God, wiens bestaan onder steeds grotere druk staat, zou een beetje blij worden van alle bijval die hij in Restante krijgt van hondstrouwe aanhanger Jan Beuving. Een aanhanger die ook wel ziet waar de schoen wringt, die alle lelijkheden, uitwassen en beperkingen die uit religies voortkomen verafschuwt. (meer…)
Leuker kunnen we het niet maken, heet de cabaretvoorstelling van het gelegenheidsduo Jan Beuving en Patrick Nederkoorn. De titel zit dicht tegen de waarheid over de kwaliteit van deze ‘belastingshow’. De wiskundige en de theoloog, tegenpolen in alles, hebben van deze voorstelling een optelsom van hun talenten gemaakt.
In zowel gesproken teksten als in sublieme liedjes raken ze de snaar die bij elke Nederlandse burger ieder voorjaar trilt van ergernis en frustratie als de belastingaangifte moet worden ingevuld. En over het uitvoerend orgaan dat daar verantwoordelijk voor is en de blauwe enveloppen stuurt: de Belastingdienst. Vijf kwartier bekvechten de twee vrienden over hun respectievelijke bewondering en haat die het systeem bij ze oproept.
De brave, gezagsgetrouwe Jan Beuving, wiskundig Pietje Precies, vindt het een schitterend systeem en de blauwe envelop heeft zijn warme sympathie. De wantrouwige Patrick Nederkoorn, rommelige chaoot, vindt de dienst een megalomane corrupte bende en sjoemelt er, waar kan, op los.
Maar de belasting heeft, zo zijn ze het beiden eens, ook grote voordelen. ‘De belastingdienst maakt ons één. Eind april versmelt het pluche met de plebejer’, zingen ze in een van de liedjes, waarin Beuving zich als erkend liedschrijver, winnaar Neerlands Hoop en Annie M’G. Schmidtprijs-winnaar, eens flink heeft uitgeleefd. Stuk voor stuk taalkundige genotjes om te horen, op muziek gezet en fraai begeleid met tapijtjes pianomuziek door Tom Dicke.
De mooiste zijn de ‘Ode aan het eigen woning-forfait’ gezongen door Beuving en ‘De geur van schuld’ door Nederkoorn, over het systeem dat de kanslozen vermaalt. En het gezamenlijke slotlied over Kees Boeke in zijn ontruimde huis is een parel. Boeke, de belastingweigeraar uit principe, die door Nederkoorn wordt bewonderd en door Beuving veracht.
Het is fraai, bijna ‘ouderwets’ vormgegeven cabaret, soms neigend naar een vrolijke revue. Waarin de twee de valkuil van de makkelijke en denigrerende grappen over belastingambtenaren hebben omzeild en zich niet hebben laten verleiden tot het goedkoop afbranden van de dienst. De inkoppertjes hadden voor het oprapen gelegen. Naast de liedjes zijn hun crosstalks en sketches zeer vermakelijk. Zoals het gesprek van Jezus van Nazareth en zijn belastinginspecteur over de aanslag voor het vollédige jaar 33. En de sketch over de Belastingtelefoon en ‘de wachtenden die nog voor u zijn’. Zo herkenbaar voor velen in het publiek dat het wachten en de stiltes, die tergend worden gerekt, komisch worden.
Op een ongeruste vraag van Nederkoorn of het nu niet echt te lang duurt, antwoord Beuving: ‘Ze weten toch dat ze naar een voorstelling over de Belastingdienst zitten te kijken?’
Foto: Jaap Reedijk