hij van zich af in hiphop-moves.
De ambiguïteit van het liegen is warm verbeeld in het spel van de twee kinderen, in de muziek, het scènebeeld, het verhaal zelf. Heerlijk is het om naar het resultaat van Suzanne Grotenhuis’ fantasie over de leugens uit haar kindertijd te kijken. Ook theater is toch een beetje liegen.
Foto’s: Illias Teirlinck