‘Hele grote dikke stijve lul!’ spuugt Hans Teeuwen, op zijn hurken voorover gebogen, nog maar een keertje in het gezicht van een vrouw die op een van de eerste rijen is durven gaan zitten. Daarna schept hij er nog een paar zinnen over aanranding bovenop. Het volledige World Forum Theater blijft stil, maar verwachtingsvol, kijken. Ongemakkelijk, maar niet ongemakkelijk genoeg. (meer…)
Op hospiteeravonden om een studentenwoning te bemachtigen in Utrecht ging het constant mis. Want de autistische student (Rechten en Economie) Fabian Franciscus kende de vaardigheid niet om ‘lekker gezellig’ te doen. Daardoor kwam hij uiteindelijk terecht in een tot studentenwoningen omgebouwd kantoorpand, waarvoor je niet hoefde te hospiteren. In dat ‘asiel voor sociaal gehandicapten’ was hij diep ongelukkig, maar het leverde wel bruikbaar materiaal op voor zijn derde voorstelling Lekker gezellig.
Franciscus poneert de interessante stelling: ‘Hoe meer je geeft om het geluk van de kunstenaar, hoe meer je geeft om jezelf.’ Aan het slot van de avond geeft hij een aardige draai aan die stelling, maar de relatie tussen de kunstenaar en het publiek blijft wel de hele avond boven het verhaal van Franciscus hangen. Zo nu en dan neemt hij even plaats op een kuipstoeltje in zijn ‘schildersatelier’, waar zijn onrustige geest tot bedaren kan komen en waar hij werkt aan een schilderij dat het publiek ook daadwerkelijk te zien krijgt. Geen Van Gogh-kwaliteit, de schilder die kunstkenner Franciscus mateloos bewondert, maar zeker bijzonder en een verrassende bouwsteen van zijn betoog.
Net als in de voorgaande voorstellingen speelt autisme een belangrijke rol in het verhaal van de cabaretier, die steeds beter weet om te gaan met onverwachte prikkels. Hij weet daar in Lekker gezellig zelfs heel slim een verwarrend spel mee te spelen. Maar hij kan nog steeds ongemeen fel uithalen naar het publiek als hij zijn punt wil maken. Zo zou deze recensent niet op de stoel hebben willen zitten van de vrouw die op een vraag van Franciscus aangaf kunstdocent op een middelbare school te zijn. Zij kreeg onder uit de zak, omdat zij de creativiteit van haar leerlingen kapotmaakte.
Net als de blinde cabaretier Vincent Bijlo in zijn eerste programma’s, weet Franciscus de dagelijkse ongemakken van zijn aandoening op een uiterst grappige wijze te vertellen. Mooi inleefcabaret. Over de constante miscommunicatie tussen hem en zijn eveneens autistische vriendin, een bezoek aan de gynaecoloog van zijn vriendin, het pesten op school en de maximaal aanvaardbare hoeveelheid vrienden die een mens zou mogen hebben. Met steeds de terugkerende vraag: hoe hoog moet de lat worden gelegd? En wie bepaalt de hoogte van de lat? Ouders, de samenleving of doe je dat zelf? En als je rond deze vraag filosofeert, dan kom je ook tot de vraag: Wie is verantwoordelijk voor de zelfmoord van Vincent van Gogh en al het sociale leed van zoveel mensen? Heel knap hoe Franciscus zo een knoop in de maag legt van het publiek.
Misschien iets te ongemakkelijk wordt het als Franciscus wel heel erg openhartig is over zijn depressies en suïcidale gevoelens in zijn studententijd en de therapieën die zijn leven draaglijk moesten maken. Dan verandert de zaal in een behandelkamer van de psychiater en weet je niet helemaal of je wel alles wil weten wat de cabaretier vertelt. Het kijkje in de hersenpan van Franciscus wordt dan wel heel intens. Maar als het een onderdeel is van het zelfacceptatieproces van Franciscus, dan moeten we dat maar voor lief nemen. We geven tenslotte om het geluk van de kunstenaar en hij geeft in Lekker gezellig genoeg terug.
Foto: Harmen de Jong