Afra Ernst en Theater Stap zijn de winnaars van het Café Theater Festival 2020. Tijdens de afsluiting gisteren in Homan Café nam Ernst zowel de vakjury- als nieuwe WijkJuryprijs in ontvangst. Theater Stap won de Publieksprijs. Met de prijzen wil het festival concrete vervolgstappen stimuleren in de veelal jonge carrières van de theatermakers. (meer…)
‘The purpose of theater is,’ zo zei David Mamet in 1983 tegen een journalist, ‘to celebrate the mysteries of life.’ Zes jaar eerder schreef hij A life in the theatre (1977), een voorstelling over een oude en jonge acteur die tot elkaar zijn veroordeeld door een gedeelde kleedkamer. Met verhalen over zijn carrière, afgewisseld met levenswijsheden en opbouwende kritiek, probeert Robert de jonge John te onderwijzen. Maar langzaam verschuift Johns interesse naar irritatie. Zijn jeugdige ambities beginnen te botsen met de bemoeizucht van zijn leermeester. Robert takelt af, John klimt op. Genoeg stof voor een interessante voorstelling. Zou je denken.
In de Nederlandse bewerking van het stuk, Levenslang theater geregisseerd door Wannie de Wijn, spelen Eric Schneider en zijn zoon Beau de twee acteurs. Nestor Eric Schneider kreeg in 1967 al een Louis d’Or voor zijn titelrol in Hamlet en speelde de afgelopen vijftig jaar ‘zo’n 150 grote (toneel)rollen’, aldus de voorstellingsfolder. Zoon Beau komt pas net kijken. Hij studeerde een jaar geleden af aan de Amsterdamse toneelschool en speelt nu in de soapserie Goede tijden slechte tijden. De acteurs lijken geknipt voor hun rollen. Toch boeit Levenslang theater nauwelijks. Zo is Beau’s John totaal ongeloofwaardig. Hij slaat van overenthousiast om in geïrriteerd, zonder logische lijn van ontwikkeling of enige nuance. John kijkt óf met glimmende ogen op naar de ervaren acteur, laat hem zijn verhaal doen en vraagt om advies; óf hij laat hem volledig aan zijn lot over en steelt zelfs het geld uit zijn portemonnee.
Tegenover John is Robert vele malen interessanter. Hij brengt een zeldzame komische noot en ontroert zelfs even. Dit gebeurt als hij, aan het einde van de voorstelling, gewond op een stoel zit, herinneringen ophaalt tot opeens het pijnlijke besef: ‘Het gaat allemaal wel vlug’. Een kort moment is spanning voelbaar, iets wat de hele voorstelling nog niet is voorgekomen. Even vergeten we de oubollige enscenering, de overdaad aan kostuums en attributen. Even wordt de plichtmatige opvolging van scènes doorbroken en klopt de chemie. John knikt wat, lacht onbeholpen. Eén minuut, meer is er niet. Levenslang theater is niet de ‘celebration’ die Mamet ons in 1983 beloofde.
Foto: PIEK