De voorstelling werd gespeeld op de vloer van de grote zaal van het Genkse cultuurcentrum, maar er waren geen toeschouwers aanwezig; je moest thuis kijken op je scherm naar de livestreambeelden. Er werd gefilmd vanop het podium, tussen de acteurs in. Dat bracht de personages wel dichtbij in zicht, maar eigenlijk bleven ze ver weg, ver weg van de nabijheid die de theaterkunst zo kenmerkt. (meer…)
‘Ik knip, en plak, de wereld aan mekaar, tot een mooiere wereld. Wat niet goed of mooi is, knip ik weg.’ Zo verdedigt filmmaakster en fotografe Leni Riefenstahl zichzelf constant. Ze voelt zichzelf niet schuldig over haar nazifilmverleden. Critica en essayiste Susan Sontag denkt daar totaal anders over. Beiden hebben elkaar nooit gezien en gesproken.
In 1998 organiseert TIME-magazine een bijeenkomst voor alle in leven zijnde personen die op de covers hebben gestaan. Riefenstahl en Sontag hadden elkaar daar kunnen zien, maar zover men weet is is dat niet gebeurd. In het stuk van Stijn Devillé ontmoeten ze elkaar wel. Op het podium. Dat is de kracht van theater. De confrontatie tussen deze twee persoonlijkheden leidt een enkele keer tot knetterend verbaal vuurwerk, maar vooral tot ingetogen bespiegelingen over kunst, politiek, leven en dood. Nuances en aforismen die de toeschouwer tot reflectie dwingen.
Dat aanzetten tot nadenken is voor de Vlaamse theaterauteur en theatermaker Stijn Devillé heel belangrijk. Al vanaf het begin van zijn muziektheatergezelschap Braakland/Zhebilding eind jaren ’90 heeft hij zich gebogen over historische onderwerpen en de actualiteit. Een van zijn eerste stukken is La dissection d’un homme armé, dat binnenkort weer wordt opgevoerd in het Museum M in Leuven, naar aanleiding van de Vesaliustentoonstelling. Drie (politieke)moorden uit de geschiedenis worden er ontleed. Een broedermoord in de loopgraven van de Eerste Wereldoorlog, de moord op Julien Lahaut die ‘Vive la republique’ had geroepen tijdens de kroning van Boudewijn in 1950, en het lynchen van de tien Belgische paracommando’s in Rwanda twee decennia geleden.
Voor zijn stuk Hitler is dood, een reflectie over het Nürnbergproces, kreeg hij de Taalunie Toneelschrijfprijs. Zijn stukken Hebzucht en Angst over de huidige financiële en economische crises vormden de eerste twee delen van een trilogie. Het derde deel Hoop, over de actuele energiecrisis, zal volgend seizoen te zien zijn. Devillé’s maatschappelijk engagement, zijn gedegen onderzoek, zijn gedrevenheid en de evocatieve en ritmische kracht van zijn theaterteksten zijn voor mij redenen om hem als een Vlaamse Bertolt Brecht te betitelen. Ook in zijn nieuwe theaterstuk Leni & Susan weet hij zijn heldere en krachtige tekst te integreren in een samenspel van muziek, videobeelden en ingetogen acteerwerk. Het begint met een lang stuk leeg beeld en aanzwellende muziek, maar eenmaal dat voorbij, zit je gekluisterd aan de tekst en het spel.
De vraag of je de films van Riefenstahl als kunst mag bestempelen, duikt regelmatig op. Triumph des Willens en Olympia kun je zien als nazipropagandafilms. Ze waren in opdracht van Hitler gedraaid. Aan de andere kant zijn ze ook heel esthetisch. Riefenstahl wist de nieuwste filmtechnieken te integreren tot mooie plaatjes. Niet alleen in het Duitsland van de jaren ’30, maar ook in Europa en Amerika werd (en wordt) ze artistiek geprezen. Na de oorlog wordt ze verguisd, en het liefst vergeten. In de jaren ’70 werkt ze aan een comeback met foto’s over stoere krijgers van de Nuba-stam in Soedan. Zwarte glimmende lijven die opgaan in rituelen. De politiek geëngageerde Amerikaanse publiciste Susan Sontag maakt gehakt van de foto’s en doet ze af als ‘fascinerend fascisme’.
Sontag en Riefenstahl: twee totaal tegengestelde vrouwen. Qua opvattingen over kunst en politiek, maar ook emotioneel en fysiek. Riefenstahl was een vitaliste, een positief ingesteld iemand, krachtig. Op haar zeventigste gaat ze nog diepzeeduiken, op haar 96ste verschijnt ze als een diva op het TIME-feestje. Susan Sontag zien we als een vrouw die aan zichzelf twijfelt, die aftakelt, bloed plast, aan kanker lijdt, regelmatig instort, depressief is.
De in Vlaanderen ‘wereldberoemde’ theaterdiva Chris Lomme (75) zet een, ook fysiek, vitale oude Leni op het toneel. Van een oudere actrice verwacht je snel dramatisch uitvergroot spel, maar dat is gelukkig nu maar af en toe het geval. Ze blijft meestal ingetogen, en maakt daardoor des te meer indruk. Ook Simone Milsdochter (Nederlandse, 47) overtuigt in haar subtiele spel als ziekelijke Susan. Beide actrices relativeren zichzelf als personage. Ze spelen frontaal, houden hun monologen, en aan het einde komen ze samen. Ze kijken elkaar maar zelden aan, ze spreken over zichzelf in de ‘ik-persoon’, maar ook vaak in de derde persoon. Dat zorgt voor een naturel, een nodige afstand, wat leidt tot een grotere ‘objectiviteit’, in zoverre dat natuurlijk kan.
Die ‘objectivering’ zien we ook steeds op het scherm. Videokunstenaar Walter Verdin heeft fragmenten uit films van zowel Riefenstahl als van Susan Sontag door elkaar gemonteerd. In die filmbeelden zie je al duidelijk de verschillende aanpak van de vrouwen. Constant schuiven er foto’s voorbij van Nuba-krijgers, van portretten van personen die Sontag hebben geïnspireerd, van TIME-covers. Een beeldcollage die voor mij een aanvulling was bij de tekst, en die samen met de muziek (Geert Waegeman) de dilemma’s over waarheid en schoonheid stuwt. Je wordt aangezet tot scherp reflecteren over waarheid, schoonheid, leven. Op een totaal niet drammerige manier, integendeel, maar ingetogen krachtig in tekst, spel en beeld.
Foto: Freek Verdonckt