‘Ik vertel altijd de waarheid’, vertelt de Baron aan het begin van de voorstelling. Hij heeft zelfs een boek met zijn ‘wonderbaarlijke en sowieso waargebeurde fantastische’ avonturen in handen dat hij trots aan het publiek laat zien. (meer…)
Voor Liegebeesten lieten regisseur Ada Ozdogan en schrijver Daniël van Klaveren zich inspireren door het werk van de wereldberoemde animatiefilmmaker Hayao Miyazaki. Vooral in de spelregie en het kostuumontwerp zijn de invloeden van de meester goed terug te vinden.
Noa begrijpt er helemaal niets van. Als hij lang na zijn bedtijd de woonkamer binnensluipt, treft hij zijn moeder daar in tranen aan, terwijl ze iets over een ‘zusje’ mompelt. Snel veegt ze haar tranen weg en speelt mooi weer: nee hoor, mama huilt helemaal niet, mama lacht juist! Met zijn fantasievriend Priem, een paarse draak, komt Noa tot de conclusie dat hij blijkbaar een zusje had, die onder mysterieuze omstandigheden is verdwenen – waarschijnlijk is ze per ongeluk door de douche gespoeld!
Met deze aanstekelijke kinderlogica sturen schrijver Daniël van Klaveren en regisseur Ada Ozdogan het duo op avontuur om Noa’s zusje te vinden. Vanaf het begin weet Jip Smit – die ervaring heeft met het geloofwaardig maken van fantasiewerelden – het publiek goed deelgenoot te maken van Noa’s op hol geslagen verbeelding, waarbij ze mooi tegenspel krijgt van Gijs de Corte als haar timide reisgezel. Momo Samwel speelt met zichtbaar plezier alle sprookjesachtige figuren die onze helden in de wereld onder het doucheputje tegenkomen: van een Italiaanse kok die een antwoord op alle vragen belooft met één hap van zijn soep, tot een spookachtige verschijning met vele gezichten die haar voorkomen aanpast aan de wensen van de mensen die ze tegenkomt.
Alle personages staan zo ten dienste van het hoofdthema: hoe blijf je trouw aan de waarheid, en hoe blijf je trouw aan jezelf? Noa stelt zich aan het begin van zijn reis tot doel om altijd de waarheid te spreken, maar dat blijkt nog niet zo eenvoudig: het eerste wezen dat hij op zijn pad tegenkomt, een hippie-achtige verschijning die zichzelf steeds tegenspreekt, stelt een eenduidige blik op ‘de feiten’ al flink op de proef. Noa laat zich echter niet makkelijk van de wijs brengen: hij verzet zich tegen de belofte van instant kennis die de soepverkoper hem biedt, en leert de geestverschijning dat je je niet steeds aan de blik van een ander hoeft aan te passen.
De verhaalstructuur die zo ontstaat is nét wat te voorspelbaar en moralistisch: in plaats van een onderdompeling in een mysterieuze wereld krijgt Liegebeesten eerder het gevoel van een reeks levenslessen. Ozdogan en Van Klaveren lieten zich voor de voorstelling inspireren door de animatiefilms van animemeester Hayao Miyazaki, maar diens werk kenmerkt zich juist door een veel subtielere verhouding tussen fantasie en betekenis. Bij Miyazaki staat altijd de ongrijpbaarheid van de getoonde wereld voorop: zijn films barsten van het leven, juist omdat de personages niet tot makkelijke metaforen gereduceerd kunnen worden.
Liegebeesten slaagt er op het vlak van vormgeving en spel veel beter in om de kracht van Miyazaki’s werk te kanaliseren. Kostuumontwerper Lotte Goos weet met haar creaties een mooie balans te vinden tussen verwijzingen naar Miyazaki-films als Spirited away en Porco Rosso en haar eigen fantasie. De vorm van de kostuums dwingt regelmatig bijzonder spel van de acteurs af, en zo ontstaat een spannende dialoog tussen spel en vormgeving.
In de spelregie van Ozdogan is sowieso veel ruimte voor de cartooneske fysicaliteit van anime-personages: als Priem en Noa met elkaar in discussie zijn, worden ze bijna omvergeblazen als de ander aan het woord is; de soepkok beweegt zich met hoog opgetrokken knieën voort over het podium, alsof hij een oni in een mensenlichaam is; en de emoties worden grotesk uitgebeeld. Aangezien de speelstijl in anime-films zelf schatplichtig is aan klassiek Japans kabuki-theater, maakt Ozdogan de cirkel zo op schitterende wijze rond.
Foto: Sanne Peper