Silbersee is een sympathiek zangerscollectief dat onder leiding van Romain Bischoff al jarenlang deelneemt aan een grote variëteit van projecten, meestal in de sfeer van allerlei soorten muziek. Eén keer per jaar bezetten jonge mensen van Silbersee vele zalen en plekken van het Muziekgebouw aan ’t IJ in Amsterdam en jagen het (jonge) publiek van de ene hoek naar de andere in het kader van Spr!tzl, de opleidings- en ontwikkelingstak van het collectief. (meer…)
In underground New York worden ze al decennialang georganiseerd: ‘balls’. Feesten waar jonge homo’s over catwalks paraderen. Ze spelen een rol, proberen prijzen te winnen met hun uiterlijk, loopjes en kostuums. Wie is het meest overtuigend als hetero, of juist als vrouw? Deze subcultuur is vooral bekend door de dansstijl ‘vogue’ met haar gestileerde poses (denk: Madonna), maar voor sommige jongeren zijn de ‘balls’ een thuis. Verstoten, dakloos of verslaafd kunnen ze dáár even zijn wat ze op straat verborgen moeten houden.
De verstoten homo’s uit de ‘ballroom community’ leven in zelf gecreëerde families, aangevoerd door een ‘huisvader’ en ‘huismoeder’. In deze wereld speelt Legendary children in the house of fierce, een Brits-Nederlandse productie van kunstenaar en LGBT-activist Rikki Beadle-Blair. In de voorstelling, heel losjes geïnspireerd op Shakespeare, worstelt ‘The house of fierce’ met de breuk tussen hun huisvader (Raymi Sambo) en -moeder (Beadle-Blair). Terwijl de repetities voor het volgende bal in volle gang zijn, wordt de loyaliteit van de jonge homo’s in het huis op de proef gesteld. Wiens kant kiezen zij? En moeten ze zich wapenen met hypermannelijk gedrag, of juist uitdragen wie ze echt zijn – hoe gevaarlijk ook?
Op de catwalk, het decor van Legendary children, oefenen de jongens op macholoopjes (‘je hebt geen heupen, géén heupen!’) en vogue-choreografieën. Ondertussen worden hun persoonlijke situaties steeds duidelijker: onderlinge jaloezie komt boven tafel, een agressief vriendje duikt op en de invloed van de omgeving blijkt een grote rol te spelen. Vanaf een dj-tafel stampt muziek over de catwalk of de acteurs zingen zelf (Beyoncé mag natuurlijk niet ontbreken).
Beadle-Blair “sets the stage” als auteur, componist en regisseur van deze voorstelling: kleur en beweging knallen in de eerste scènes van de catwalk, maar het plot blijkt weinig om het lijf te hebben. Uiteindelijk verzandt de voorstelling in een zoetsappig liefdesverhaal met tamelijk vlakke personages. De liedjes worden niet altijd even zuiver gezongen en herhalingen (personages die zich één voor één voorstellen) halen de vaart uit het verhaal. In energiek gedanste scènes is deze voorstelling op haar best – dan vallen de groteske elementen op hun plaats. Legendary children geeft een inkijkje in een boeiende subcultuur, maar doet tegelijk denken aan een vogue-act vol poses, die de extravagantie maar niet ontstijgen.
Foto: Raymond van Mil