Een relatief simpel verhaal – de komst van een meisje veroorzaakt tweespalt tussen twee dikke vrienden – wordt door Ryan Djojokarso op een slimme manier vertaald naar schaamte en verdriet rond genderidentiteit en regelrechte vragen aan het publiek. (meer…)
LAP is een jong dansgezelschap dat educatie in dans hoog in het vaandel draagt. Ze nemen als uitgangspunt herkenbare situaties voor kinderen en zetten die dan om in abstracte dans. Hun eerste productie Choco of kaas ging over keuzes maken. In Level Q zijn, zoals de titel laat vermoeden, games de inspiratiebron. Maar eigenlijk alle spelletjes in allerlei formats en formaten. Spelen zit in elke mens, jong en oud, en zeker fysiek in de vier mensen op het podium.
De twee mannen en de twee vrouwen die voor ons gaan spelen, dragen wel dagelijkse kleding, maar hun combinatie van kleuren en stukken is wat vreemd. Licht fluorescerend en opvallend zijn ze, als typetjes in een ‘fantasygame’. Dergelijke plasticachtige figuren blijven ze de hele dansvoorstelling, ook al wisselen ze van rollen. Het zijn heldhaftige prinsessen en goede schurken.
Ik geef toe dat ik het referentiekader mis om te weten naar welke games hun spel verwijst. Ik merk duidelijk dat de kinderen en jongeren in de zaal goed mee zijn. Achteraf licht mijn kleinzoon mij voor dat er onder andere verwezen werd naar Zelda. ‘Daar bestaat nu een nieuwe versie van: geen rechtlijnig verhaal, maar een avontuur dat om de hele wereld trekt.’ Ik meen daarvan iets herkend te hebben. En in de tweede helft van de dansvoorstelling was er een variatie op De Sims (‘daar is al versie 4 van!’).
Echte mensen plaatsen hun wereld in een virtual reality, bootsen die na met allerlei teleurstellingen. Ook dat was helder. En ook dat met die ingebeelde wereldjes de draak werd gestoken. Nu, of de graad van herkenbaarheid hoog is of niet, wat er op het toneel gebeurt in deze live game is grappig om te zien en knap gebracht. Dafne Maes en Danaé Bosman bedachten het concept en dansen ook mee. Piet Van Dycke brengt spetterende acrobatische dans, en Steven Beersmans is de acteur die ook heel goed ritmisch beweegt. Hij neemt de meeste brokken tekst voor zijn rekening. (Gelukkig maar, want helaas zijn dansers in veel voorstellingen geen goede (stem)acteurs).
De vier dansen halen acrobatische toeren uit. Ze vechten, ze vallen elkaar aan, ze verslaan elkaar, ze halen een hoger level, maken ruzie en storten zich vervolgens in nieuwe coalities om zo nieuwe gevaren te trotseren. Een voice-over geeft commentaar, evalueert, spoort soms aan tot een hoger level, en wordt ook als videoscheidsrechter ingeroepen, als de gedoodverfde winnaar ineens verliest. Die wil de boel terugspoelen en nog eens bekijken. Ook in de ‘sims-variatie’ zorgen de commentaren, de zuchten en de gilletjes voor de nodige humor. De voorstelling kent lekker veel vaart, verbeeldt doldwaze situaties en speelt vrolijk de clichés uit die dergelijke game-typetjes hanteren.
Voor de ouderen, zoals dus voor mij, is Level Q een frisse introductie in de game fantasy, voor de jongeren een speelse ontdekkingstocht in dans. Als gamen net zo leuk is als deze dansvoorstelling, dan zit het wel snor. Na de voorstelling kun je een spel kopen, dat het gezelschap zelf bedacht en uitgewerkt heeft: een bordspel(!) met pionnen en met kaartjes met veel doe-opdrachten met je lijf en in groep. Zo kun je toch nog zelf aan de slag en wie weet ook een level hoger bereiken.
Foto: Liese Vaesen